Het programma vermeldt sprekers met expertise uit alle disciplines van het studieterrein: interne geneeskunde, endocrinologie, diëtetiek, sociologie, psychologie, neurologie, pediatrie, chirurgie en gynaecologie. Daarnaast zijn er ervaringsdeskundigen, verzekeraars en beleidsmakers die ook kennis aandragen. En verder heeft iedereen een mening over dikke mensen.
Volksziekte
Obesitas is een volksziekte en een maatschappelijk probleem. De toename van het aantal mensen met ziekelijk overgewicht is niet te stuiten, de belasting van de gezondheidszorg is navenant groot. De successen die er worden geboekt om daar wat aan te doen door preventie zijn, hoewel hoopgevend, marginaal: enkele procenten minder dikke kinderen in Amsterdam; minder frisdrankverkoop door suikertaks waar die ingevoerd is; convenanten – weliswaar vaak boterzacht – met de voedingsmiddelenindustrie om de producten gezonder te maken.
In essentie is de obesitasepidemie een botsing van twee krachten: de biologie en de vrije markt. Je zou het - afgemeten aan het vrij algemene en kwalijke verschijnsel van fat shaming - niet zeggen, maar inmiddels is wel breed doorgedrongen dat dik worden niet alleen een kwestie is van matige zelfbeheersing en gebrek aan wilskracht en/of van een weinig sportieve instelling.
Energiebalans
Een van de raadsels rond dik worden is waarom het niet iedereen treft. De een wordt dik en de ander niet, terwijl ze hetzelfde leventje leiden. De vraag waarom we dik worden, heeft antwoorden op meerdere niveau’s, zie het bovenstaande lijstje met expertises. Het eenvoudige antwoord dat veilig gegeven kan worden na de wapenstilstand in de diet wars, is dat we meer calorieën tot ons nemen dan we verbranden. De energiebalans is de sleutel tot een oplossing en die sleutel ligt in de mens zelf. Want als er iets bewaard is gebleven in de evolutie van de mens (met z’n hongerige brein), dan is het wel het vermogen om brandstof veilig te stellen om te overleven.
Diep in het lichaam zit een biologisch systeem dat een evenwicht nastreeft tussen de duizenden kilo’s eten die een mens in de loop van zijn leven verorbert, zijn energieverbruik en de opslag van lichaamsvetDat er iets ‘oers’ is aan het wel of niet dik worden, is een uitdagende gedachte. Wie vanuit zijn airconditioneerde huis in zijn auto met airco naar zijn steriele kantoor rijdt en daar de hele dag op zijn dikker wordende achterste zit, in afwachting van het volgende eetmoment van de dag, die heeft een andere energiebalans dan wie op zijn blote voeten met een speer achter een gnoe aanrent.
Calorietjes
Het is heel normaal om met het klimmen der jaren er telkens een pondje bij te krijgen, dat laten ieders jeugdfoto’s zien. Sommigen kunnen eten wat ze willen en komen toch niet aan, dat zijn de uitzonderingen waar iedereen het over heeft. Maar die zijn in feite net zo uitzonderlijk als degenen die dik worden en toch redelijk normaal eten of zelfs heel erg op de calorietjes letten.
Dat is het enigma van de energieregulering. Diep in het lichaam zit een biologisch systeem dat een evenwicht nastreeft tussen de duizenden kilo’s eten die een mens in de loop van zijn leven verorbert, zijn energieverbruik en de opslag van lichaamsvet. Als een volwassen persoon 10 kilo aankomt, dan is er in die balans een verstoring, een energetische ‘fout’, van 0,2%.
Dat gegeven namen Deense onderzoekers als uitgangspunt voor hun prikkelende studie ‘The unidentified hormonal defense against weight gain’. Wat beschermt ons tegen dik worden? Vrij levende dieren worden toch ook niet dik, dus waarom de mens wel?
Parabiotische partners
De onderzoekers van de universiteit van Kopenhagen doken in de oude en actuele wetenschappelijke literatuur over obesitas en markeren een aantal belangrijke ontdekkingen. Voedingstudies met dieren laten zien dat dieren die tijdelijk overvoerd worden, later weer minder eten en naar hun normale gewicht terugkeren. Dat zou een bewijs leveren voor de setpoint-theorie, de aanname dat een organisme een vast uitgangsgewicht heeft.
Oude experimenten met dieren waarvan de bloedsomlopen aan elkaar verbonden waren, wat ‘parabiotische partners’ oplevert, tonen aan dat de regulerende stoffen in het bloed zitten. De ene rat, bij wie de hypothalamus onklaar was gemaakt, bleef maar eten en dik worden, de ander, door wie hetzelfde bloed stroomde en met een functionerende hypothalamus, at niets zolang hij door dat bloed gevoed werd.
Leptine
Met de ontdekking van het hormoon leptine in 1994 leek het raadsel opgelost. Leptine wordt aangemaakt in vetweefsel en passeert de bloedhersenbarrière, waar het een neuro-hormonale werking op het verzadigingssyteem heeft. Bij muizen leidt toedoening van extra leptine tot enorm gewichtsverlies, omdat de diertjes geen honger meer hebben. Bij de mens werkt het lang niet zo goed, leptinetherapie is helaas geen afdoende anti-obesitasmiddel.
Na de ontdekking van het ‘hongerhormoon’ ghreline in 1999 ontstond er een trio hormonen dat vanuit het lichaam de hersenen informeert over de voedingstoestand: insuline, leptine en ghreline. Ze hebben alle drie nog vele andere functies en worden bijgestaan door meer (darm)hormonen die een rol hebben in de regulering van honger, verzadiging, energieverbruik en vetopslag.
Potent stofje
Maar er moet, zeggen de Denen, nog een molecuul, een hormoon, zijn dat een bepalende functie heeft bij het handhaven van de onder- en bovengrens die voedingsexperimenten aantonen: “Op basis van het onderzoek en de theorieën kan worden gespeculeerd dat de evolutie de mens heeft uitgerust met een fysiologisch feedbacksysteem dat wordt geactiveerd wanneer langdurige overvoeding de vetmassa voorbij de bovenste biologische grens duwt. Een centraal aspect van dit systeem zou een afgescheiden circulerende factor kunnen zijn die werkt tegen overmatige toename van de lichaamsvetvoorraad.” Dat moet een heel potent stofje zijn, want die regulering is heel strikt.
De onderzoekers roepen hun (jonge) vakgenoten op met de nieuw beschikbare technieken en kennis (onder meer van het genoom en het microbioom) op zoek te gaan naar dat stofje. “De toekomst is nu,” schrijven ze. “En de ongeïdentificeerde factor van overvoeding, als dit signaal bestaat, is er om ontdekt te worden. Het decoderen van de fysiologie die gewichtstoename tegengaat is misschien wel een van de meest belangrijke taken voor modern metabolisch onderzoek, en we moedigen onze collega's dan ook aan om zich bij deze 60-jarige zoektocht aan te sluiten.”
We kijken uit naar de presentatie op toekomstige symposia van de eerste zoektochten naar deze missing link.
Op 5 mei krijg je nieuwe kado-artikelen.
Als betalend lid lees je zoveel artikelen als je wilt, én je steunt Foodlog
#2 Ben het eens , met wat je hier stelde, en gaf dat al aan.
Wel vraag ik me af in hoeverre in deze draad het aspect 'genetisch overdracht' en rol speelt.
Voor mij zijn binnen beide families (grootouders) en nu getrapt via ons beiden, naar weer kleinkinderen in een uitdijende 'tree' , een aantal specifieke kenmerken opvallend. Naast nieuwe.
Niet vanwege 'een stofje', maar vanuit een gedeelde DNA-keten.
Ik citeer nu een artikel dat erg lang is, maar echt veel nuttige informatie geeft over gewichtsreductie en de onzin van calorieën tellen (en de historie daar van) én wellicht waar we die "missing link" zouden kunnen vinden: "gut microbiome": tamelijk aan het einde van dit artikel: www.bluezones.com/2019/01/why-the-calorie-is-broken
Huib, wat ik sterk vind in deze paper (en daarom dank voor het rapporteren ervan!) is dat de auteurs de vraag stellen: "What are the biological mechanisms that defend against adiposity?"
Het lijkt mij een heel nuttige vraag. Niet omdat we met het beantwoorden daarvan die ene golden bullet vinden waarvan een medicijn gemaakt kan worden - daar geloof ik niet zo in -, maar omdat begrip van de biologische mechanismen ertoe bijdragen om onjuiste ideeën (zoals 'we eten gewoon teveel en bewegen te weinig') de wereld uit te helpen.
Een paar jaar geleden ben ik eens begonnen aan een paper waarin mijn stelling ook was dat we moeten kijken naar de fysiologische regulatie om de effecten van voeding op de gezondheid te begrijpen. Het stuk is nooit afgemaakt. Ik ken regelsystemen uit de techniek en weet uit de literatuur dat de biologie niet zo werkt. Ik vraag mij m.n. af of er sprake is van één regelsysteem, en de auteurs van het huidige stuk laten al zien dat het antwoord daarop nee is. Leptine speelt een rol, maar niet de enige. De vraag is daarom of er nu één onontdekt stofje cq. reguleringssysteem is, of diverse op elkaar ingrijpende mechanismen.
Het metabool systeem is werkelijk interessant. Echter loopt het DNA speciffiek epiginetica hier ook dwars door heen. De omgeving zorgt voor genexpressie (ik noem dat geen aan uit knop maar liever een dimmer), enzymen hormonen en andere functionele eiwitten worden beetje aan of beetje uit gezet. Metabolic pathways -op kantoor hebben we een groter poster hangen - zijn vooral kwalitatieve inzichten. De rate’s (reactiesnelheden) worden zwaar beïnvloed door de epigenetica.
Dennis #2 , wat betreft metabole regulering kan ik iedereen het boek Metabolic Regulation van Keith N. Frayn aanraden. Het lichaam zit idd vol met balansen en terugkoppelingen, waarin sommige stoffen zelfs een tegengestelde werking kunnen krijgen. Mijn favoriete voorbeeld is de strakke beheersing van plasmaglucose door insuline.
Je vergeet in je opmerking over die gekoppelde bloedbanen dat bij de ene rat de hypothalamus onklaar was gemaakt. Dus de andere rat werd overvoerd en iets zorgde ervoor dat die zelf niet meer at. Dat leidde tot de veronderstelling dat er een stofje in het bloed moet zijn (dat bij de een wel werkt op de verzadiging en bij de ander niet) dat beschermt tegen dik worden. Dit experiment (parabiosis) dateert uit 1950 en de Denen menen dat er nog geen afdoende verklaring voor is gevonden. Maar ook houden ze de mogelijkheid open dat het er niet is, dat ene stofje. Dat vermeld ik ook.