Verschillende onderzoeken wijzen op vervuilde lucht met microscopisch fijnstof als oorzaak van een hogere sterfte door Covid-19. Enerzijds wordt vermoed dat het euvel gelegen is in een door vervuiling verzwakte longfunctie, zodat Covid-19 heftiger uitwerkt. Een Italiaans onderzoek leverde onlangs goede reden om een nieuwe theorie te introduceren: de kleine deeltjes fungeren als bagagedrager voor virussen en zouden daarom een hogere besmettingsgraad dan elders veroorzaken. Ze zouden de airborne verspreiding - en dus niet via druppeltjes, zoals onder meer het RIVM veronderstelt - van SARS-CoV-2, het virus dat het Covid-19 syndroom veroorzaakt, versterken.

In Nederland bleek Noord-Brabant de meest getroffen provincie met Covid-19 besmettingen en doden. In Italië werd Lombardije het meest getroffen, net als Brabant een veerijke streek. Maar er is ook de nodige industrie, net als in Brabant. De Nederlandse provincie wordt bovendien dominant bediend met wind uit het zuidwesten die fijnstof aanvoert vanuit België en Frankrijk. In New York City vielen de nodige doden in een door mobiliteit en bedrijvigheid vervuilde stad. Significante dierconcentraties die fijnstof opleveren, zijn er niet te vinden.

Een heel ander feit. In de EU worden vervuilende oude diesels uit de steden geweerd omdat ze volgens de hoofdzakelijk op statistiek gebaseerde milieu-epidemiologie een van de belangrijkste bronnen zijn voor hoge vroegtijdige sterfte onder de bevolking (zo'n 6% van de totale sterfte, vroegtijdige en natuurlijke). De unieke lockdowns in heel Europa leidden in Duitsland tot de constatering dat het fijnstofniveau in de steden gelijk blijft, terwijl het verkeer grotendeels stil is komen te liggen. Hoe dat kan weet niemand, maar tot voor kort wisten we het zeker: het komt van de diesels.

Die waarheid staat nu op losse schroeven. Het kan ook niet van de banden van elektrische auto's komen (een onder dossierkenners beruchte bron van fijnstof), want ook die reden minder en er zijn nog niet zoveel. Maar waar ligt het dan wel aan?

In Brabant weten tegenstanders van de veehouderij het al nagenoeg zeker: de coronadoden zijn het gevolg van de veehouderij. Milieu-epidemioloog Dick Heederik, Nederlands leidende onderzoeker op het gebied van One Health (dier/mens/milieu), moet een oordeel gaan vellen op basis van statistische data en modelbouw. Zouden de uitkomsten straks aanspraak kunnen maken op enige zekerheidsgraad? Omdat wetenschappelijke constateringen geen feiten zijn, moeten de uitkomsten met Bayesiaanse statistiek worden beoordeeld, zou de Wageningse emeritus hoogleraar Tiny van Boekel zeggen.

Dit artikel afdrukken