Op ons melkveebedrijf doen we aan weidevogelbeheer. We maaien een aantal percelen later dan normaal en we zetten land onder water. Dat is niet goed voor onze melkproductie maar wel goed voor de vogels. Het weidevogelbeheer werkt bij ons en daar genieten we van. Wat we precies doen, spreken we af met ‘het natuurcollectief’. We maken afspraken over wanneer we wel en niet maaien en tot wanneer het land onder water staat.
Afhankelijk van de zwaarte van het pakket maatregelen krijgt de boer geld uitgekeerd. De man van het landschapsbeheer, Ton Peters, noemt dat in Trouw "verkapte steun aan boeren." Wij noemen het een schadevergoeding. Ik zou graag zien dat we in de landbouw echt geld kunnen verdienen met onze inzet voor natuur. Maar zover is het echter nog niet. Wij doen aan weidevogelbeheer omdat we ervan genieten. Als je het puur economisch bekijkt, kan je er beter mee stoppen en het gras gewoon voor je koeien maaien.
"We kunnen niet groen denken als we rood staan," zei Kees Hanse over de inkomenspositie van boeren. Ik zie in deze uitspraak vooral hoe enkel de productie van voedsel betaald wordt en de inspanningen voor natuurdoelen niet. Wil de boer serieus worden aangespoord om meer aan biodiversiteit te doen en ruimte te geven aan flora en fauna-doelen, dan moet dat betaald worden.
Inzien dat boeren een inkomen moeten verdienen is de eerste stap. De vraag hoe we landbouw willen bedrijven staat daar los van. Toch is het beleid vooral daarop gericht. Nieuwe op natuurbescherming en bevordering van biodiversiteit gerichte regels en wetten jagen de boer op kosten en ondermijnen zijn verdienmodel. Wie de boer beloont voor ecosysteemdiensten stelt daar inkomsten tegenover voor zijn actieve bijdrage aan zaken die we in het publieke belang willen. Dat is niet meer dan logisch, omdat de boer er kosten voor maakt.
Inzien dat boeren een inkomen moeten verdienen is de eerste stapZo kan kleinschalige melkveehouderij ook weer een serieuze mogelijkheid zijn om een toereikend inkomen te verdienen. Ook voor Sicco Mansholt stond de inkomenspositie van de boer voorop. Toen wilden we dat de boer opschaalde; nu dat hij niet verder groeit, c.q. dat hij krimpt. Die krimp valt deels te financieren als beloning voor ecosysteemdiensten aan de samenleving. Ik wil niet zeggen dat de overheid moet bepalen hoe boeren boeren, maar wel dat er een serieus alternatief moet zijn als je anders wilt boeren.
Ton Peters zegt in Trouw dat hij ‘te vaak’ ziet gebeuren dat boeren subsidie krijgen zonder zich aan de afspraken te houden. "Er is ook niemand die hen tegenhoudt." Dit klopt gewoon niet! Vorige week kregen wij een controleur over de vloer. Hij wilde al het land zien en rekende tot drie cijfers achter de komma uit of we wel aan de regelgeving voldeden. Wat bleek, we hadden een klein rekenfoutje gemaakt. We werden ‘gematst’, als we het nog aanpasten was het geen probleem. Prima, dat hebben we gedaan. Twee dagen later was de controleur van de NVWA er weer, even kijken of we ons wel aan de afspraak hadden gehouden.
Ieder jaar komt minstens één keer een controleur langs, soms zelfs wel drie of vier keer. We worden zelfs zoveel gecontroleerd dat we ons gewantrouwd voelen. Dat is jammer.
In de grafieken bij Peters artikel viel mij op dat de resultaten in de reservaten maar matig zijn. Het aantal grutto’s neemt daar al een paar jaar af, en nog steeds. Op land dat onder boerenbeheer valt, is de populatie stabieler dan voorheen. Voor scholeksters geldt zelfs dat ze het op boerenland beter doen dan in de reservaten. De kievit staat overal onder druk en laat in de reservaten een hardere daling zien dan op het beheerde land. In het algemeen staan de weidevogels dus onder druk, ook zonder boeren. Predatoren hebben daar ook een aandeel in. Vindt Peters het niet vooral lastig of frustrerend dat de reservaten niet echt betere resultaten laten zien dan de boeren? Hij rept er met geen woord over.
Weidevogels en natuur staan in ons kleine Nederland onder druk. Als we willen dat daar ruimte voor blijft, dan moeten we daarvoor betalen en er een verdienmodel voor maken. Nu worden boeren in ieder geval niet rijk van weidevogelbeheer of andere inspanningen voor de natuur. De markt doet zijn werk en drukt de vogels uit het systeem. Willen we daar een andere kracht tegenover zetten?
Op 5 mei krijg je nieuwe kado-artikelen.
Als betalend lid lees je zoveel artikelen als je wilt, én je steunt Foodlog
Goed stuk Chris.
Je slaat de spijker op zijn kop maar dit zal wel niet in Trouw komen
#1 Voor ik dit artikel schreef, stuurde ik een lezersreactie naar de redactie van Trouw. Die werd opgenomen in de krant van gisteren (24 juni). Het kwam er dus wél in maar met minder woorden...
Chris van Bruggen , je opmerking over de trends van weidevogels die je baseert op de grafieken in Trouw lijkt niet te kloppen. "De kievit staat overal onder druk en laat in de reservaten een hardere daling zien dan op het beheerde land." wordt weersproken door de grafiek in Trouw. Die laat een stabiele situatie zien in reservaten en een daling bij beheerde en onbeheerde grond. Opvallend zelfs dat de verschillen tussen beheerde en onbeheerde grond erg klein zijn.
De scholekster doet het vooral goed in de stad. Daar groeit de populatie sterk en is de overleving per nest hoger dan de 0.38 overlevers per nest om de populatie in stand te houden. Op Texel is de overleving 0,1, daar verdwijnen scholeksters.
De kop van Trouw is helder; het gaat slecht met de weidevogels ondanks de miljoenen die er aan bescherming uitgegeven zijn. Ik kan het niet anders zien als ik om me heen kijk.
Er zit ook wel een logica achter het vergoeden van de schade t.o.v. een verdienmodel. Immers bij een verdienmodel zou er een motivatie ontstaan om zoveel mogelijk natuur/wilde dieren te vernietigen om deze daarna weer met een verdienmodel op een redelijk stand te krijgen.
#4 Marco Maas
Wat een absurde suggestie.