Landbouweconoom Krijn Poppe overhandigde maandag een rapport van de Raad voor de leefomgeving en infrastructuur (Rli) over de bodem aan landbouwminister Carola Schouten. Dit rapport, met het advies een zo groot mogelijke groep boeren te belonen voor investeringen in betere bodem, deed nogal wat stof opwaaien. Boerenbusiness sprak met Poppe.
Poppe, tot voor kort senior onderzoeker bij Wageningen UR en voorzitter van de commissie die het rapport heeft samengesteld, licht de inhoud toe. De Rli heeft een paar jaar gewerkt aan analysering en advisering over de kwaliteit van de bodems op het platteland.
Verzuring, verzilting, vermesting, verdroging, verdichting en een verhoogde kwetsbaarheid kenmerken volgens deze groep van adviseurs de kwaliteit van de bodems. Om het tij te keren adviseert Rli meervoudig gebruik van bodems, bijvoorbeeld voor landbouw en voor koolstofopslag of voor bos en wateropslag. Provincies kunnen deze aanbeveling meenemen in de zogeheten Nationale Omgevingsvisie die zij uitwerken.
Dieper wortelende gewassen
Multifunctioneel gebruik kan waardedaling van landbouwgrond tot gevolg hebben, maar dat hoeft niet per se, zegt Poppe. "Nu zijn CO2-rechten fors gedaald in waarde tot onder de €25. Maar het ligt voor hand dat ze in de toekomst weer flink gaan stijgen naar €50 en meer. Op een zeker moment wordt het lonend om dieper wortelende gewassen zoals luzerne te gaan telen. Dan zorgen de opbrengsten door CO2-vastlegging juist dat de grond zijn waarde behoudt."
De raad adviseert het opzetten van een monitorings- en kennissysteem, waarin meer informatie wordt verzameld en gedeeld. Ook de bestaande wet- en regelgeving moet worden aangepast voor bijvoorbeeld pacht, mest en fiscaal beleid. Grondeigenaren en gebruikers kunnen gestimuleerd worden tot duurzaam gedrag met op maat gesneden beloningsvormen, bijvoorbeeld via het GLB-beleid van de Europese Unie.
Aansluiten op Planetproof
Deze zogenaamde ecotoeslagen zijn al in een ver gevorderd stadium van ontwerp en er lopen tests, vertelt Poppe. Hij vindt het belangrijk dat het ministerie niet opnieuw het wiel gaat uitvinden maar aansluit bij bestaande systemen in de levensmiddelenwereld, zoals 'on the way to Planet Proof'.
Het is ook van groot belang dat niet alle EU-budget van de eerste naar de tweede pijler verschuift, die naar een meer specifieke groep boeren gaat voor allerlei vormen van plattelandsontwikkeling. Poppe: "Het moet gaan om belonend toeslagenbeleid dat rechtstreeks op het boerenerf terecht komt. Een zo groot mogelijke groep moet blijven meedoen aan het toeslagenbeleid."
Het duurzaam pachten en verpachten, gericht op een behoud van bodemkwaliteit en het vastleggen van CO2, is minder eenvoudig dan het lijkt. Weliswaar is het sturen op organische stofgehalte in de bodem niet zo moeilijk, al verschillen de meningen of je de stijging nauwkeurig kunt meten. Het spanningsveld heeft vooral te maken met het rendement van de pacht. Die is het hoogst als hoog saldo gewassen in een zo groot mogelijk frequentie achter elkaar geteeld kunnen worden.
De raad is niet per definitie tegen geliberaliseerde pacht. De combinatie van hoogsalderende gewassen met het scheuren van grasland is soms duurzamer dan het lijkt, aangezien de verterende graszode weliswaar een verlies aan vastgelegde koolstof betekent maar het gescheurde grasland maakt de teelt van de hoog saldo gewassen wel duurzamer, in vergelijking met vruchtwisseling zonder grasland.
Einde aan drijfmest
Poppe: "In ieder geval kan de overheid eisen stellen aan grond die ze zelf in bezit heeft. Het Rijksvastgoedbedrijf en gemeentelijke en provinciale overheden kunnen duurzaamheidsdoelen opnemen in de pachtvoorwaarden. We moeten in het pachtbeleid terug naar heel vroeger. Toen was het ook heel normaal dat verpachters eisen stelden aan het onderhoud van het land. Hoeveel er werd bemest en waarmee."
De mestwetgeving moet ook worden herzien. Net als de commissie Remkes adviseert de raad de minister op termijn geleidelijk te stoppen met drijfmest. Dan ontstaat er ook vanzelf een andere dynamiek op de mestmarkt en wordt het gebruik van kunstmest ontmoedigd, denkt Poppe. Ook adviseert de raad net als de commissie Remkes om veel aandacht te schenken aan bosbouw, en herstelwerkzaamheden in bos- en natuurgebieden te stimuleren. Bijvoorbeeld door te investeren in subsidies voor dit doel.
Fiscale maatregelen
Hoge grondprijzen leiden tot intensivering van het grondgebruik en de huidige fiscale vrijstellingen van inkomstenbelasting, vennootschapsbelasting, erf- en schenkbelasting houden de grondprijzen hoog. Die belastingen zijn gericht op voortzetting van het huidige bedrijf, ongeacht of de bodem wel of niet duurzaam wordt gebruikt.
Hetzelfde geldt voor fiscale vrijstellingen die worden gegeven voor bos- en natuurbeheer. Poppe: "Een oplossingsrichting voor dit probleem is om aan deze belastingmaatregelen eisen van duurzaam grondgebruik te koppelen."
Dit artikel maakt deel uit van de contentsamenwerking tussen Foodlog en Boerenbusiness.
Dit artikel afdrukken
Verzuring, verzilting, vermesting, verdroging, verdichting en een verhoogde kwetsbaarheid kenmerken volgens deze groep van adviseurs de kwaliteit van de bodems. Om het tij te keren adviseert Rli meervoudig gebruik van bodems, bijvoorbeeld voor landbouw en voor koolstofopslag of voor bos en wateropslag. Provincies kunnen deze aanbeveling meenemen in de zogeheten Nationale Omgevingsvisie die zij uitwerken.
Dieper wortelende gewassen
Multifunctioneel gebruik kan waardedaling van landbouwgrond tot gevolg hebben, maar dat hoeft niet per se, zegt Poppe. "Nu zijn CO2-rechten fors gedaald in waarde tot onder de €25. Maar het ligt voor hand dat ze in de toekomst weer flink gaan stijgen naar €50 en meer. Op een zeker moment wordt het lonend om dieper wortelende gewassen zoals luzerne te gaan telen. Dan zorgen de opbrengsten door CO2-vastlegging juist dat de grond zijn waarde behoudt."
De raad adviseert het opzetten van een monitorings- en kennissysteem, waarin meer informatie wordt verzameld en gedeeld. Ook de bestaande wet- en regelgeving moet worden aangepast voor bijvoorbeeld pacht, mest en fiscaal beleid. Grondeigenaren en gebruikers kunnen gestimuleerd worden tot duurzaam gedrag met op maat gesneden beloningsvormen, bijvoorbeeld via het GLB-beleid van de Europese Unie.
Aansluiten op Planetproof
Deze zogenaamde ecotoeslagen zijn al in een ver gevorderd stadium van ontwerp en er lopen tests, vertelt Poppe. Hij vindt het belangrijk dat het ministerie niet opnieuw het wiel gaat uitvinden maar aansluit bij bestaande systemen in de levensmiddelenwereld, zoals 'on the way to Planet Proof'.
Het is ook van groot belang dat niet alle EU-budget van de eerste naar de tweede pijler verschuift, die naar een meer specifieke groep boeren gaat voor allerlei vormen van plattelandsontwikkeling. Poppe: "Het moet gaan om belonend toeslagenbeleid dat rechtstreeks op het boerenerf terecht komt. Een zo groot mogelijke groep moet blijven meedoen aan het toeslagenbeleid."
We moeten in het pachtbeleid terug naar heel vroeger. Toen was het ook heel normaal dat verpachters eisen stelden aan het onderhoud van het land. Hoeveel er werd bemest en waarmeeDuurzame pacht
Het duurzaam pachten en verpachten, gericht op een behoud van bodemkwaliteit en het vastleggen van CO2, is minder eenvoudig dan het lijkt. Weliswaar is het sturen op organische stofgehalte in de bodem niet zo moeilijk, al verschillen de meningen of je de stijging nauwkeurig kunt meten. Het spanningsveld heeft vooral te maken met het rendement van de pacht. Die is het hoogst als hoog saldo gewassen in een zo groot mogelijk frequentie achter elkaar geteeld kunnen worden.
De raad is niet per definitie tegen geliberaliseerde pacht. De combinatie van hoogsalderende gewassen met het scheuren van grasland is soms duurzamer dan het lijkt, aangezien de verterende graszode weliswaar een verlies aan vastgelegde koolstof betekent maar het gescheurde grasland maakt de teelt van de hoog saldo gewassen wel duurzamer, in vergelijking met vruchtwisseling zonder grasland.
Einde aan drijfmest
Poppe: "In ieder geval kan de overheid eisen stellen aan grond die ze zelf in bezit heeft. Het Rijksvastgoedbedrijf en gemeentelijke en provinciale overheden kunnen duurzaamheidsdoelen opnemen in de pachtvoorwaarden. We moeten in het pachtbeleid terug naar heel vroeger. Toen was het ook heel normaal dat verpachters eisen stelden aan het onderhoud van het land. Hoeveel er werd bemest en waarmee."
De mestwetgeving moet ook worden herzien. Net als de commissie Remkes adviseert de raad de minister op termijn geleidelijk te stoppen met drijfmest. Dan ontstaat er ook vanzelf een andere dynamiek op de mestmarkt en wordt het gebruik van kunstmest ontmoedigd, denkt Poppe. Ook adviseert de raad net als de commissie Remkes om veel aandacht te schenken aan bosbouw, en herstelwerkzaamheden in bos- en natuurgebieden te stimuleren. Bijvoorbeeld door te investeren in subsidies voor dit doel.
Fiscale maatregelen
Hoge grondprijzen leiden tot intensivering van het grondgebruik en de huidige fiscale vrijstellingen van inkomstenbelasting, vennootschapsbelasting, erf- en schenkbelasting houden de grondprijzen hoog. Die belastingen zijn gericht op voortzetting van het huidige bedrijf, ongeacht of de bodem wel of niet duurzaam wordt gebruikt.
Hetzelfde geldt voor fiscale vrijstellingen die worden gegeven voor bos- en natuurbeheer. Poppe: "Een oplossingsrichting voor dit probleem is om aan deze belastingmaatregelen eisen van duurzaam grondgebruik te koppelen."
Dit artikel maakt deel uit van de contentsamenwerking tussen Foodlog en Boerenbusiness.
Nog 3
Je hebt 0 van de 3 kado-artikelen gelezen.
Op 5 mei krijg je nieuwe kado-artikelen.
Op 5 mei krijg je nieuwe kado-artikelen.
Als betalend lid lees je zoveel artikelen als je wilt, én je steunt Foodlog
Lees ook
Krijn Poppe Einde aan drijfmest wat zal dit bijdragen, waar komt bijvoorbeeld het strooisel vandaan. De achteruitgang van de bodem gaat zelden over grond bij de "drijfmest" boeren de betreffende grond is veelal te vinden waar juist het stro vandaan moet komen, de akkerbouw.
Aanpassing van de wet en regelgeving, daar zit wat in want hoe idioot is het nog om kunstmest te kopen en mest af moeten te voeren. Jan Huitema is in deze wat verder dan uw commissie.
En over koolstof, is er een bodemrapport beschikbaar van natuurgrond en zo ja wat vindt u in deze van de verschraling van die gronden.
Er worden zelfs honderden hectares vruchtbare grond afgegraven om er "natuur" van te maken; Bodem volgt functie, of juist andersom? of helemaal niet.....
René, Europarlementariër en melkveehouder Jan Huitema (ALDE/VVD) pleit voor het bewerken van mest (raffinage en opnieuw samenstellen) zodat het als precisiebemesting kan worden gebruikt. Waarom denk je dat dat haaks zou staan op het pleidooi van Krijn Poppe?
Als je er zo hard ingaat, dan willen we ook horen of je echt een punt hebt. Ik heb het nog niet kunnen ontdekken, dus ga je gang.
#1 Ik sluit me aan bij de vraag: Waar moet het stro vandaan gaan komen?
Deze vraag heb ik ook al eerder gesteld vanuit de wens naar meer ruige mest.
Nu snap ik ook dat stoppen met drijfmest niet persé zegt dat je stromest moet gaan produceren.
Het rapport zelf zegt niets over welke vormen van dierlijke mest dan wel gewenst zijn. Het gaat over uitfaseren en afromen. Het was fijn geweest als het rapport een alinea had bevat hierover.
Krijn Poppe Is dit besproken / overwogen? Kun je hier op een toelichting opgeven vanuit de commissie?
Ik vraag dit omdat stro natuurlijk gewoon een Koolstof vraagstuk is.
#2 heer Veerman, raffinage en opnieuw samenstellen zou dat ook lukken met vaste mest ?
Technisch misschien wel, een flinke mestscheider die de dunne fractie er weer uit kan persen zodat er weer DRIJFMEST is om te raffineren.
En daardoor mest op maat aan de akkerbouw te kunnen leveren, tevens kunstmest terug te dringen want bewerkte mest mag nu niet als kunstmest worden gezien omdat het de rest van de EU landen niet boeit. Wij lopen dus wederom al voorop waar een Rli weer terug in de tijd wil, ze hebben de nieuwste versie van Google Chroom nog niet wsl.
Maar de kip vraag was, waar komt het stro vandaan want ik wou bij het begin beginnen het ei komt later.....
En omdat ze zelf niks onderzocht hebben; "Als adviesorgaan doen we dus niet zelf onderzoeken, maar baseren we ons op wetenschap en andere inzichten" moeten we dus maar van hun Google kunsten en andere inzichten uit gaan.
En omdat dat nog wel eens een beetje wijzigt en/of onvolledig is; neem Aerius, samenstelling Groente, verzadigde vetten; nou zeg maar alle "Dennis Zijlstra" onderzoeken voor diegene die een rapport besteld hadden maar toch iets anders blijken als je niks weg laat of alle feiten op zoekt.
Het Rli lijkt toch weer donders veel op een besteld rapport met slecht zoekwerk.
#4 Rene, de echte kip is de koe die poept.
Vanwege mest heb je stro nodig.
I.p.v. vragen waar haal ik m'n stro vandaan kun je ook de vraag stellen:
Hoeveel poep mag / kan je eigenlijk produceren op basis van eigen (kringloop) koolstof om deze mee te conserveren/composteren?
Ps: Dag en nacht weiders zullen minder stro nodig hebben dan bedrijven die hun (melk)koeien jaarrond op stal hebben staan. Nog een andere invalshoek die eerder komt dan de stro vraag ;-)