Na een jaar lijnen maakt het voor je lichaamsgewicht en bloeddruk niet meer uit welk dieet je volgt. Ze werken allemaal even goed of slecht. Dat is de uitkomst van een nieuwe ‘systematische review en netwerk meta-analyse’ van 121 gerandomiseerde trials met 21.942 patiënten. Het verslag van dit omvangrijke werk van 20 onderzoekers uit China, de Verenigde Staten, Canada en Zwitserland verscheen in het Britse medische vakblad BMJ.

Er werden gegevens over 17 verschillende diëten onderzocht. Drie waarin de samenstellingen van de macronutriënten varieerden en 14 (in de VS) bekende en commerciële diëten, van Atkins tot Zone, van Mediteranean tot Paleolitic en van Jenny Craig tot Rosemary Conley. Er waren aanmerkelijke verschillen in de effectiviteit van de diëten. Het ene dieet verlaagde de bloeddruk sterker dan alle andere, het andere dieet werkte beter bij het verliezen van gewicht. Na een half jaar was van die verschillen nog wel wat te zien, maar na een jaar niet meer.

De kans dat iemand met een BMI van 30 tot 35 door te gaan diëten en sporten weer een normaal gewicht bereikt is 1 op 210 voor mannen en 1 op 124 voor vrouwen
Normaal gewicht
Elk dieet kan gewichtsverlies en (dus) gezondheidswinst opleveren, maar alleen op voorwaarde dat je je eraan houdt. En vooral niet gaan smokkelen na een tijdje, want dan ben je zo weer op je oude gewicht. De kans dat iemand met een BMI van 30 tot 35 door te gaan diëten en sporten weer een normaal gewicht bereikt is 1 op 210 voor mannen en 1 op 124 voor vrouwen. Naarmate de BMI toeneemt, verkleint die kans aanzienlijk. Het lichaam wil dik zijn, niet dun.

Hoe teleurstellend ook, nieuws is het niet dat er niet één dieet uitspringt als het meest effectieve. Het wonderdieet bestaat immers niet. Een groots opgezet onderzoek als dat in de BMJ is daarom misschien een onzinnige onderneming. Omdat de uitkomst zo onspectaculair is en omdat weer bevestigd wordt wat uit veel andere studies al bekend was. Als zo’n grote diversiteit aan diëten zulke kleine onderlinge verschillen in uitkomsten oplevert, dan dient de vraag zich aan of de oplossing wel in de goede hoek gezocht wordt.

Zinnige stap
Gewicht verliezen is niet de enige reden om op dieet te gaan. Gezond eten is een belangrijke factor in het voorkomen van de zogenoemde welvaartsziekten: aandoeningen aan het systeem van hart- en bloedvaten, bepaalde soorten kanker en sommige neurodegeneratieve ziekten. Ook zonder veel gewichtsverlies is veranderen van eetgewoonten een zinnige stap. Anders gaan eten zonder per se te willen afvallen bevrijdt je ook van de druk die het regime van een dieet met zich meebrengt. Best mogelijk dat de overstap op voeding die minder caloriedicht is, meer nutriënten bevat en beter verzadigt, als bijeffect gewichtsverlies heeft.

Effecten op de gezondheid, los van gewichtsverlies, waren uiteraard altijd al onderwerp van onderzoek naar diëten. Maar de focus van de discussies over en studies naar de werking van diëten en eetgewoonten is de afgelopen tijd verlegt. Twee inzichten overheersen nu. De beste voeding is voor een groot deel plantaardig en voor een klein deel dierlijk. Verder bevat het zo veel mogelijk onbewerkte producten, waarin veel nutriënten maar weinig calorieën zitten. Vezels zijn onmisbaar en onverzadigde vetten verdienen de voorkeur. Daarnaast wordt ultra processed food als de nieuwe boosdoener gebrandmerkt.

De vaak felle voorstanders van zeer uiteenlopende diëten, van louter vet en vlees tot vegan, vinden elkaar in discussies op congressen en seminars in de consensus dat elk dieet plantaardige vezels moet bevatten
In zijn boek Fast Carbs, Slow Carbs – The Simple Truth About Food, Weight, and Disease
(hier besproken) signaleert David A. Kessler dat de vaak felle voorstanders van zeer uiteenlopende diëten, van louter vet en vlees tot vegan, elkaar in discussies op congressen en seminars vinden in de consensus dat elk dieet plantaardige vezels moet bevatten. Zelfs een zeer koolhydraatarm ketodieet. Wat was er (in 2010) nieuw aan het Nieuwe Atkinsdieet? De toevoeging van vezelrijke groentesoorten.

Nieuwe eisen
Het verleggen van de focus van gewichtsverlies naar gezondheidswinst stelt nieuwe eisen aan het onderzoek. Voor het meten van het effect op het gewicht van een dieet volstaat een weegschaal. Maar hoe meet je of het ene voedingspatroon beter is dan het andere, bijvoorbeeld ter voorkoming van hartkwalen? De laatste jaren is inzichtelijk geworden dat mensen verschillend op dezelfde maaltijden reageren. Door nieuwe technieken is het mogelijk beter in een andere hoek te kijken, die van het metaboloom. Zo heet de verzameling metabolieten, de reststoffen van de spijsvertering in het bloed, die als biomarkers afgelezen kunnen worden.

Dat gebeurt al met de buisjes bloed die afgetapt worden in het lab om LDL en glucose te bepalen. Maar door gensequentiebepaling, continue glucosemeting, verfijnde spectroscopie, bigdataverwerking en voorspellende algoritmen is het mogelijk dieper in het systeem te kijken. Wat er uiteindelijk na de stofwisseling in het lichaam achterblijft van voedingsstoffen is een veel preciezere maat dan de schatting van het effect van nutriënten in voeding en gemiddelde bloeduitslagen. Op die individuele nauwkeurigheid is het idee van de personalized nutrition gebaseerd, het geven van op maat gesneden voedingsadvies.

Fruit en groente
Door niet of niet alleen te kijken naar welke nutriënten er aan de voorkant ingaan, maar te meten wat die na verwerking in het bloed opleveren, is een aantal zwakke punten van voedingskundig onderzoek omzeild, zoals het gebruik van FFQ’s, food frequency questionnaires, vragenlijsten waarop deelnemers aan onderzoeken invullen wat ze gegeten hebben. Ook wat ze jaren geleden gegeten hebben. De meeste grote observationele studies zijn deels gebaseerd op data afkomstig uit het geheugen van deelnemers, dat – onnodig te zeggen – niet heel betrouwbaar is.

Een voorbeeld van nieuw onderzoek naar het metaboloom van diëten verscheen recent in de Annals of Internal Medicine. Daarvoor was aan de hand van gecontroleerde voedingsinterventies met veel fruit en groente gemeten welke biomarkers het risico op hart- en vaatziekten verlagen. Dat ging om bepaalde eiwitten en enzymen die in hogere concentraties bij hartpatiënten gezien worden en maatgevend zijn voor het risico op hart- en vaatziekten.

Metabole handtekening
Een nieuw begrip in dit onderzoeksterrein, ‘metabolomics’ geheten, is de metabole handtekening, de ‘metabolic signature’. In het verlengde van PREDIMED, het grote onderzoek naar het mediterrane dieet, en drie doorlopende Amerikaanse cohortonderzoeken, stelden Spaanse en Amerikaanse researchers een methode op om te kunnen rekenen met het metaboloom van het mediterrane dieet.

Het onderzoek, ‘The Mediterranean diet, plasma metabolome, and cardiovascular disease risk’ verscheen onlangs in het European Heart Journal.

Een lijst met 67 metabolieten uit het bloed van mensen die eten volgens het mediterrane dieet bepaalt hun individuele metabole handtekening. Die kan vergeleken worden met die van hartpatiënten. De vraag die de onderzoekers stellen is of zo’n metabole handtekening betrouwbare informatie geeft over het risico op hart- en vaatziekten. Zelf concluderen ze van wel.
Dit artikel afdrukken