Ultra processed food is onderwerp van veel discussie. Ook de gerespecteerde Amerikaanse kinderarts en onderzoeker David A. Kessler rekent in een onderbouwd betoog af met de melkkoe van de voedingsmiddelenindustrie. Wie gezond en slank wil blijven, moet er zo min mogelijk van eten. “Sterk bewerkt voedsel is niet problematisch door een zwakte in onszelf, maar vanwege het ontwerp en de eigenschappen van het voedsel zelf.”
Wie het vakgebied van nutrition bijhoudt, zal vermoedelijk niet veel nieuws lezen in Fast Carbs, Slow Carbs – The Simple Truth About Food, Weight, and Disease van Dr. David A. Kessler.
De opgeleide kinderarts is een gelauwerde wetenschapper, met een glanzende loopbaan als onderzoeker en functionaris, zowel academisch (Yale) als in dienst van de overheid (commissioner van de FDA, de US Food and Drug Administration, onder George W.H. Bush). Het boek leest als een samenvatting van de stand van zaken in de wetenschap van voeding en gezondheid. Geen wonderdieet, geen aanvallen op bestaande consensussen, maar een waarschuwing tegen voedsel uit de levensmiddelenindustrie.
Overconsumptie
Dat Kesslers betoog gefundeerd en overtuigend is – zoals je mag verwachten van een veteraan in de wetenschap – betekent niet dat het ook een bescheiden en braaf boek is. Kessler heeft een zeer uitgesproken mening over wat volgens hem de grootste horreur van deze tijd is: de overconsumptie van snel verteerbare koolhydraten uit ultra processed food. Zijn boek is daarmee een aanklacht tegen de voedingsmiddelenindustrie, die het produceren en verhandelen van schadelijke producten tot core business heeft gemaakt.
Kessler begint met te beschrijven hoe industriële processen het zetmeel uit granen, aardappelen en rijst en dergelijke omzetten in een ‘poeder’ dat de basis is voor duizenden producten. Het geraffineerde meel wordt in talloze variaties gemengd met smaakstoffen, zout en vet en bereid tot goed verkoopbare, smakelijke voedingsmiddelen die we dagelijks in grote hoeveelheden consumeren.
De fabrikanten geven de melige bal die bij het eten van chips, koek, broodjes en snacks ontstaat met allerlei toevoegingen de ultieme smaak- en mondbeleving. Het in feite reeds in de fabriek voorgekauwde spul verdwijnt zonder problemen in de maag en de dunne darm, waar de glucose razendsnel wordt opgenomen en de narigheid begint. Het mondgevoel en de snelle opname van glucose misleiden het gevoel van verzadiging, jagen de insulineafgifte in de pancreas omhoog en zetten aan tot overeten. “Sterk bewerkt voedsel is niet problematisch door een zwakte in onszelf, maar vanwege het ontwerp en de eigenschappen van het voedsel zelf,” schrijft Kessler.
Levenslang
Het menselijk lichaam is geëvolueerd op voeding die in het lange spijsverteringskanaal beetje bij beetje wordt afgebroken. De glucose zit als het goed is verpakt in lange moleculaire structuren van het zetmeel en in harde en zachte vezels, die door kiezen, enzymen en bacteriën worden afgebroken, waardoor het geleidelijk opgenomen wordt. Dat is de bedoeling van de natuur, niet dat het lichaam meermalen per dag een stoot suiker te verwerken krijgt. Want dat poeder is hetzelfde als suiker.
Kessler beschrijft waar dat vele glucose allemaal slecht voor is. Niet alleen word je er dik van, omdat het zoveel overbodige calorieën levert. Ook verstoort het de metabole processen dusdanig, dat diabetes, hart- en vaatziekten en kanker het gevolg van een levenslang slecht eetpatroon zijn. Insulineresistentie, verhoogd LDL, hoge bloeddruk en inflammatie zijn onderliggende oorzaken van die lichamelijke kwalen, maar ook van verminderde geestelijke vermogens en een afnemend libido. Verder draagt de moeder die ongezond eet haar kwalen over op haar kind.
Desastreus
De epiloog van Fast Carbs, Slow Carbs heet ‘In the Public Interest: Changing Our Food Environment’. Daarin beschrijft Kessler hoe hij eerst nog zo onnozel was te geloven dat de industrie zich wel verantwoordelijk zou voelen voor de gezondheid van de klanten en de intentie heeft gezonde producten te maken. Maar hij kwam er al gauw achter dat er met broccoli, aardbeien en havermout niets te verdienen valt. “Ze zullen ons blijven dwingen hun bewerkte voedsel te eten totdat ze onder druk van het publiek of door ingrijpen van de overheid moeten veranderen.”
Kessler noemt de ‘voedselomgeving' desastreus. Wat moeten wij, de klanten, daaraan doen? Voorlichting geven en regels opstellen. Zorgen voor een ‘massive shift’ in onze eetgewoontes. Voor dat laatste heeft Kessler een paar eenvoudige tips: beperk of elimineer de consumptie van bewerkte koolhydraten, eet weinig verzadigd vet en eet ‘slow carbs’ die veel vezels en nutriënten bevatten (zoals fruit, groente en volle granen).
Het lijkt een beetje simplistisch, zo samengevat, maar Kessler bouwt een geloofwaardige zaak tegen snelle koolhydraten uit de fabriek. Hij is geen fanatieke low carb-aanhanger of een industriehater. Het had hem wel gesierd als hij had nagedacht over alternatieven voor de fabrieksmatige productie van levensmiddelen. Alleen maar roepen dat het zo niet langer kan, is geen oplossing. Hoe produceer je op grote schaal goede voeding voor de groeiende wereldbevolking, waar bedrijven ook nog van kunnen bestaan? Die uitdaging valt kennelijk buiten het bestek van het boek.
Wel signaleert Kessler andere belangrijke tendensen in nutrition. Zo beschrijft hij hoe hij de laatste jaren heeft gezien, op congressen en in publicaties, dat de felle voorstanders van uiteenlopende diëten, van mediterraan, paleo, keto, vegan tot Atkins, langzaam maar zeker naar elkaar toe kropen en elkaar vonden in de consensus dat elk dieet slow carbs moet bevatten.
Los van de fast carbs maakt Kessler zich ook sterk voor een vermindering van verzadigd vet en bewerkte vleesproducten in de voeding. Volgens hem is het vast komen te staan (of eigenlijk: opnieuw bevestigd) uit “overstelpend klinisch bewijs” dat LDL een oorzakelijk verband met artherosclerose en dus met hart- en vaataandoeningen heeft. Eén van de belangrijkste oorzaken van een te hoog LDL-peil: snelle koolhydraten.
Discussies
De vraag is ook in vele discussies op Foodlog aan de orde geweest: levert het sterk bewerken, het ‘raffineren’ van voeding, ongezonde producten op? Is bewerken op zich schadelijk? Ja, zegt Kessler. Ultra processed food, waarin na allerlei bewerkingen in de fabriek niets meer van het oorspronkelijke voedingsmiddel is terug te vinden behalve geraffineerd zetmeel, moet zoveel mogelijk uit de dagelijkse voeding gebannen worden. Niet alleen vanwege de overmaat glucose, die op zich al ziekmakend is. Ook omdat er verder voor de dikke darm niets te verteren overblijft nadat die smakelijke meelbal al in de dunne darm is verwerkt.
Kessler wijst naar recent onderzoek over de darmen en de bacteriën, die vezels nodig hebben, maar ook (glucose)sensoren bevatten die een rol in de energiehuishouding hebben. Alles bij elkaar genomen verstoort ultra processed food de hele spijsvertering en het hele metabolisme, van mond tot anus. Kessler, die eerder veel publiceerde over dit onderwerp, is een van de luidste stemmen in het koor van deskundigen dat ultra processed food als de nieuwe vijand beschouwt.
Dit artikel afdrukken
De opgeleide kinderarts is een gelauwerde wetenschapper, met een glanzende loopbaan als onderzoeker en functionaris, zowel academisch (Yale) als in dienst van de overheid (commissioner van de FDA, de US Food and Drug Administration, onder George W.H. Bush). Het boek leest als een samenvatting van de stand van zaken in de wetenschap van voeding en gezondheid. Geen wonderdieet, geen aanvallen op bestaande consensussen, maar een waarschuwing tegen voedsel uit de levensmiddelenindustrie.
Overconsumptie
Dat Kesslers betoog gefundeerd en overtuigend is – zoals je mag verwachten van een veteraan in de wetenschap – betekent niet dat het ook een bescheiden en braaf boek is. Kessler heeft een zeer uitgesproken mening over wat volgens hem de grootste horreur van deze tijd is: de overconsumptie van snel verteerbare koolhydraten uit ultra processed food. Zijn boek is daarmee een aanklacht tegen de voedingsmiddelenindustrie, die het produceren en verhandelen van schadelijke producten tot core business heeft gemaakt.
Kessler begint met te beschrijven hoe industriële processen het zetmeel uit granen, aardappelen en rijst en dergelijke omzetten in een ‘poeder’ dat de basis is voor duizenden producten. Het geraffineerde meel wordt in talloze variaties gemengd met smaakstoffen, zout en vet en bereid tot goed verkoopbare, smakelijke voedingsmiddelen die we dagelijks in grote hoeveelheden consumeren.
De fabrikanten geven de melige bal die bij het eten van chips, koek, broodjes en snacks ontstaat met allerlei toevoegingen de ultieme smaak- en mondbeleving. Het in feite reeds in de fabriek voorgekauwde spul verdwijnt zonder problemen in de maag en de dunne darm, waar de glucose razendsnel wordt opgenomen en de narigheid begint. Het mondgevoel en de snelle opname van glucose misleiden het gevoel van verzadiging, jagen de insulineafgifte in de pancreas omhoog en zetten aan tot overeten. “Sterk bewerkt voedsel is niet problematisch door een zwakte in onszelf, maar vanwege het ontwerp en de eigenschappen van het voedsel zelf,” schrijft Kessler.
Levenslang
Het menselijk lichaam is geëvolueerd op voeding die in het lange spijsverteringskanaal beetje bij beetje wordt afgebroken. De glucose zit als het goed is verpakt in lange moleculaire structuren van het zetmeel en in harde en zachte vezels, die door kiezen, enzymen en bacteriën worden afgebroken, waardoor het geleidelijk opgenomen wordt. Dat is de bedoeling van de natuur, niet dat het lichaam meermalen per dag een stoot suiker te verwerken krijgt. Want dat poeder is hetzelfde als suiker.
Kessler beschrijft waar dat vele glucose allemaal slecht voor is. Niet alleen word je er dik van, omdat het zoveel overbodige calorieën levert. Ook verstoort het de metabole processen dusdanig, dat diabetes, hart- en vaatziekten en kanker het gevolg van een levenslang slecht eetpatroon zijn. Insulineresistentie, verhoogd LDL, hoge bloeddruk en inflammatie zijn onderliggende oorzaken van die lichamelijke kwalen, maar ook van verminderde geestelijke vermogens en een afnemend libido. Verder draagt de moeder die ongezond eet haar kwalen over op haar kind.
Desastreus
De epiloog van Fast Carbs, Slow Carbs heet ‘In the Public Interest: Changing Our Food Environment’. Daarin beschrijft Kessler hoe hij eerst nog zo onnozel was te geloven dat de industrie zich wel verantwoordelijk zou voelen voor de gezondheid van de klanten en de intentie heeft gezonde producten te maken. Maar hij kwam er al gauw achter dat er met broccoli, aardbeien en havermout niets te verdienen valt. “Ze zullen ons blijven dwingen hun bewerkte voedsel te eten totdat ze onder druk van het publiek of door ingrijpen van de overheid moeten veranderen.”
Kessler noemt de ‘voedselomgeving' desastreus. Wat moeten wij, de klanten, daaraan doen? Voorlichting geven en regels opstellen. Zorgen voor een ‘massive shift’ in onze eetgewoontes. Voor dat laatste heeft Kessler een paar eenvoudige tips: beperk of elimineer de consumptie van bewerkte koolhydraten, eet weinig verzadigd vet en eet ‘slow carbs’ die veel vezels en nutriënten bevatten (zoals fruit, groente en volle granen).
Alleen maar roepen dat het zo niet langer kan, is geen oplossingTendensen
Het lijkt een beetje simplistisch, zo samengevat, maar Kessler bouwt een geloofwaardige zaak tegen snelle koolhydraten uit de fabriek. Hij is geen fanatieke low carb-aanhanger of een industriehater. Het had hem wel gesierd als hij had nagedacht over alternatieven voor de fabrieksmatige productie van levensmiddelen. Alleen maar roepen dat het zo niet langer kan, is geen oplossing. Hoe produceer je op grote schaal goede voeding voor de groeiende wereldbevolking, waar bedrijven ook nog van kunnen bestaan? Die uitdaging valt kennelijk buiten het bestek van het boek.
Wel signaleert Kessler andere belangrijke tendensen in nutrition. Zo beschrijft hij hoe hij de laatste jaren heeft gezien, op congressen en in publicaties, dat de felle voorstanders van uiteenlopende diëten, van mediterraan, paleo, keto, vegan tot Atkins, langzaam maar zeker naar elkaar toe kropen en elkaar vonden in de consensus dat elk dieet slow carbs moet bevatten.
Los van de fast carbs maakt Kessler zich ook sterk voor een vermindering van verzadigd vet en bewerkte vleesproducten in de voeding. Volgens hem is het vast komen te staan (of eigenlijk: opnieuw bevestigd) uit “overstelpend klinisch bewijs” dat LDL een oorzakelijk verband met artherosclerose en dus met hart- en vaataandoeningen heeft. Eén van de belangrijkste oorzaken van een te hoog LDL-peil: snelle koolhydraten.
Discussies
De vraag is ook in vele discussies op Foodlog aan de orde geweest: levert het sterk bewerken, het ‘raffineren’ van voeding, ongezonde producten op? Is bewerken op zich schadelijk? Ja, zegt Kessler. Ultra processed food, waarin na allerlei bewerkingen in de fabriek niets meer van het oorspronkelijke voedingsmiddel is terug te vinden behalve geraffineerd zetmeel, moet zoveel mogelijk uit de dagelijkse voeding gebannen worden. Niet alleen vanwege de overmaat glucose, die op zich al ziekmakend is. Ook omdat er verder voor de dikke darm niets te verteren overblijft nadat die smakelijke meelbal al in de dunne darm is verwerkt.
Kessler wijst naar recent onderzoek over de darmen en de bacteriën, die vezels nodig hebben, maar ook (glucose)sensoren bevatten die een rol in de energiehuishouding hebben. Alles bij elkaar genomen verstoort ultra processed food de hele spijsvertering en het hele metabolisme, van mond tot anus. Kessler, die eerder veel publiceerde over dit onderwerp, is een van de luidste stemmen in het koor van deskundigen dat ultra processed food als de nieuwe vijand beschouwt.
Nog 3
Je hebt 0 van de 3 kado-artikelen gelezen.
Op 5 mei krijg je nieuwe kado-artikelen.
Op 5 mei krijg je nieuwe kado-artikelen.
Als betalend lid lees je zoveel artikelen als je wilt, én je steunt Foodlog
Lees ook
Beste Huib,
Hoe gelauwerd ook, en in dienst geweest van George W.H. Bush, de voorkeur zou ik willen geven aan Dr. Ornish en Dr. Hyman. Beiden zijn adviseurs geweest van de Clinton Administratie. Cardioloog en wetenschapper Ornish heeft als eerste aangetoond dat cardiovasculaire aandoeningen voorkomen, gestopt en zelfs geheel omgekeerd kunnen worden door een plant-based voedings- en leefstijlinterventie.
Snelle koolhydraten zijn in feite geen koolhydraten. Fijn geslepen witmeel heeft niets, maar dan ook niets meer te maken met koolhydraten. Bloemkool en een sundae ijsje met chocolade saus van McDonalds vallen beiden onder de categorie koolhydraten, maar hebben een totaal andere uitwerking op onze bloedsuiker. Low-carb, vlees en zuivel blijven eten dragen niets bij aan de gezondheid en zeker niet aan de milieuproblematiek op lange termijn.
Dat we allemaal al weten hoe het moet en zit, zoals in onderstaande reacties valt te lezen, wens ik ernstig te betwijfelen. In het zuivel- en vleesovergoten Nederland valt de boodschap overwegend plantaardig eten (90% plantaardig - ≤ 10% voeding van dierlijke oorsprong) niet erg lekker. Toch is deze manier van eten het meest wetenschappelijk onderzocht, en met beste en meest effectieve resultaten voor de gezondheid.
In de serieuze voedingswetenschap ligt de nadruk voornamelijk op onbewerkte voeding van plantaardige oorsprong en het eten van vezels, iets dat vlees en zuivel ten enenmale ontberen, nog los van de onnodige slechte vetten die het bevat. Vezels zijn volgens Katan slechts voor de poeperij.
In Nederland wordt naar dit soort clowns in de voedingswetenschap toch nog veel te veel geluisterd. Ook naar het voedingscentrum die reeds lange tijd zijn onvermogen heeft laten zien, en ieder tegengeluid negeert, of afdoet als niet wetenschappelijk. Hierdoor zal ons beleid ten aanzien van de voedingsvoorziening niet fundamenteel worden veranderd.
Reikhalzend kijk ik uit naar het rapport van de Europese Commissie From farm to fork strategy dat a.s. woensdag 20 mei zal worden gepresenteerd. Het uitgangspunt van dit rapport vormt de plantaardige toekomst. Eens kijken hoe onze Nederlandse afvaardiging van de WUR hiermee omgaat. De WUR heeft nogal wat agrarische belangen.
Oplossingen zijn reeds voor handen, maar dit betekent verandering, en dat is niet iedereen welgevallig. Nederlandse boeren zouden eens kunnen kijken naar hun Zweedse collega’s waarvan inmiddels 35% een fundamentele ommezwaai maakt van bijvoorbeeld veeteelt naar akkerbouw. Het innovatieve Zweedse bedrijf Oatly heeft voornamelijk haver nodig voor de productie van plantaardige melk. Toegegeven, Zweden is groter dan Nederland, maar hoe innovatief zijn de Nederlandse boeren nou echt?
Kessler wijst er nog eens fijntjes op dat v.w.b. de gezondheid we niet kunnen vertrouwen op de voedingsindustrie. Onze premier Mark Rutte bedankte in 2016 bij de opening van de nieuwe fabriek van Coca-Cola in Dongen dit bedrijf nog door te stellen dat het veel belastinggeld in het laadje brengt en het geweldige hefboomeffect op werkgelegenheid voor toeleveranciers. Hierbij vergat Rutte dat dit weer te niet wordt gedaan door het hefboomeffect dat het drinken van frisdrank heeft op het toeleveren van overgewicht en secundaire complicaties en effect hiervan op de zorgkosten.
Het heffen van belastingen op vlees, zuivel, suiker en frisdranken zijn allemaal mogelijk, maar worden niet gedaan door het kabinet Rutte. Dit zelfde kabinet verhoogt liever de btw op groenten en fruit als visieloze en perverse strategie. Het afbouwen van de subsidies voor de veeteelt, en hiermee indirect op vlees en zuivel en de akkerbouw die voornamelijk in dienst staat van de veeteelt is ook een mogelijkheid.
We hebben de boeren hiervoor ook in dat geval hard nodig, en die zouden hierbij ook financieel ondersteund dienen te worden om deze fundamentele strategie en innovatie mogelijk te maken. Subsidiëren gebeurt nu toch ook al, maar met een averechts effect op velerlei gebied.
Hopelijk blijft niet alles weer steken op het niveau van: dit moeten we eerst verder onderzoeken. Het probleem is dat al heel veel kennis, inzicht en wetenschap voorhanden is, maar vooral door kortzichtige economische belangen niet wordt toegepast. Voorlopig worden door de coronacrisis weer vele miljoenen door de Europese Commissie opgehoest om de zuivel- en vleesindustrie te redden,en uiteindelijk de belastingbetaler. Merkwaardig beleid voor producten die de mens niet nodig heeft om te overleven, en zeker niet om gezond te worden en te blijven.
Het werk van Kessler mag dan oude wijn in nieuwe zakken zijn. Zijn "brave" boodschap blijft nodig zolang niet wordt geluisterd naar dit soort gelauwerde wetenschappers. De boeren willen respect, maar dan moeten ze eerst met respect omgaan met moeder natuur en beseffen dat een 1,5 meter maatschappij ook voor dieren een hele verbetering zou zijn om mee te beginnen.
@11 Iedereen kan "terug naar de natuur" zo gek maken als zij/hij wil. Voor mij betekent het, zo weinig mogelijk bewerkt voedsel uit een fabriek. Daarnaast eet ik koolhydraatarm.
Veel consumenten staan zo ver van de natuur af dat ze niet eens weten wat ze moeten eten zonder brood, blikken, pakjes, koekjes, snacks en frisdrank.
Daar moet veel meer voorlichting over komen. De industrie verspreid nepinformatie in de vorm van de schijf van vijf en de vetleugen, om hun nep-eten aan de man te brengen.
De voedingsindustrie zal zware klappen krijgen als we eindelijk serieus werk gaan maken van gezonde voeding. Dus niet van die voorlichting die economische belangen beschermt met onmogelijk vol te houden en qua gezondheid discutabele voedingsadviezen.
#14 Met andere woorden volgens mij: Leer kinderen lol hebben in lekker, gevarieerd, betaalbaar en gezond eten. Waar komt het vandaan en hoe kun je met weinig moeite iets leuks maken.
Lees dat steeds meer vrouwspersonen zo geëmancipeerd zijn dat ze niet meer kunnen koken. Zijn ze trots op hun vriend die zelfs supergoed kan koken.
Alleen maar roepen dat het zo niet langer kan, is geen oplossing. Hoe produceer je op grote schaal goede voeding voor de groeiende wereldbevolking, waar bedrijven ook nog van kunnen bestaan?
In aanvulling op al het gezegde: Van wie komt die vraag? Niet van de mensen die eten nodig hebben, maar van de producenten (uit de industrie en in het bezit van industriële productiemethoden). Wij lijken allemaal te zijn gaan geloven dat die vraag legitiem is, maar het is m.i. een (i.c. perfide) verdienmodel, méér eten produceren, méér mensen als consument (grondstoffen weghalen) en méér eten in de consument (obesitas brengen). Het heeft niets met ontwikkelingssamenwerking te maken.
Als er al een vraag gesteld moet worden dan luidt die eerder: Hoe brengen we de voedselproductie weer terug naar de consument, te beginnen lokaal en kleinschalig. En wat er niet lokaal geproduceerd kan worden, dan nog niet mondiaal met veel gesleep van voedsel, maar dan zo mogelijk ‘next door’. Maar dit kan zogenaamd niet omdat dan de kosten te hoog (onbetaalbaar) worden. Maar hier hoort een rekenmodel naast van de zogenaamde verborgen kosten van de huidige productie-voor-de-wereld.
Een betere vraag is: Hoe brengen we de voedselproductie terug naar de plaats van consumptie en welke methoden kunnen we (zij) daarvoor gebruiken. Geen voedsel brengen, maar productiemethoden. Geen vis, maar een hengel. En natuurlijk nu iets (alles) doen aan aan de honger in de wereld. (Niks nieuws eigenlijk)
Terug naar de natuur en mensen ''over halen'' natuurlijker te eten, dwz zonder de voorgekauwde UPFs begint net als vrijwel alle andere veranderingen: bij kinderen. Voed ze vanaf uur 1 met natuurlijk voedsel in herkenbare vorm (eerste halfjaar het enige natuurlijke voedsel: borstvoeding of gekolfde melk van eigen of andere mensenmoeder). Daarna komt de schooltijd, al vanaf de peuteropvang: school(voedsel)tuinen, voedselkennis-/warenkennis- en voedselbereidingsonderwijs als vast onderdeel van het hele schoolse curriculum. Mijns inziens heb je daar meer aan dan, zeg, burgerschapskunde