De beste niet-medische definitie van de oorzaak van toenemend overtollig lichaamsgewicht is: een normale reactie op een abnormale omgeving. Van abnormale omgevingen weten we inmiddels alles. De vergelijking van de coronapandemie met de obesitasepidemie gaat op meerdere punten op. Ons aangepaste gedrag van nu om besmetting te voorkomen verschilt niet wezenlijk van wat we zouden moeten doen om te voorkomen dat we dik worden: uit de buurt blijven van ongezonde invloeden.

Ook al is het misschien appels met peren vergelijken, analogieën zien en metaforen herkennen geeft inzicht in andersoortige problemen. Obesitas heeft net als Covid-19 ecologische, biologische, economische en maatschappelijke oorzaken. Evenmin als tegen Covid-19 bestaat tegen obesitas een afdoend medicijn. Er is geen vaccin om de ziekte te voorkomen door immuniteit op te wekken en geen goed middel om de ontwikkeling en de ernst van de ziekte onder controle te houden. Ter bestrijding van beide ziekten wordt van alles uit de apothekerskast gehaald, maar de resultaten zijn schamel. De best werkzame medicijnen geven procentjes verlichting, letterlijk en figuurlijk.

Metabole chirurgie
Het enige echt adequate middel met blijvend resultaat om obese mensen van hun overgewicht af te helpen is metabole chirurgie, een bariatrische operatie. Er zijn verschillende varianten van maagverkleiningen, structurele aanpassingen aan het spijsverteringskanaal, maar ze komen alle neer op het verminderen van de maaginhoud en daarmee het beperken van de opslag- en opnamecapaciteit van voedingstoffen.

Als je maaginhoud na een sleeve gastrectomy (inmiddels wereldwijd de meest toegepaste ingreep) nog maar 20% van het origineel is, zit je gauw vol. Via meerdere kanalen krijgen de hersenen te weten dat er na een paar happen niets meer bij kan en reageren met wat voor obese patiënten een zegen is: de trek in eten neemt af.

Mechanisch vuleffect
Een bariatrische ingreep heeft niet alleen een mechanisch vuleffect. Door de permanente verandering aan de anatomie van het maag-darmkanaal verandert ook de werking ervan. Het bekendste, want (op het gewichtsverlies na) meest verbluffende effect dat gezien wordt, is dat patiënten die veel overgewicht en (daardoor) diabetes type 2 hebben, al vrijwel direct na de ingreep weer insulinetolerant worden. Dat betekent dat ze geen of weinig insuline of ander medicijn meer hoeven te gebruiken om hun glucosehuishouding te reguleren. Dat gebeurt al voordat ze flink zijn afgevallen, want dat vergt nog een paar maanden tijd na de operatie.

Het heeft jaren geduurd voordat ontdekt werd hoe die miraculeuze genezing in zijn werk gaat. Dat het iets met de vele hormonen die bij de spijsvertering betrokken zijn te maken had, was al wel snel duidelijk. Maar wat het mechanisme precies was en hoe het verschilde van de situatie voor de operatie, bleef lang een raadsel.

Darmhormonen
Het is niet helemaal duidelijk wat er precies gebeurt, maar het lijkt erop dat een aantal van die darmhormonen (waaronder ghreline, CCK, GIP, GLP-1 en 2, PYY en secretine) een andere, sterkere invloed hebben op het beschikbaar komen van insuline. Insuline is het prinsje onder de hormonen en bepaalt hoe gevoelig het lichaam voor glucose is. Bij diabetici is die werking ernstig verstoord; na de operatie blijkt die zich snel te herstellen.

Het streven is een medicijn te ontwikkelen dat die verhoogde hormoonactiviteit op gang brengt en daarmee de glucosehuishouding verbetert
De darmhormonen worden meer geactiveerd, omdat de voeding door het vrijwel ontbreken van een maag onbewerkt de dunne darm in gaat. Daardoor komt de onverteerde voedingsbrij dieper dan voorheen in de darm in aanraking met meer receptoren die de darmhormoonactiviteit op gang brengen. De grotere hoeveelheid insuline die ook bij diabetici vrijkomt, werkt de glucose uit de koolhydraatrijke voeding beter weg.

Briljante toekomst
Nu dat mechanisme bekend is, en in kaart is gebracht welke hormonen betrokken zijn bij de verbetering van het functioneren van de glucosehuishouding, richt veel onderzoek zich op de ontwikkeling van een farmacologische imitatie van de bariatrische ingreep. Het streven is een medicijn te ontwikkelen dat die verhoogde hormoonactiviteit op gang brengt en daarmee de glucosehuishouding verbetert.

Want dat is de crux in de bestrijding van obesitas. Een gezonde glucosemetabolisme en een gebalanceerde energiehuishouding gaan hand in hand. Zo’n pil zou “een briljante toekomst voor de ouderwetse behandeling van obesitas” inhouden, aldus de Griekse onderzoekers in hun artikel ‘The Fight Against Obesity Escalates: New Drugs on the Horizon and Metabolic Implications’, onlangs verschenen in het vakblad Current Obesity Reports.

In hun artikel inventariseren zij de recente vooruitgang in het ontwikkelen van nieuwe obesitasmedicijnen. Ze onderscheiden een dozijn hormonen en ander stoffen die op de een of andere manier beloftevol zijn en farmaceutische bedrijven inspireren tot grootscheepse onderzoeken en experimenten.

Semaglutide
Eén van die hormonen is GLP-1, dat onder meer de aanmaak van insuline stimuleert. Een agonist (versterker van de werking) van GLP-1 is liraglutide, dat gebruikt wordt bij diabetes. Semaglutide is een GLP-1 analoog (chemische kopie), dat in experimenten al aanzienlijk gewichtsverlies laat zien. Het pad van GLP-1 lijkt veelbelovend, ook omdat de hoeveelheid van dat hormoon gerelateerd is aan de lage graad-inflammatie, de diepere oorzaak van veel (welvaart)ziekten.

Uiteindelijk moet getest worden of de GLP-1-therapie en al die andere die op stapel staan ook veilig zijn. Die weg gaat elk nieuw ontwikkeld medicijn af. Een vorig wondermiddel, rimonabant, bleek goed te werken, maar moest in 2008 van de markt gehaald worden omdat het ernstige psychische bijverschijnselen bleek te hebben.

De afslankpil is de heilige graal van de farmaceutische industrie. De nieuwe inzichten in de veranderende werking van de stofwisseling na een bariatrische ingreep zijn kostbare lesstof.
Dit artikel afdrukken