Vandaag brengt bloedbank Sanquin nieuwe testresultaten naar buiten in hun onderzoek naar groepsimmuniteit. Op dit moment heeft ongeveer 5,5% van de bloeddonoren corona-antistoffen. Groepsimmuniteit lijkt nog ver weg.
We spreken van immuniteit als een persoon antistoffen heeft tegen de eiwitten van een bepaald virus. Deze antistoffen zijn virus-specifiek en worden aangemaakt na een eerste contact met de ziekmaker. Het lichaam gaat eerst aan de slag om het virus op te ruimen en begint daarna aan het maken van antistoffen. Als je dan nogmaals met hetzelfde virus in aanraking komt, kan je lichaam zich gemakkelijker verweren. Je wordt dan niet of nauwelijks ziek. Zo werkt het voor een gemiddelde virusinfectie. Of dat ook voor het coronavirus geldt, is nog door vele vraagtekens omgeven.
In een interview met de Volkskrant vertelt Hans Zaaijer, hoogleraar en senior onderzoeker bij Sanquin, dat immuniteit voor het coronavirus niet vanzelfsprekend is. Zelfs als je ziek bent geweest, bestaat de kans dat je slechts een kleine hoeveelheid antistoffen hebt opgebouwd. Of je bouwt de ‘verkeerde’ antistoffen op. Dan kun je het virus toch verspreiden. Toch zou de hoeveelheid mensen met antistoffen in een bepaald gebied een maat zijn voor de groepsimmuniteit. Om die reden test Sanquin samples van bloeddonoren.
In de periode van 10 tot 20 mei zijn ruim 7.000 bloeddonaties getest op corona-antistoffen. Hiervan testte 5,5% positief. Dat is een kleine stijging ten opzichte van vorige maand, toen 3% immuniteit werd gemeten.
Zaaijer: “We verwachtten een stijging van het percentage, omdat inmiddels meer donors hebben kunnen herstellen van een infectie en erna hebben kunnen doneren. De gevonden stijging is relatief klein, dat sluit aan bij wat de RIVM liet zien over de afnemende verspreiding van de infectie. De lockdown-maatregelen zijn effectief, waardoor minder mensen besmet zijn geraakt.” Dat klinkt als goed nieuws, maar is in het kader van groepsimmuniteit toch teleurstellend. Om het coronavirus middels groepsimmuniteit in te dammen, moet minstens 60% van een populatie antistoffen hebben. Zaaijer: “Zo kan het nog twee jaar duren voordat groepsimmuniteit in Nederland wordt bereikt.” Tegen BNR zegt hij: “We moeten op twee manieren met dit virus omgaan: we moeten zo snel mogelijk naar een actieve maatschappij, met een veilige manier van met elkaar omgaan - ik denk dat er veel meer mogelijk is dan we denken. Én: we moeten hopen op dat vaccin.”
In Zweden werden veel minder strenge coronamaatregelen genomen. Een gecontroleerde verspreiding van het coronavirus zou snel leiden tot groepsimmuniteit. Het land zou daardoor minder sterk afhankelijk zijn van de ontwikkeling van het vaccin. Met behulp van bloedmonsters uit verschillende regio’s werd eind april gecontroleerd hoe het staat met de immuniteit. Verwachtingsvol keek de hele wereld toe. In de praktijk bleek in Stockholm 7,3% corona-antistoffen te hebben. In de regio Skåne had 4,2% corona-antistoffen en in de regio Västra Götaland slechts 3,7%.
Het verschil tussen Nederland, met zijn intelligente lockdown, en Zweden, zonder lockdown is erg klein. Maar, wat zegt dat? We weten immers nog helemaal niet hoe lang iemand daadwerkelijk immuun is, mocht deze persoon antistoffen hebben. Dat beaamt ook Zaaijer: “We zien vaker bij luchtwegvirussen dat immuniteit niet erg lang aanhoudt.” Het lijkt erop alsof we toch afhankelijk zijn van een coronavaccin.
Immuniteitspaspoort
Sommige landen, waaronder Chili, Duitsland, Amerika en het Verenigd Koninkrijk, zien niettemin toekomst in een ‘immuniteitspaspoort’, een papiertje dat aangeeft dat je besmet bent geweest met het coronavirus. De WHO waarschuwt dat dit geen goed idee is. Juist vanwege de vele onzekerheden omtrent het coronavirus.
De Telegraaf sprak met viroloog Bert Niesters van het UMCG. Hij vindt het immuniteitscertificaat een goed idee. “Ik ben er wel voorstander van, ook al geeft het geen garantie op immuniteit. […] Eigenlijk zeg je met zo’n papiertje dat je op dat moment niet besmettelijk bent, omdat je het net hebt doorgemaakt.”
Ook Zaaijer geeft in de Volkskrant aan dat we niet zouden moeten afwachten op groepsimmuniteit, maar de beperkte immuniteit – nu al – slim moeten inzetten. “Natuurlijk moet je altijd uitgaan van het voorzorgsprincipe en risico’s zo veel mogelijk mijden, maar we zitten in een noodsituatie. Alle problemen in de ziekenhuizen en verpleeghuizen geven ook schade. Is het dan niet ethisch om het juist wél te proberen? Laten we kijken naar de mogelijkheden.”
Onderwijl zou het bloedplasma van genezen coronapatiënten kunnen bijdragen aan een versnelde genezing van patiënten die nog ziek zijn. Of dat werkt, is ook nog altijd onduidelijk.
Dit artikel afdrukken
In een interview met de Volkskrant vertelt Hans Zaaijer, hoogleraar en senior onderzoeker bij Sanquin, dat immuniteit voor het coronavirus niet vanzelfsprekend is. Zelfs als je ziek bent geweest, bestaat de kans dat je slechts een kleine hoeveelheid antistoffen hebt opgebouwd. Of je bouwt de ‘verkeerde’ antistoffen op. Dan kun je het virus toch verspreiden. Toch zou de hoeveelheid mensen met antistoffen in een bepaald gebied een maat zijn voor de groepsimmuniteit. Om die reden test Sanquin samples van bloeddonoren.
Zo kan het nog twee jaar duren voordat groepsimmuniteit in Nederland wordt bereiktGroepsimmuniteit
In de periode van 10 tot 20 mei zijn ruim 7.000 bloeddonaties getest op corona-antistoffen. Hiervan testte 5,5% positief. Dat is een kleine stijging ten opzichte van vorige maand, toen 3% immuniteit werd gemeten.
Zaaijer: “We verwachtten een stijging van het percentage, omdat inmiddels meer donors hebben kunnen herstellen van een infectie en erna hebben kunnen doneren. De gevonden stijging is relatief klein, dat sluit aan bij wat de RIVM liet zien over de afnemende verspreiding van de infectie. De lockdown-maatregelen zijn effectief, waardoor minder mensen besmet zijn geraakt.” Dat klinkt als goed nieuws, maar is in het kader van groepsimmuniteit toch teleurstellend. Om het coronavirus middels groepsimmuniteit in te dammen, moet minstens 60% van een populatie antistoffen hebben. Zaaijer: “Zo kan het nog twee jaar duren voordat groepsimmuniteit in Nederland wordt bereikt.” Tegen BNR zegt hij: “We moeten op twee manieren met dit virus omgaan: we moeten zo snel mogelijk naar een actieve maatschappij, met een veilige manier van met elkaar omgaan - ik denk dat er veel meer mogelijk is dan we denken. Én: we moeten hopen op dat vaccin.”
In Zweden werden veel minder strenge coronamaatregelen genomen. Een gecontroleerde verspreiding van het coronavirus zou snel leiden tot groepsimmuniteit. Het land zou daardoor minder sterk afhankelijk zijn van de ontwikkeling van het vaccin. Met behulp van bloedmonsters uit verschillende regio’s werd eind april gecontroleerd hoe het staat met de immuniteit. Verwachtingsvol keek de hele wereld toe. In de praktijk bleek in Stockholm 7,3% corona-antistoffen te hebben. In de regio Skåne had 4,2% corona-antistoffen en in de regio Västra Götaland slechts 3,7%.
Het verschil tussen Nederland, met zijn intelligente lockdown, en Zweden, zonder lockdown is erg klein. Maar, wat zegt dat? We weten immers nog helemaal niet hoe lang iemand daadwerkelijk immuun is, mocht deze persoon antistoffen hebben. Dat beaamt ook Zaaijer: “We zien vaker bij luchtwegvirussen dat immuniteit niet erg lang aanhoudt.” Het lijkt erop alsof we toch afhankelijk zijn van een coronavaccin.
Immuniteitspaspoort
Sommige landen, waaronder Chili, Duitsland, Amerika en het Verenigd Koninkrijk, zien niettemin toekomst in een ‘immuniteitspaspoort’, een papiertje dat aangeeft dat je besmet bent geweest met het coronavirus. De WHO waarschuwt dat dit geen goed idee is. Juist vanwege de vele onzekerheden omtrent het coronavirus.
De Telegraaf sprak met viroloog Bert Niesters van het UMCG. Hij vindt het immuniteitscertificaat een goed idee. “Ik ben er wel voorstander van, ook al geeft het geen garantie op immuniteit. […] Eigenlijk zeg je met zo’n papiertje dat je op dat moment niet besmettelijk bent, omdat je het net hebt doorgemaakt.”
Ook Zaaijer geeft in de Volkskrant aan dat we niet zouden moeten afwachten op groepsimmuniteit, maar de beperkte immuniteit – nu al – slim moeten inzetten. “Natuurlijk moet je altijd uitgaan van het voorzorgsprincipe en risico’s zo veel mogelijk mijden, maar we zitten in een noodsituatie. Alle problemen in de ziekenhuizen en verpleeghuizen geven ook schade. Is het dan niet ethisch om het juist wél te proberen? Laten we kijken naar de mogelijkheden.”
Onderwijl zou het bloedplasma van genezen coronapatiënten kunnen bijdragen aan een versnelde genezing van patiënten die nog ziek zijn. Of dat werkt, is ook nog altijd onduidelijk.
Nog 3
Je hebt 0 van de 3 kado-artikelen gelezen.
Op 5 mei krijg je nieuwe kado-artikelen.
Op 5 mei krijg je nieuwe kado-artikelen.
Als betalend lid lees je zoveel artikelen als je wilt, én je steunt Foodlog
Lees ook
Wat is er nu aan de hand? Als het virus zich breed verspreid heeft (zoals in Brabant het geval lijkt - weten doen we het niet omdat het niet gemeten is), dan zou je een hoger percentage mensen met antistoffen verwachten. Of is er iets anders aan de hand? Theoretisch denkbaar is dat de afweer via het cellulaire afweersysteem plaatsvindt en daarom niet serologisch (antistoffen in het bloed) te meten is. Ook denkbaar is dat antistoffen snel weer verdwijnen.
Ik weet het niet. Het zijn maar vragen, want it puzzles me en kan er niet bij. Frank van Berkum en Catherine J. de Jong, zijn het zinvolle vragen?
Zover ik mijn immunologie nog weet: Een van de problemen is het feit dat de corona virussen zich via het slijmvlies en luchtkanaal (upper respiratory tract) vestigen. Om hier een goede imuumrespons te krijgen is moeilijk (technisch gesproken is dit immer nog buiten het menselijk lichaam). Ook de afweer respons is hierdoor anders en zwakker/moeilijker op te wekken. Pas bij uitbraak van ziekte krijg je veel interne verspreiding in het lichaam en een sterke response van het imuumsysteem (Dit kan mogelijk ook verschillen tussen mensen en sterkte van reactie verklaren).
Om een sterke geheugen respons te verkrijgen moet het imuumsysteem op de juiste wijze geprikkeld worden wat bij deze infectieroute een stuk moeilijker is. Vaak verdwijnt de immuniteit ook weer snel (enkele maanden), zoals bij reguliere verkoudheidsvirusses en kun je enkele maanden later weer geinfecteerd worden. Hoelang dit al circuleert weten we eigenlijk ook niet goed.
De vaccins proberen het geheugen op te bouwen, zodat het lichaam snel reageert op de indringer, en dan pas antistoffen gaat maken. Deze moeten nog wel op de juiste plaats terecht komen wat ook moeilijk is
Arend, dank voor het gebruik van het het woord immunologie! Ik zou de vraag in #1 graag ook stellen aan immunoloog en onvolprezen kritische denker Harry Wichers.
Uit wetenschappelijke (en professionele) interesse volgt ik COVID19 sinds februari. Voor voedselproducenten (en fabrieken) is het altijd van belang om te weten of virussen een risico zijn en hoe verspreiding plaatsvind. Ikzelf heb heel wat avonduurtjes lectuur zitten lezen en zelf wat zitten rekenen en data zitten combineren. Wat ik vooral opvallend (vreemd!) heb gevonden, is dat virologen als de experts worden gezien, terwijl het eigenlijk gaat over dispersie, verspreiding etc. De meeste virologen (en microbiologen) die ik ken weten veel van 'het virus', 'de opbouw', 'hoe een virus zich kan vermenigvuldigen' en DNA/RNA achtige zaken. Een pandemie heeft veel meer te maken met fysica van verspreiding en besmettingen. Eerder dus numerieke epidemiologie.
Enfin, Ook medische kant is interessant, daar voel ik me een hobbyist in, al probeer ik vergelijkingen te maken met wat ik weet rondom voedselveiligheid en microbiologie.
Vanuit voedselveiligheid weet ik wel het nodige van DNA/RNA achtige onderzoeksmethodes. Met een bekend kennisinstelling heb ik ooit een project gedaan waarin we ons richte op:
1- snel heel veel brokjes RNA/DNA analyseren zodat je kunt zien welke bacterieren er in voedsel zitten.
2- effect van monstername. Pathogen kom je in zelden voor, en in lage concentraties. Hoegroot moet je monster zijn, etc. etc.
3- bekijken of je ook kwalitatief iets met deze data kunt,
4- of je onderscheid kunt maken tussen dood en levend.
Waarom ik dit benoem? Omdat 2 & 3 mislukt zijn. Alleen 1 lukte.
Nu bij Corona heb ik een deja-vu. DNA/RNA inzetten is levenslink:
- heb je te maken met een restje virus of is het een virus-deeltje dat zich nog actief is.
- wat is de kans dat je met een neusswap geen DNA/RNA oppakt? Het gaat immers om een virus dat waarschijnlijk vooral diep in de longen aanwezig is, althans daar voor een ziekte/sterfte kan gaan zorgen. Bovenin de neus op de huid behoort immers tot het 'extern' milieu'.
Vanuit de voedselwereld / voedselveiligheidswereld ben ik daarom zeer terughoudend met de inzet van DNA/RNA methodes als onderdeel van HACCP. Er is een uitzondering, RNA swaps om te bekijken of reiniging van machines goed heeft kunnen plaatsvinden.
Dan bloedwaardes. We hebben drie of vier lagen van "defense" in ons lichaam. Uiteindelijk ook een geheugen met anti-lichamen. Van de eerdere corona virussen hebben we kunnen leren dat anti-lichamen 1 tot 3 jaar in ons bloed te meten zijn (althans daar heb ik de nodige artikelen over gelezen). Hoe dat voor COVID19 is? Ik denk dat niemand dat weet. Mijn klassieke wetenschappelijke opleiding zegt me wel dat anti-lichamen testen misschien wel een hardere meetmethode is dan neus-swaps en testen op DNA/RNA. En sterfte is ook een hard eindpunt.
Terug naar COVID19, ik ben helemaal in verwarring rondom testmethodes zowel de neus-swaps, als de anti-lichaam testen. Hoe zit het met false-positives, hoe zit het met false-negatives. Maar om nu alles ter discussie te stellen? We weten dat er mensen dood gaan, en dat het virus best 'vervelend' is. Ikzelf schat de IFR in op 0,5 tot 0,8, en dat is groter dan griep. En mijn eigen schattingen van 6-9% besmetting liggen in de orde-grootte van Sanquin, dat weer wel.
COVID19 is toch echt een long-virus, en daarom vind ik de aerosol en superspreadevents de meest logische verklaring voor de pandemie. Ik durf echt mijn ouders wel een knuffel te geven (zeker tijdens een rondje buiten in het bos). Gisteren in New York Times:
https://www.nytimes.com/2020/06/02/opinion/coronavirus-superspreaders.html
Tenslotte, ik geloof dat we dus vooral ook nadruk moeten leggen op versterking van ons eigen (basis) immuunsysteem. Rust, bewegen (ga naar buiten!) en misschien ook zink en vitamine D. C lijkt me altijd goed. Hier horen we van de officiële instanties weer veel te weinig over.
Inzet van bloedplasma? In Turkije wordt dit op grotere schaal gedaan en de resultaten lijken positief. Ook vanuit Belgie zijn er enkele succesvolle voorbeelden in de openbaarheid gekomen.