De Nederlandse akkerbouwers zijn weinig ingenomen met een scenariostudie die door Pieter van Geel als voorzitter van de Klimaattafel landbouw is besteld bij de WUR. Minister Schouten nam de studie in ontvangst en stuurde die als feitelijk ondersteuning bij het maken van politieke keuzen naar de Tweede Kamer.
Afgelopen week stuurde minister Carola Schouten een door de WUR gemaakte scenariostudie naar de Tweede Kamer die duidelijk moest maken op welke aangrijpingspunten de klimaatdoelen, kringloop en grondgebondenheidsdoelen voor de landbouw het beste gerealiseerd kunnen worden, afhankelijk van intensieve of extensieve ambities voor de landbouw en keuzen voor grote of beperkte krimp van de veehouderij in Nederland. De studie is niet bedoeld als een keuze van experts maar als een verkenning van de mogelijke politieke keuzen en agronomische werkingsmechanismen. Op basis daarvan kan geïnformeerde politieke besluitvorming plaatsvinden, schreef de minister aan de Kamer.
Vandaag laat de brancheorganisatie Akkerbouw weten dat er reeds gekleurde vooronderstellingen en gebrek aan vakmanschap achter de scenario's schuilen.
In het rapport, schrijft de Akkerbouworganisatie, gaan de opstellers ervan uit dat ook in 2050 nog steeds een groot deel van het veevoer geïmporteerd en niet binnen Nederland zelf geproduceerd zal worden. Dat staat wat hen betreft haaks op het kringloopbeleid en de eiwittransitie-ambities van het kabinet. De gekozen scenario’s en aannames sturen, zeggen de akkerbouwers, aan op krimp van de plantaardige productie om emissies in de veehouderij te compenseren. Daarnaast zou de studie gemaakt zijn door academici die te weinig verstand hebben van de akkerbouwkundige praktijk. De akkerbouwers schrijven: "Enkele aannames in het rapport houden geen rekening met de akkerbouwpraktijk. Een voorbeeld daarvan is de aanname dat de gewasopbrengsten in 2050 met 30% zullen toenemen, maar dat de ruimte om bodem en gewassen passend te voeden wordt ingeperkt in de vorm van lagere fosfaatgebruiksnormen."
Praktijkmensen weten, volgens de akkerbouwers, dat dergelijke streefwaarden leiden tot uitputting van de landbouwgronden en uiteindelijk niet houdbaar zullen blijken. Op basis van de gekozen aannames en scenario’s begrijpen ze de scenario's uitmonden in de noodzaak om bos aan te planten ten koste van de akkerbouw "om de emissies uit de veehouderij te compenseren". De BO Akkerbouw zegt duidelijk te twijfelen aan de landbouwkundige logica achter de scenariostudie.
Dit artikel afdrukken
Vandaag laat de brancheorganisatie Akkerbouw weten dat er reeds gekleurde vooronderstellingen en gebrek aan vakmanschap achter de scenario's schuilen.
In het rapport, schrijft de Akkerbouworganisatie, gaan de opstellers ervan uit dat ook in 2050 nog steeds een groot deel van het veevoer geïmporteerd en niet binnen Nederland zelf geproduceerd zal worden. Dat staat wat hen betreft haaks op het kringloopbeleid en de eiwittransitie-ambities van het kabinet. De gekozen scenario’s en aannames sturen, zeggen de akkerbouwers, aan op krimp van de plantaardige productie om emissies in de veehouderij te compenseren. Daarnaast zou de studie gemaakt zijn door academici die te weinig verstand hebben van de akkerbouwkundige praktijk. De akkerbouwers schrijven: "Enkele aannames in het rapport houden geen rekening met de akkerbouwpraktijk. Een voorbeeld daarvan is de aanname dat de gewasopbrengsten in 2050 met 30% zullen toenemen, maar dat de ruimte om bodem en gewassen passend te voeden wordt ingeperkt in de vorm van lagere fosfaatgebruiksnormen."
Praktijkmensen weten, volgens de akkerbouwers, dat dergelijke streefwaarden leiden tot uitputting van de landbouwgronden en uiteindelijk niet houdbaar zullen blijken. Op basis van de gekozen aannames en scenario’s begrijpen ze de scenario's uitmonden in de noodzaak om bos aan te planten ten koste van de akkerbouw "om de emissies uit de veehouderij te compenseren". De BO Akkerbouw zegt duidelijk te twijfelen aan de landbouwkundige logica achter de scenariostudie.
Nog 3
Je hebt 0 van de 3 kado-artikelen gelezen.
Op 5 mei krijg je nieuwe kado-artikelen.
Op 5 mei krijg je nieuwe kado-artikelen.
Als betalend lid lees je zoveel artikelen als je wilt, én je steunt Foodlog
Lees ook
Wat wel héél interessant is, mede gezien de recente spanningen tussen FDF en LTO en de toenemende fragmentatie van de agrarische belangenbehartiging in Nederland, is dat de WUR-studie is afgestemd met... "een begeleidingscommissie onder voorzitterschap van Pieter van Geel. In deze commissie zaten vertegenwoordigers van de provincie (IPO), landbouwsector (LTO), Natuur en Milieu, Nederlandse Zuivel Organisatie (NZO), Natuurmonumenten en het ministerie van LNV". (pag. 6 van de scenariostudie) Kennelijk was LTO even vergeten dat ze lid zijn van de BO Akkerbouw.
Minstens even pikant is dat de Klimaattafel Landbouw, onder voorzitterschap van Pieter van Geel, een onderzoek bestelt dat begeleid wordt door een commissie onder voorzitterschap van... Pieter van Geel! De wonderen zijn de wereld nog niet uit.
Jur, kun je je laatste zin nader toelichten?
Zeker! Ik bedoelde dat het zo langzamerhand algemeen geaccepteerd zou moeten zijn dat je niet met dubbele petten bij dit soort activiteiten betrokken moet zijn (Van Geel is hier opdrachtgever én begeleider van de opdrachtnemer), en dat het wonderlijk is als je daar toch weer een voorbeeld van ziet...
Naast het gegeven dat Pieter v Geel ooit Brabants gedeputeerde was met warme banden bij vee-ZLTO-Oost-Brabant, schrijf ik als akkerbouw-ZLTO-er-West-Brabander.
Citaat uit de scenario studie: Scenario 4:
Dit is het meest vergaande scenario met een krimp van de veestapel met 42% en verdubbe-ling van areaal bos met 380 duizend ha om aan het klimaatdoel van netto nul emissies in Nederland te voldoen. Het areaal grasland neemt hierdoor af. Het areaal akkerland is vergelijk-baar met de andere scenario’s.
Inderdaad in alle scenario's neemt het areaal akkerland af. Dit is wel/niet opvallend? Indien akkerland grasland wordt voor ruwvoer voor vee is het prima¿
Ik denk dat de scenario's vooral laten zien hoe ver weg gesloten kringloop is voor een land als Nederland. Wat dat betreft legt akkerbouw keurig de vinger op de zere plek.
Anderzijds, in alle scenario's wordt fosfaat via aanvoer mengvoer van buiten Europa naar 0 gebracht. Terwijl de referentie vanuit nu op 46 van de 88 kton fosfaat staat.
De kern lijkt hem dus te zitten op geografisch: Wat is importeren en wat is regionale kringloop?
Zegt de Nederlandse akkerbouw hiermee dat kringlopen sluiten Europees een onvoldoende (ambitieus) doel is?