In het tweede deel van het #foodfriend-debat over de toekomst van landbouw en voeding gaat een ‘panel van vier’ dieper in op de observaties van Herman Wijffels, die op 12 mei op Foodlog verscheen. Boer, wetenschapper, journalist en een jongerenvertegenwoordiger plaatsen hun observaties bij ‘gezondheid’ als landbouwparadigma van de toekomst. Waar zit de speelruimte voor verandering? Gaat het om landbouw of om ruimtelijke ordening? Hoe gaan we de schuldenlast van de landbouw oplossen? Hebben we niet een heel andere grondpolitiek nodig?
Deelnemers aan het tweede #foodfriend-gesprek zijn Alex Datema, voorzitter van BoerenNatuur en melkveehouder in Beerta; wetenschapper Melanie Peters, directeur van het Rathenau Instituut; Lianne de Bie, directeur van Slow Food Youth Network NL (SFYN); Dick Veerman, filosoof en hoofdredacteur van Foodlog; en Herman Wijffels, o.a. emeritus hoogleraar Duurzaamheid en Maatschappelijke Verandering aan de UU. Het gesprek wordt als vanouds geleid door Felix Rottenberg met bijdragen van organisatoren Wouter van der Weijden en Bert van Ruitenbeek.
Gezonde leefstijl en Green Deal
Felix Rottenberg opent het gesprek met enkele belangrijke nieuwtjes. Ten eerste hebben 1.600 Nederlandse artsen en zorgmedewerkers opgeroepen om meer werk te maken van een gezonde levensstijl, omdat juist mensen met leefstijlziekten zoals diabetes-II een sterk verhoogd risico lopen in de coronacrisis. De werking van het menselijk immuunsysteem is nauw verbonden met voeding, stellen de briefschrijvers. Microbiologie en de bodem spelen daarbij een cruciale rol, kwam al eens naar voren in een #foodfriend-debat.
Ten tweede is er het voorstel van EU-Commissaris Frans Timmermans om de Green Deal aan te scherpen en het areaal biologische landbouw in tien jaar tijd naar 25% te brengen. Nederland zit nu op 4,1% en flink onder het Europees gemiddelde, net als in andere duurzaamheidslijstjes. In de Green Deal wil Timmermans ook de btw op gezonde en duurzame producten (zoals groente en fruit) verlagen.
Herman Wijffels ziet een duidelijke bevestiging in deze ontwikkelingen: “Gezondheid moet het ordenend principe worden in het landbouw- en voedselsysteem. Gezondheid van de bodem, van de productiemethode en van de voeding zelf. Maar dat kan alleen slagen als we bereid zijn boeren te belonen voor hun inspanningen.”
Alex Datema, voorzitter van BoerenNatuur en gangbaar melkveehouder, wil dat als boer maar al te graag: “We moeten af van het idee dat ik alleen vlees en melk produceer. Ik produceer ook landschap, biodiversiteit en kan zelfs een bijdrage leven aan het klimaat. Maar wij proberen nu alles te vergoeden via de melkprijs. Dat werkt niet op de wereldmarkt.”
Schijntegenstelling
Als het landbouwsysteem moet veranderen, is de eerste vraag: hoe krijg je boeren mee? Volgens Datema spelen de media nu een grote rol in het creëren van tegenstellingen. Dat is het best op te lossen met meer dialoog, ook tussen boeren onderling. Datema is zelf bij een stikstof-actieclub langs geweest om zijn groene beeld van de landbouw van de toekomst neer te zetten. “Dan ontstaat er een boeiend gesprek. De toenadering zit in de gedeelde passie voor het boer zijn.”
Melanie Peters, directeur van het Rathenau Instituut, denkt dat de strijd over de stikstofcijfers tussen boeren en RIVM de echte achterliggende discussie maskeert. Om daar voorbij te komen hebben we een groter plaatje nodig over de toekomst van onze landbouw in Nederland. En daarin is het volgens Peters ook heel belangrijk om vanuit de geopolitieke verhoudingen te kijken hoe we Europees onze voedselzekerheid organiseren.
Boeren onder druk
Lianne de Bie, directeur van Slow Food Youth Network NL (SFYN), vertelt dat de jonge boeren in dit netwerk allemaal de noodzaak van stikstofbeleid en klimaatbeleid inzien. Maar een fundamentele verandering, die boeren de mogelijkheid zou geven om hierin mee te gaan, ontbreekt. “Een gezonde prijs voor de boer, voor wat hij produceert, is er niet. Er komen alleen regels en bureaucratie bij. De macht van geld daarin is frustrerend.”
De noodzaak van meer dialoog
Organisator Bert van Ruitenbeek vat het nog eens samen: boeren en burgers kunnen elkaar prima vinden als ze met elkaar aan tafel gaan zitten en praten over waarden. Maar de systemen en de daaraan gekoppelde lobbykracht zitten in de weg.
Herman Wijffels ziet wel mogelijkheden in de G1000-formule: “De wensen van burgers en boeren overlappen elkaar in belangrijke mate. Het zou nuttig zijn als er een gestructureerde dialoog tot stand komt, waardoor de boer ook de maatschappelijke waardering gaat ervaren waar hij behoefte aan heeft.” Hij meldt dat er op dit moment een Nederlands initiatief is een G1000 op te zetten volgens het format van denker en schrijver David Van Reybrouck. Op enkele plekken in Europa levert deze aanpak, die ingelote burgers laat meedenken en -praten over besluitvorming, goede resultaten, maar Nederland loopt ermee achter. Van Reybrouck vertelde recent op tv dat Macron er in Frankrijk serieus mee aan de slag is.
Dialoog kan stuklopen op financiële belangen
Veerman wijst erop dat zo’n dialoog weliswaar mensen kan verbinden op waarden, maar al snel kan stuklopen op gevestigde financiële belangen. “In de afgelopen decennia zijn grote investeringen in de landbouw gedaan, die niet meer terugverdiend kunnen worden. Wie gaat dat verlies nemen?” De Raiffeisen-Boerenleenbank misschien? Met name de hoge grondprijzen geven een enorme schuldenlast en zetten boeren vast, beaamt Alex Datema. “Dan kun je niet extensiveren of inzetten op gezondheid voor burger en boer.”
Herman Wijffels stelt dat Gerrit Zalm flink aan het probleem heeft bijgedragen door eind jaren ’90 de pachtwetgeving te liberaliseren. Hij wijst hoopvol op kleinschalige initiatieven zoals Herenboeren of Stichting BD Grondbeheer, die grond uit de markt halen om haar aan boeren beschikbaar te stellen.
EU moet tegenkracht bieden in geopolitiek spel
Peters komt terug op de geopolitieke belangen: “Nu denken Nederlandse boeren dat ze spekkoper zijn omdat er veel vraag uit China is naar varkensvlees. Maar over drie jaar hebben de Chinezen alles weer opgebouwd, stort de markt hier in en komen de Chinezen de boel opkopen.”
Van de EU en de Green Deal moet volgens haar de tegenkracht komen. Het hands-off beleid van de Nederlandse overheid moet afgelopen zijn, want grond en landbouw is de basis van onze samenleving. Van grote bedrijven als Shell, waar Peters voor heeft gewerkt, kunnen we niet veel verwachten. “De organiserende kracht van bedrijven is enorm, veel groter dan die van overheden. Maar aandeelhouders hoeven zich nooit publiek te verantwoorden en hebben een ander belang.”
Wijffels zegt het niet hardop, maar suggereert wel dat Rabobank een deel van het verlies moet nemen: “Bepaalde posities die in afgelopen decennia zijn ontstaan, zijn onhoudbaar. Partijen moeten concessies doen om dat op te lossen.”
Het grote gesprek
Veerman dringt aan op een grote herbezinning. De landbouwcrisis is al decennia gaande en als je het serieus wil aanpakken, moet je breder kijken dan landbouw. “Het is een vraagstuk van ruimtelijke ordening. Dan moet je alle stakeholders bij elkaar halen en de vraag stellen: hoe wil je de Nederlandse samenleving inrichten. Maar nu gebeurt dat grote gesprek niet. Dus het blijft rommelen.”
Datema valt Veerman bij: “Je moet niet naar landbouw kijken, maar naar gebieden, met alles wat daarin gebeurt. Daar moet het gesprek plaatsvinden. De landbouw wordt dan ingebed in het overige dat er plaatsvindt. Nu wordt nooit de fundamentele vraag gesteld hoeveel landbouwgrond en natuur we willen hebben. Door een nieuwe subsidieregeling worden landbouwgronden nu ineens opgekocht om er zonneweiden van te maken. Maar de vraag of burgers dat willen, wordt niet gesteld.”
Organisator Wouter van der Weijden stelt dat we back to basics moeten: naar de relatie mens-mens en de relatie mens-natuur. Bij de eerste gaat het onder meer om de dialoog tussen boeren en burgers, bijvoorbeeld in een G1000 over ruimtelijke ordening. Bij de tweede relatie gaat het om het besef dat 7,7 miljard mensen ieder door een navelstreng zijn verbonden met de natuur. Zo krijgen we voedsel binnen, maar soms ook een levensgevaarlijk virus. “De les van Corona is dat de natuur niet met zich laat spotten. Als we de natuur niet meenemen in onze plannen, komen we niet verder.” Lianne de Bie is het er helemaal mee eens: “Het gaat niet alleen over ruimtelijke ordening, het gaat om waarden.”
Wijffels sluit welluidend af: “We zijn aardlingen en we moeten weer conform dat feit leren leven. De boer is de eerste bemiddelaar tussen de aarde en de natuur en de gezondheid van mensen. Mijn droom voor de toekomst van de landbouw is dat die plek in ons maatschappelijk bestel weer nadrukkelijk gevuld gaat worden door boeren die de toekomst willen vormgeven.”
Klik op het 4-hoekje rechtsonder om het gesprek Full Screen te bekijken
Dit artikel afdrukken
Gezonde leefstijl en Green Deal
Felix Rottenberg opent het gesprek met enkele belangrijke nieuwtjes. Ten eerste hebben 1.600 Nederlandse artsen en zorgmedewerkers opgeroepen om meer werk te maken van een gezonde levensstijl, omdat juist mensen met leefstijlziekten zoals diabetes-II een sterk verhoogd risico lopen in de coronacrisis. De werking van het menselijk immuunsysteem is nauw verbonden met voeding, stellen de briefschrijvers. Microbiologie en de bodem spelen daarbij een cruciale rol, kwam al eens naar voren in een #foodfriend-debat.
Ten tweede is er het voorstel van EU-Commissaris Frans Timmermans om de Green Deal aan te scherpen en het areaal biologische landbouw in tien jaar tijd naar 25% te brengen. Nederland zit nu op 4,1% en flink onder het Europees gemiddelde, net als in andere duurzaamheidslijstjes. In de Green Deal wil Timmermans ook de btw op gezonde en duurzame producten (zoals groente en fruit) verlagen.
Herman Wijffels ziet een duidelijke bevestiging in deze ontwikkelingen: “Gezondheid moet het ordenend principe worden in het landbouw- en voedselsysteem. Gezondheid van de bodem, van de productiemethode en van de voeding zelf. Maar dat kan alleen slagen als we bereid zijn boeren te belonen voor hun inspanningen.”
Alex Datema, voorzitter van BoerenNatuur en gangbaar melkveehouder, wil dat als boer maar al te graag: “We moeten af van het idee dat ik alleen vlees en melk produceer. Ik produceer ook landschap, biodiversiteit en kan zelfs een bijdrage leven aan het klimaat. Maar wij proberen nu alles te vergoeden via de melkprijs. Dat werkt niet op de wereldmarkt.”
Schijntegenstelling
Als het landbouwsysteem moet veranderen, is de eerste vraag: hoe krijg je boeren mee? Volgens Datema spelen de media nu een grote rol in het creëren van tegenstellingen. Dat is het best op te lossen met meer dialoog, ook tussen boeren onderling. Datema is zelf bij een stikstof-actieclub langs geweest om zijn groene beeld van de landbouw van de toekomst neer te zetten. “Dan ontstaat er een boeiend gesprek. De toenadering zit in de gedeelde passie voor het boer zijn.”
Melanie Peters, directeur van het Rathenau Instituut, denkt dat de strijd over de stikstofcijfers tussen boeren en RIVM de echte achterliggende discussie maskeert. Om daar voorbij te komen hebben we een groter plaatje nodig over de toekomst van onze landbouw in Nederland. En daarin is het volgens Peters ook heel belangrijk om vanuit de geopolitieke verhoudingen te kijken hoe we Europees onze voedselzekerheid organiseren.
Boeren onder druk
Lianne de Bie, directeur van Slow Food Youth Network NL (SFYN), vertelt dat de jonge boeren in dit netwerk allemaal de noodzaak van stikstofbeleid en klimaatbeleid inzien. Maar een fundamentele verandering, die boeren de mogelijkheid zou geven om hierin mee te gaan, ontbreekt. “Een gezonde prijs voor de boer, voor wat hij produceert, is er niet. Er komen alleen regels en bureaucratie bij. De macht van geld daarin is frustrerend.”
De oplossing zie ik eerder uit Brussel komen dan uit Den HaagDick Veerman, hoofdredacteur Foodlog, sluit aan. Hij vertelt hoe Nederlandse boeren van oudsher uitblonken in hoge productie. In de jaren ’80 werd de keerzijde duidelijk: overproductie en vervuiling. Sinds de jaren negentig van de vorige eeuw is de overheid de boeren meer en meer gaan “pesten met regels”, met het idee: dan lost de markt het wel op. “Maar de markt heeft het niet opgelost en nu zitten we nog steeds in de fase van rommelen. De oplossing zie ik eerder uit Brussel komen dan uit Den Haag.”
De noodzaak van meer dialoog
Organisator Bert van Ruitenbeek vat het nog eens samen: boeren en burgers kunnen elkaar prima vinden als ze met elkaar aan tafel gaan zitten en praten over waarden. Maar de systemen en de daaraan gekoppelde lobbykracht zitten in de weg.
Herman Wijffels ziet wel mogelijkheden in de G1000-formule: “De wensen van burgers en boeren overlappen elkaar in belangrijke mate. Het zou nuttig zijn als er een gestructureerde dialoog tot stand komt, waardoor de boer ook de maatschappelijke waardering gaat ervaren waar hij behoefte aan heeft.” Hij meldt dat er op dit moment een Nederlands initiatief is een G1000 op te zetten volgens het format van denker en schrijver David Van Reybrouck. Op enkele plekken in Europa levert deze aanpak, die ingelote burgers laat meedenken en -praten over besluitvorming, goede resultaten, maar Nederland loopt ermee achter. Van Reybrouck vertelde recent op tv dat Macron er in Frankrijk serieus mee aan de slag is.
Dialoog kan stuklopen op financiële belangen
Veerman wijst erop dat zo’n dialoog weliswaar mensen kan verbinden op waarden, maar al snel kan stuklopen op gevestigde financiële belangen. “In de afgelopen decennia zijn grote investeringen in de landbouw gedaan, die niet meer terugverdiend kunnen worden. Wie gaat dat verlies nemen?” De Raiffeisen-Boerenleenbank misschien? Met name de hoge grondprijzen geven een enorme schuldenlast en zetten boeren vast, beaamt Alex Datema. “Dan kun je niet extensiveren of inzetten op gezondheid voor burger en boer.”
Herman Wijffels stelt dat Gerrit Zalm flink aan het probleem heeft bijgedragen door eind jaren ’90 de pachtwetgeving te liberaliseren. Hij wijst hoopvol op kleinschalige initiatieven zoals Herenboeren of Stichting BD Grondbeheer, die grond uit de markt halen om haar aan boeren beschikbaar te stellen.
EU moet tegenkracht bieden in geopolitiek spel
Peters komt terug op de geopolitieke belangen: “Nu denken Nederlandse boeren dat ze spekkoper zijn omdat er veel vraag uit China is naar varkensvlees. Maar over drie jaar hebben de Chinezen alles weer opgebouwd, stort de markt hier in en komen de Chinezen de boel opkopen.”
Van de EU en de Green Deal moet volgens haar de tegenkracht komen. Het hands-off beleid van de Nederlandse overheid moet afgelopen zijn, want grond en landbouw is de basis van onze samenleving. Van grote bedrijven als Shell, waar Peters voor heeft gewerkt, kunnen we niet veel verwachten. “De organiserende kracht van bedrijven is enorm, veel groter dan die van overheden. Maar aandeelhouders hoeven zich nooit publiek te verantwoorden en hebben een ander belang.”
Wijffels zegt het niet hardop, maar suggereert wel dat Rabobank een deel van het verlies moet nemenRottenberg doet een voorzichtige poging om Wijffels aan de tand te voelen over zijn rol in het beleid van Rabobank en de opgebouwde schuldenlast van boeren. Hij is er immers jarenlang voorzitter geweest. Waarom heeft Rabobank nooit het voortouw genomen in verduurzaming? Wijffels wijst erop dat hij er al 21 jaar weg is. Volgens hem willen boeren zelf opschalen en investeren in productiemaximalisatie, en moet Rabobank als coöperatieve bank daarin wel meegaan. “Toen het melkquotum in 2015 werd afgeschaft, heb ik met Wouter van der Weijden en Cees Veerman artikelen geschreven om te zorgen dat de melkveehouderij grondgebonden blijft. Maar Rabobank heeft gewoon meegelopen met de melkveehouders.”
Wijffels zegt het niet hardop, maar suggereert wel dat Rabobank een deel van het verlies moet nemen: “Bepaalde posities die in afgelopen decennia zijn ontstaan, zijn onhoudbaar. Partijen moeten concessies doen om dat op te lossen.”
Het grote gesprek
Veerman dringt aan op een grote herbezinning. De landbouwcrisis is al decennia gaande en als je het serieus wil aanpakken, moet je breder kijken dan landbouw. “Het is een vraagstuk van ruimtelijke ordening. Dan moet je alle stakeholders bij elkaar halen en de vraag stellen: hoe wil je de Nederlandse samenleving inrichten. Maar nu gebeurt dat grote gesprek niet. Dus het blijft rommelen.”
Datema valt Veerman bij: “Je moet niet naar landbouw kijken, maar naar gebieden, met alles wat daarin gebeurt. Daar moet het gesprek plaatsvinden. De landbouw wordt dan ingebed in het overige dat er plaatsvindt. Nu wordt nooit de fundamentele vraag gesteld hoeveel landbouwgrond en natuur we willen hebben. Door een nieuwe subsidieregeling worden landbouwgronden nu ineens opgekocht om er zonneweiden van te maken. Maar de vraag of burgers dat willen, wordt niet gesteld.”
Organisator Wouter van der Weijden stelt dat we back to basics moeten: naar de relatie mens-mens en de relatie mens-natuur. Bij de eerste gaat het onder meer om de dialoog tussen boeren en burgers, bijvoorbeeld in een G1000 over ruimtelijke ordening. Bij de tweede relatie gaat het om het besef dat 7,7 miljard mensen ieder door een navelstreng zijn verbonden met de natuur. Zo krijgen we voedsel binnen, maar soms ook een levensgevaarlijk virus. “De les van Corona is dat de natuur niet met zich laat spotten. Als we de natuur niet meenemen in onze plannen, komen we niet verder.” Lianne de Bie is het er helemaal mee eens: “Het gaat niet alleen over ruimtelijke ordening, het gaat om waarden.”
Wijffels sluit welluidend af: “We zijn aardlingen en we moeten weer conform dat feit leren leven. De boer is de eerste bemiddelaar tussen de aarde en de natuur en de gezondheid van mensen. Mijn droom voor de toekomst van de landbouw is dat die plek in ons maatschappelijk bestel weer nadrukkelijk gevuld gaat worden door boeren die de toekomst willen vormgeven.”
Klik op het 4-hoekje rechtsonder om het gesprek Full Screen te bekijken
Dit panelgesprek is het tweede van een dubbel tweeluik in het kader van It’s the food, my friend. De vorige keer ging het gesprek met Herman Wijffels wederom over 'de speelruimte voor veranderingen in ons voedselsysteem'.
Het volgende debat in deze elfde jaargang van It’s the food, my friend zal online op Foodlog plaatsvinden vanaf 13 juni, met het thema Klimaatneutrale landbouw in 2050. De sprekers zijn prof. Rogier Schulte (WUR) en Gert Jan van den Born (PBL).
Partners
Slow Food Youth Network (SFYN) Transitiecoalitie Voedsel Rode Hoed
Mediapartner
Foodlog.nl
Deze debatserie wordt mede mogelijk gemaakt door
Agrifirm Did-it Rabobank Royal Cosun Timeli Triodos Foundation
Het volgende debat in deze elfde jaargang van It’s the food, my friend zal online op Foodlog plaatsvinden vanaf 13 juni, met het thema Klimaatneutrale landbouw in 2050. De sprekers zijn prof. Rogier Schulte (WUR) en Gert Jan van den Born (PBL).
Partners
Mediapartner
Foodlog.nl
Deze debatserie wordt mede mogelijk gemaakt door
Nog 3
Je hebt 0 van de 3 kado-artikelen gelezen.
Op 5 april krijg je nieuwe kado-artikelen.
Op 5 april krijg je nieuwe kado-artikelen.
Als betalend lid lees je zoveel artikelen als je wilt, én je steunt Foodlog
Lees ook
Ik denk dat het behulpzaam kan zijn om voor het volgende gesprek ook kennis te nemen van het in 2018 afgeronde proefschrift van Meino Smit genaamd: De duurzaamheid van de Nederlandse Landbouw.
In dit proefschrift wordt aandacht besteed aan oa de directe maar ook de indirecte input van energie, arbeid en ruimte in de huidige landbouw.
Meino Smit laat zien dat we enorm veel beslag leggen op grond buiten Nederland. Tevens is de input van energie benodigd per eenheid product voor de huidge landbouwproductie enorm verhoogd in de periode van 1950 tot 2015. De energie balans van output/ input is dus veel lager geworden. De huidige langbouwproductie kost nu veel meer energie dan het opbrengt.
Om de klimaat doelstelling te behalen van ca 90% emissie reductie van broeikasgassen tov 1990 in 2050, zal de input van energie per productie-eenheid enorm verlaagd moeten worden. En hoe gaan we dat doen ?
Meino stelt oa voor om vooral kapitaalgoederen te vervangen door menselijke arbeid.
Zijn proefschrift is veel breder dan dit aspect, en gaat ook in op bv het sluiten van grondstof stromen in de samenleving. Ook iets wat veel aandacht zou moeten verdienen.
#interessant! Heeft Meino Smit hierbij nog gekeken naar verschillende vormen van landbouw?
Die Meino Smit is hier op Fl al een paar keer gepasseerd, maar daar werd verder niet echt op ingehaakt. Idee waarom niet? Suggestie: te ver van ons bed, teveel aan goedkope energie verslaafd.
Meino Smit schetst de kenmerken van een meer duurzame landbouw. Dat kan op verschillende manieren ingevuld worden.
Één van de aspecten is het enorme directe en indirecte gebruik van fossiele energie in de huidige Nederlandse landbouw. In 1950 ging de landbouw veel efficienter om met fossiele energie.
Dat is in ieder geval een belangrijk basis kenmerk van een meer duurzame landbouw.
Enkele andere basispunten zijn al veel vaker op oa dit forum naar voren gekomen:
- een gezonde bodem die voldoende nutriënten bevat voor productie, maar niet teveel , want dan lekken de nutriënten naar grondwater en oppervlakte water, en veroorzaken daar ecologische problemen.
- zoveel mogelijk circulatie van nutriënten, afgevoerde nutriënten via consumptie weer terug naar het land.
- Vermijden van mestoverschotten door het drastisch verminderen van veeteelt in Nederland en de import van veevoer uit andere landen.
- locale productie beperkt gesleep met voedsel en daarmee transportkosten en maakt circulatie van nutriënten eenvoudiger.
- locale productie, maar ook internationale uitwisseling van producten lijkt noodzakelijk om de weerbaarheid van de productie te vergroten. Bij locale tegenslag van oogsten bijvoorbeeld, is het belangrijk om van elders producten te kunnen inkopen.
- hoe verdelen we de ruimte ? Daar is al veel over nagedacht door rijksbouwmeester Floris van Alkemade en zijn collega's. Floris heeft een mooi boekje daarover geschreven " de toekomst van Nederland, de kunst van richting veranderen". Het sluit aan bij Panorama Nederland (zie collegevanrijksadviseurs.nl).
Naast een ruimtelijke toekomstschets van Nederland zou een meer inhoudelijke toekomstschets van de Nederlandse en wellicht Europese landbouw geschreven door mensen met ervaring en kennis heel interessant zijn denk ik. Een uitnodigend toekomstbeeld van een gezonde duurzame landbouw waar we naartoe kunnen werken.
Belangrijk dat dit soort gesprekken plaatsvinden: met kennis van zaken, vanuit waarden en gemeenschappelijke belangen geredeneerd, en breder dan landbouw. Piet Hermus nam eerder het initiatief voor een type gesprek dat hier op lijkt.
Het lijkt me wel belangrijk dat als de conclusies uit deze gesprekken voldoende ‘uitgehard’ zijn, om de zeg twee-drie politici van landelijke partijen te betrekken, die redeneren vanuit uiteenlopende belangen, en 2-3 inhoudelijk sterke ambtenaren. Want die kunnen uit zichzelf dit gesprek niet voeren, zo blijkt bij herhaling. Maar uiteindelijk moeten wel politieke besluiten genomen worden.
Ik schrik af en toe van de “Haagse aanpak” die zelfs nu nog voorkomt: een plan parachuteren in de regio zonder die er op voor te bereiden. Recent was in ‘mijn’ Krimpenerwaard het College van Rijksadviseurs op bezoek, op verzoek van de minister van Landbouw. Zij hebben goede strategische adviezen en visies gemaakt, oa Panorama Nederland: een schets van hoe het buitengebied er in 2050 uit zou kunnen zien, met de toenemende ruimteclaims voor extensivering van de landbouw, groene energiewinning en uitbreiding woningbouw. En hoe je daar met planmatig onderzoek en ontwerpen zou kunnen komen. De minister heeft hen gevraagd hun ideeën uit te werken met boeren op het zand, in de klei en op het veen. En zo togen ze naar de Krimpenerwaard.
Maar voor onze boeren kwam dit uit de lucht vallen, het staat te ver van hun dagelijkse praktijk af en ze zijn nog aan het bekomen van de realisatie van 2250 ha Natuurnetwerk Nederland, op een vijfde van het landbouwareaal. Kortom, dat was een moeilijk gesprek, ik weet niet hoe het college het heeft ervaren, maar de boeren is het slecht bevallen.
De maatschappelijke groepen hebben de politiek nodig, maar de politiek kan ook niet zonder deze maatschappelijke initiatieven.
Ik denk dat er op drie 'niveaus' gesprekken nodig zijn: lokaal, wij doen dat hier in de Proeftuin Krimpenerwaard, landelijk tussen maatschappelijke organisaties zoals dit 'Grote gesprek', en in de politiek. En die dan aan elkaar knopen. Hele klus, maar lijkt me enige manier.