Virussen maakten ons tot sociale soort. Stuwt angst ons nu naar eusocialiteit? Die vraag stelt Peter Jens, directeur van ANDbiopharma vanuit persoonlijke ervaringen en professionele overwegingen.
Met interesse volg ik de uitbraak van het nieuwe SARS-CoV-2 virus. Ik heb zelf wat ervaring met bacteriële infecties, sepsis, intensieve zorgen en de weg terug naar een nieuwe normaliteit. Na dat gevecht met bacteriën werd ik namens Koppert Biological directeur van een biopharma bedrijf dat toepassingen ontwikkelt op basis van DNA-zelfinhibitie.
Dat biologische principe zorgt ervoor dat een snelle populatietoename van willekeurig welk organisme zichzelf remt zodra gefragmenteerd extracellulair zelf-DNA zich in de populatie verspreidt en de celdeling of groei stopt of vertraagt. Dit mechanisme leidt tot nieuwe soort-specifieke antibiotica, wellicht zonder noemenswaardige bijwerkingen. Deze ontwikkelingen doen ons ook kijken naar eventuele natuurlijke negatieve feedback loops bij virusinfecties- en uitbraken.
We mogen daarom respect hebben voor virussen en het hoeft zeker niet te betekenen dat in de toekomst alles wat maar eng lijkt, zoals bacteriën, virussen en andere microorganismen, ons direct in de kramp duwt van een nieuwe “Reinheitskultur”. Toch begint het daarop te lijken met allerlei zinnige en onzinnige maatregelen rond de verspreiding van het nieuwe Coronavirus. Een virus “virusts”, niet meer en niet minder. Wij zijn de verspreiders, onze genetische apparatuur gaat ermee aan de slag. En aan het gedrag van het gezamenlijke “wij” lijkt nu gesleuteld te gaan worden op een manier die een antwoord geeft op een prangende vraag: wanneer ontstegen mieren, hommels, honingbijen en de naakte molrat nu eigenlijk socialiteit en werden ze eusociaal, de hoogste vorm van socialiteit?
Eusocialiteit, en ik citeer Wikipedia hier “is een sociale samenlevingsvorm die gekarakteriseerd wordt door overlappende generaties, coöperatieve broedzorg en gespecialiseerde reproductieve en non-reproductieve kasten. Eusocialiteit komt voor bij sommige soorten insecten, kreeftachtigen en zoogdieren.” Maar Wikipedia schrijft ook wat haastig: “Eusocialiteit dient niet verward te worden met het sociale gedrag bij gewervelde dieren waarbij hiërarchieën en taakverdelingen tijdens het broeden of de zorg voor jongen een belangrijke rol spelen.” De engelstalige wikipedia noemt eusocialiteit zelfs de hoogste vorm van socialiteit.
Stel nu dat overheden daadwerkelijk door ons in staat gesteld worden met chips en apps om al onze biologische informatie in real time te monitoren, te koppelen aan onze mentale capaciteiten, onze professionele kwaliteiten, onze ambities en roepingen, onze genetische opmaak en zowel aan onze geloofsopvattingen als onze kijk op de samenleving, is het dan niet voor te stellen dat we nu naar een nieuwe soort evolueren, zoals eerder in de geschiedenis? Tot een Homo Netflixiensis, of de Homo Distantianus? Een soort die door een centraal besturingscentrum geregeerd wordt, gekarakteriseerd door overlappende generaties, coöperatieve zorg en -broedzorg en gespecialiseerde (re-) productieve en (non-) productieve kasten? Zo’n samenleving zou lijken op de eusocialiteit van mieren, hommels en naakte woelratten. Dat zal dan nog zonder de haploiditeit zijn die het insectenrijk kent, een sexe-systeem waar een man geen vader heeft en geen zonen kan hebben, maar wél een opa en kleinzonen heeft. Tja, wie weet met welke oplossingen de toekomstig heersende vrouwen ons mannen op onze plaats zal zetten. Ons krimpende Y chromosoom belooft niet veel goeds voor de huidig heersende haantjes.
Dit artikel afdrukken
Dat biologische principe zorgt ervoor dat een snelle populatietoename van willekeurig welk organisme zichzelf remt zodra gefragmenteerd extracellulair zelf-DNA zich in de populatie verspreidt en de celdeling of groei stopt of vertraagt. Dit mechanisme leidt tot nieuwe soort-specifieke antibiotica, wellicht zonder noemenswaardige bijwerkingen. Deze ontwikkelingen doen ons ook kijken naar eventuele natuurlijke negatieve feedback loops bij virusinfecties- en uitbraken.
Aan het gedrag van het gezamenlijke “wij” lijkt nu gesleuteld te gaan worden op een manier die een antwoord geeft op een prangende vraag: wanneer ontstegen mieren, hommels, honingbijen en de naakte molrat nu eigenlijk socialiteit en werden ze eusociaal, de hoogste vorm van socialiteit?Een fundamentele theorie zegt dat de eerste eencelligen door een virus-infectie zich tot meercelligen konden ontwikkelen. Een serie van zulke virale invasies creëerde steeds meer complexe functionaliteiten en stond zelfs aan de wieg van de moderne mens . Een vroege virale infectie leverde ons ook het vermogen om te herinneren op.
We mogen daarom respect hebben voor virussen en het hoeft zeker niet te betekenen dat in de toekomst alles wat maar eng lijkt, zoals bacteriën, virussen en andere microorganismen, ons direct in de kramp duwt van een nieuwe “Reinheitskultur”. Toch begint het daarop te lijken met allerlei zinnige en onzinnige maatregelen rond de verspreiding van het nieuwe Coronavirus. Een virus “virusts”, niet meer en niet minder. Wij zijn de verspreiders, onze genetische apparatuur gaat ermee aan de slag. En aan het gedrag van het gezamenlijke “wij” lijkt nu gesleuteld te gaan worden op een manier die een antwoord geeft op een prangende vraag: wanneer ontstegen mieren, hommels, honingbijen en de naakte molrat nu eigenlijk socialiteit en werden ze eusociaal, de hoogste vorm van socialiteit?
Eusocialiteit, en ik citeer Wikipedia hier “is een sociale samenlevingsvorm die gekarakteriseerd wordt door overlappende generaties, coöperatieve broedzorg en gespecialiseerde reproductieve en non-reproductieve kasten. Eusocialiteit komt voor bij sommige soorten insecten, kreeftachtigen en zoogdieren.” Maar Wikipedia schrijft ook wat haastig: “Eusocialiteit dient niet verward te worden met het sociale gedrag bij gewervelde dieren waarbij hiërarchieën en taakverdelingen tijdens het broeden of de zorg voor jongen een belangrijke rol spelen.” De engelstalige wikipedia noemt eusocialiteit zelfs de hoogste vorm van socialiteit.
Stel nu dat overheden daadwerkelijk door ons in staat gesteld worden met chips en apps om al onze biologische informatie in real time te monitoren, te koppelen aan onze mentale capaciteiten, onze professionele kwaliteiten, onze ambities en roepingen, onze genetische opmaak en zowel aan onze geloofsopvattingen als onze kijk op de samenleving, is het dan niet voor te stellen dat we nu naar een nieuwe soort evolueren, zoals eerder in de geschiedenis? Tot een Homo Netflixiensis, of de Homo Distantianus? Een soort die door een centraal besturingscentrum geregeerd wordt, gekarakteriseerd door overlappende generaties, coöperatieve zorg en -broedzorg en gespecialiseerde (re-) productieve en (non-) productieve kasten? Zo’n samenleving zou lijken op de eusocialiteit van mieren, hommels en naakte woelratten. Dat zal dan nog zonder de haploiditeit zijn die het insectenrijk kent, een sexe-systeem waar een man geen vader heeft en geen zonen kan hebben, maar wél een opa en kleinzonen heeft. Tja, wie weet met welke oplossingen de toekomstig heersende vrouwen ons mannen op onze plaats zal zetten. Ons krimpende Y chromosoom belooft niet veel goeds voor de huidig heersende haantjes.
Nog 3
Je hebt 0 van de 3 kado-artikelen gelezen.
Op 5 mei krijg je nieuwe kado-artikelen.
Op 5 mei krijg je nieuwe kado-artikelen.
Als betalend lid lees je zoveel artikelen als je wilt, én je steunt Foodlog
Lees ook
#Peter, het zijn hier virale hersenspinsels.
Ook ik heb groot respect voor het virus; een andere levensvorm dringt zich op.Het lijkt wel een soort superorganisme, met een heel andere intelligentie, die wij niet kunnen volgen.
Ik kan echter jouw artikel niet helemaal volgen. Wat ik bijvoorbeeld niet begrijp is het volgende: "Dat biologische principe zorgt ervoor dat een snelle populatietoename van willekeurig welk organisme zichzelf remt zodra gefragmenteerd extracellulair zelf-DNA zich in de populatie verspreidt en de celdeling of groei stopt of vertraagt".
Kan je dat toelichten? (Ik denk ook voor andere lezers).
Heb ik 'm 'zacht neer gelegd'?
Wat aardig, Frank Eric van der Meer en zacht neergelegd ;-) En ja, virussen zijn bijzondere dingen, en het is moeilijk om hen geen intelligentie toe te schrijven. Leuk dat je het spits af bijt met je vraag.
Over het biologische principe waar je naar vraagt. Dit is wat we zien: De populatie van een organisme neemt toe, meer bacteria, meer nematoden, meer plantzaadjes of schimmeltjes. Misschien worden ze wel dominant op een bepaald moment in een bepaald microbioom. Yeah, roepen ze met z'n allen, we zijn zo goed, slim, sterk, knap dat we alles overheersen en onderdrukken. Maar dan... sommige individuen in die dominante groep gaan dood, uit verveling, ziekte, ruzie noem maar wat. Hun DNA komt vrij in de omgeving. We noemen dat extracellulair / omgevings- DNA.
(Terzijde, er is een ongelooflijke hoeveelheid van dat DNA in water, lucht en bodem.)
Nu, die DNA fragmentjes komen op een bepaald moment in aanraking (of worden opgegeten) door de jonge bacteria, nematoden,plantzaadjes of schimmeltjes uit die dominante groep. En dan gebeurt er iets wonderbaarlijks: Het groeiende jonge organisme stopt subiet met groeien, en sterft af. Maar wanneer diezelfde DNA fragmentjes bij een andere soort komt is het simpelweg voedsel voor de ander.
Het lijkt erop dat de natuur een mechanismevoortbracht waardoor overpopulatie als een soort veiligheidsrem beperkt wordt. Het líjkt anti-darwinistisch, zo op het eerste gezicht, maar dat is het ons inziens toch niet omdat het voor alles wat groeit geldig is. Ik kan er een apart artikeltje over schrijven met links naar huidig onderzoek en ontwikkeling als de redactie dat wil.
Voor een tuinman in Frankrijk is het wel leuk om te weten dat het ontdekt is toen men in drogere contreien de groei van ringvormige planten onderzocht. Planten groeien uiteindelijk weg van een ophoping van hun eigen DNA fragmenten.
Er is lang getwijfeld, (ook door het Nederlandse agro-research establishment) niet zozeer aan het effect van zelfDNA-inhibitie, want die experimenten zijn oeverloos herhaald door veel onafhankelijke derden, maar of er in de natuur wel zoveel van dat DNA in de omgeving is dat het bijvoorbeeld bodem-moeheid (soil-sickness) kan verklaren. We weten nu dat dat kan en hoe dat precies gebeurt. Maar ik moet eerst toestemming vragen aan wat collega's van Agri of ik dat nu kan doen, pending patents en zo.
For now, good night!
Ik heb de indruk dat dat biologische principe bij mensen niet werkt... Klopt dat?
Razend interessant. Mijn dank voor de heldere uitleg.
Alleen vraag ik mij af of deze Eusocialiteit voor mensen alleen haalbaar is met behulp van techniek. Mieren, hommels, honingbijen en de naakte molrat hebben geen appjes, enkelbanden of voor mijn part, rfid chips nodig.
Is de mensheid toe aan deze Eusocialiteit, wordt een natuurlijke ontwikkeling geforceerd met de onvermijdelijke schade.
Is Eusocialiteit een vorm die per definitie ' hoger' is en daarom wellicht ook per definitie beter.
Talloze levensvormen (wel of niet ' hoger') leven prima naast elkaar en met elkaar. Daar is nog onnoemelijk veel aan te onderzoeken en ontdekken. Hoe communiceert het, wat zijn de onderlinge afhankelijkheden.
En in dit kader ook, wat is de impact van de menssoort op de leefomgeving. Schept destructief gedrag van deze soort nieuwe kansen voor andere soorten, en/of wordt de menssoort verdrongen wegens obsoleet zijn en/of onvoldoende passend.
Ik weet wel dat bepaalde technologische ontwikkelingen niet te stoppen zijn. Niet omdat techniek nodig is, maar gewoon omdat het kan. Toch vraag ik me af of noem het 'voor god spelen', 'moeder natuur uitlachen', 'moeder natuur zien als vijand' vooral een adolescente fase is van de mensheid.
Zijn wij ons aan het vervreemden van elkaar, van onze omgeving. Is het organisme mensheid uit elkaar aan het vallen om opgegeten te worden. Of gaat het organisme verder als gefragmenteerde zich zelfstandig ontwikkelende eenheden.
Van virussen weet ik niks, maar van eusocialiteit alles :-)
Ik denk dat je daarover geen zorgen hoeft te maken, Peter, dat gaat de komende paar miljoen jaar, if ever, niet gebeuren. Separatie, hiërarchie, racisme, polarisatie, superioriteit, ongelijkheid is zo genetisch en epigenetisch verankert en het duale tussen 'iemand zijn en wat betekenen' en 'samenhorigheid, gezamenlijkheid samen-leven' is zo ingesleten (een wankelevenwicht) dat op het aardse niveau socialiteit aan concrete en directe belangen gerelateerd zal blijven.
Dat geldt ook voor het 'aardse' DNA wat overal zweeft. Mooi dat we dat kunnen meten en erg interessant wat jullie ermee doen. Weer een belangrijke stap verder. Ik wil vooral weten wat er weer achter dat DNA zit.