Eén van de hindernissen in het onderzoek naar het ontstaan van kanker is dat de ziekte er lang over doet zich te manifesteren. Een berucht voorbeeld is mesothelioom, een vorm van asbestkanker. Het duurt gemiddeld 30 jaar en soms wel 50 jaar na de (eenmalige) blootstelling aan asbestvezels voordat die ongeneeslijke ziekte zich openbaart.

Wie het terrein van voeding en gezondheid volgt, stuit geregeld op wat wel de grootse makke van veel onderzoek is, het leggen van een oorzakelijk verband tussen bepaalde voeding en ziekteverschijnselen. Op de keper beschouwd is heel weinig onomstotelijk vastgesteld wat dat betreft. En dan gaat het vaak nog om de bekende tweetrapsraket van obesitas. Van slechte eetgewoonten word je dik en obesitas kan tot meerdere metabole ziekten leiden.

Aannames
Bij elkaar genomen maken deze twee modderige poelen van onzekerheid het voor onderzoekers erg lastig iets zinnigs te zeggen over het verband tussen voeding en kanker. Wat moet je eten om kanker te voorkomen cq. te genezen? Aan aannames geen gebrek.

Roken, de allergrootste factor, is geen voeding, dus dat telt niet mee
Ook een berucht historisch voorbeeld, één van vele vergelijkbare, is het Moermandieet, genoemd naar een Nederlandse arts en duivenmelker uit de vorige eeuw die een dieet met erwtensoep en eierdooiers (en vitaminen) ontwikkelde. Ondanks gebrek aan enig bewijs van de werkzaamheid ervan is er ruim 30 jaar na zijn dood nog een vereniging die zijn naam draagt en die zijn therapie bevordert.

En dan is Moerman nog een betrekkelijk onschuldig geval van onbewezen medische praktijken, want zijn dieet is in ieder geval niet schadelijk. Talloos zijn de trieste verhalen van kankerpatiënten die zich ten einde raad uitleveren aan kwakzalverij. De onzekerheid en de wanhoop van die patiënten zijn de voedingsbodem voor een interessante markt.

Analyse
Wat is er werkelijk bekend over het verband tussen voeding en kanker en wat moeten we eraan doen? Op die vragen geeft een onderzoeksgroep rond de Oxford-hoogleraar in de epidemiologie van kanker Timothy Key antwoorden. Hun analyse verscheen als vrij toegankelijk artikel in het vakblad BMJ. Ze vallen met de deur in huis in de inleiding. Key en collega's beschrijven “het bewijs dat een verband legt tussen dieet en voeding en het risico op kanker, concluderend dat zwaarlijvigheid en alcohol de belangrijkste factoren zijn.”

Al die mooie antioxidatieve polyfenolen uit tomaten, broccoli, boerenkool, bessen, wijn, citrus, thee, koffie, chocola en noem maar op: ze doen niet veel
In de analyse wordt het huidige bewijs voor verbanden tussen voeding en kanker per soort doorgenomen, van boven naar beneden in het lichaam, van de keel tot de prostaat. Wat opvalt is dat Key en collega’s naast obesitas en alcohol geen andere grote risicofactoren gevonden hebben. Roken, de allergrootste factor, is geen voeding, dus dat telt niet mee. Maar ook vonden ze maar heel weinig beschermende effecten van stoffen in (plantaardige) voeding, zoals antioxidanten en vitaminen.

Gezouten
In Aziatische landen waar veel sterk gezouten producten gegeten worden, zoals vis en gefermenteerde groenten, komt betrekkelijk veel keel- en maagkanker voor. Vlees, zowel bewerkt als rood, is een risicofactor. Daarover is recentelijk veel te doen geweest. Wat dat laatste betreft sluiten de auteurs zich aan bij de bevindingen van het World Cancer Research Fund (WCRF) en het American Institute for Cancer Research (AICR). Vlees is een kleine, dosesafhankelijke risicofactor voor darmkanker.

Boodschappen
De ‘Key messages’, de concluderende boodschappen, zijn de volgende:
  • Zwaarlijvigheid en alcohol verhogen het risico op verschillende soorten kanker; dit zijn de belangrijkste factoren van de voeding die bijdragen aan de totale belasting van kanker wereldwijd.

  • Bewerkt vlees en rood vlees verhogen waarschijnlijk het risico op darmkanker; voedingsvezels, zuivelproducten en calcium verminderen waarschijnlijk het risico.

  • Voedingsmiddelen die mutagene stoffen bevatten kunnen kanker veroorzaken; bepaalde soorten gezouten vis kunnen neus-keelholtekanker veroorzaken en met aflatoxine besmette voedingsmiddelen kunnen leverkanker veroorzaken.

  • Groenten en fruit zijn niet duidelijk gekoppeld aan het risico op kanker, hoewel zeer lage innames het risico voor kanker aan de luchtwegen en een aantal andere kankers kunnen verhogen.

  • Andere voedingsfactoren kunnen bijdragen aan het risico op kanker, maar het bewijs is momenteel niet sterk genoeg om daar zekerheid over te hebben.


Wie kanker krijgt, heeft vooral grote pech
‘Inconclusive’
Behalve dat er weinig bewijs is en dat dan ook nog zwak (‘inconclusive’) is, lijken de pijlers van wat tegenwoordig algemeen beschouwd wordt als een gezond dieet maar weinig invloed te hebben op kanker; niet preventief en curatief al helemaal niet. De vezels uit groente en fruit lijken weinig tot niets uit te halen (uit granen wel enigszins bij darmkanker). Noten en zaden komen in het hele verhaal niet voor. Al die mooie antioxidatieve polyfenolen uit tomaten, broccoli, boerenkool, bessen, wijn, citrus, thee, koffie, chocola en noem maar op: ze doen niet veel.

De auteurs roepen hun collega’s op om meer onderzoek te doen en alle data te delen, om misverstanden en vooringenomenheid bij de interpretatie van resultaten uit te sluiten. Er klinkt enige machteloosheid door in die oproep, alsof nieuw onderzoek wel betere resultaten te zien zal geven.

In de woorden van hoogleraar Hans Clevers: “Wie kanker krijgt, heeft vooral grote pech.”
Dit artikel afdrukken