De neerslagpercentages van stikstof uit agrarische activiteiten vliegen het kranten- én professionele publiek om de oren. Volgens de Commissie Remkes, op gezag van het RIVM, zou de neerslag voor 46% uit boerenactiviteiten afkomstig zijn. Het Mesdagfonds maakte er 25% van, maar moest dat herroepen. Het RIVM kwam afgelopen met een correctie; de 46% zou 45% zijn. Vandaag bleek dat het RIVM vond dat het zijn 46 en 45% moest bijstellen. Het aandeel van boeren in de depositie zou 41% bedragen. Volgens Johan Vollenbroek van MOB ziet iedereen het verkeerd en is het aandeel 67%. Hieronder zijn visie op de cijfers.
Nee, geen 25% of 41%/45% maar 67%. De landbouw is verantwoordelijk voor minstens 67% stikstofdepositie van Nederlandse oorsprong op stikstofgevoelige habitats in Nederland. Dat komt omdat de stikstofdepositie als gevolg van ‘sjoemel’-RAV’s hoger is dan gedacht. MOB heeft recent een belangrijk advies uitgebracht aan het Adviescollege Stikstofproblematiek, beter bekend als de Commissie Remkes, waarin we onze visie op de cijfers toelichten. De kernpunten daaruit geef ik hieronder nog eens weer.
Ammoniakemissies naar de lucht worden door RIVM berekend op basis van zogenoemde ‘RAV-codes’, ook wel ammoniakemissiefactoren genoemd. Er zijn steeds meer aanwijzingen dat zogenaamde ‘emissiearme’ stallen soms net zoveel ammoniak emitteren als traditionele stallen. In de sector zelf wordt daarom ook wel gesproken over ‘sjoemel-RAV’s’.
De werkelijke ammoniakemissie vanuit de landbouw is daarom aanzienlijk hoger dan waarvan RIVM tot nog toe is uitgegaan. De inputs van de modellen gaan er immers vanuit dat de emissiearme stallen ook werkelijk de geclaimde emissiereductie bereiken.De onderschatting van emissies vanuit de landbouw is door de landsadvocaat op de zitting in het PAS-proces ingebracht.
Het door RIVM genoemde percentage van 41% ammoniakbijdrage van uit de landbouw moet goed begrepen worden omdat het de indruk kan wekken dat de landbouw minder bijdraagt dan in werkelijkheid het geval is. Deze 41% betreft de bijdrage van de Nederlandse landbouw aan de totale stikstofdepositie op stikstofgevoelige habitats in Natura 2000-gebieden. Echter, 39% van die depositie komt uit het buitenland en van zee. Omgerekend betekent dit dat de Nederlandse landbouw voor 67% bijdraagt aan de stikstofdepositie op stikstofgevoelige habitats in Natura 2000-gebieden voor zover die stikstofdepositie een Nederlandse oorsprong heeft.
MOB presenteerde deze bevindingen in een brief van 1 maart 2020 aan de Commissie Remkes. MOB deelt de opvatting van deze commissie dat alle sectoren die stikstofverbindingen (NOx, ammoniak, kortweg ‘stikstof’) emitteren en daardoor bijdragen aan de stikstofcrisis, dienen bij te dragen aan de oplossing van het probleem van de te hoge stikstofemissie en stikstofdepositie in Nederland. Daarom vind ik dat de landbouw (en andere sectoren) een nóg forsere inspanning zullen moeten verrichten dan tot op heden gedacht. Ik heb de Commissie erop gewezen dat de stikstofemissie in Nederland uiterlijk in 2030 gemiddeld gehalveerd dient te zijn. MOB weet zich hierin in gesteund door een recent rapport van de WUR.
MOB heeft de Commissie in overweging gegeven om het kabinet te adviseren éénmalig alle zogenaamde emissiearme stallen in de praktijk op hun merites te beoordelen. Centrale vraag is of de geclaimde lage ammoniakemissies in de praktijk wel worden gehaald. Zo nodig dienen de emissiefactoren, die niet de geclaimde ammoniakemissiereductie bevestigen, te worden bijgesteld. Ook adviseren we een beter systeem om nieuwe staltypen te beoordelen op ammoniakemissies. Nu bestaat de indruk dat de meetrapporten mogelijk onvoldoende onafhankelijk zijn. n alle gevallen dient na 2 jaar na introductie middels praktijkmetingen door een onafhankelijke instantie te worden nagemeten of geclaimde reducties in de praktijk wel worden gehaald. De procedure dient te voorzien in een bijstelling van emissiefactoren, die niet de geclaimde ammoniakemissiereductie bevestigen. Het bovenstaande geldt ook voor alle geïnstalleerde gaswassers die beogen om de ammoniakemissie te reduceren. De verwachte verwijderingsrendementen in RAV-codes van ammoniakwassers moeten dus substantieel naar beneden te worden bijgesteld.
Indien er geen herziening komt van de ‘sjoemel-RAV’s’ zullen milieuorganisaties vergunningen die op basis hiervan gaan worden verstrekt op juridische gronden aanvechten.
Dit artikel afdrukken
Ammoniakemissies naar de lucht worden door RIVM berekend op basis van zogenoemde ‘RAV-codes’, ook wel ammoniakemissiefactoren genoemd. Er zijn steeds meer aanwijzingen dat zogenaamde ‘emissiearme’ stallen soms net zoveel ammoniak emitteren als traditionele stallen. In de sector zelf wordt daarom ook wel gesproken over ‘sjoemel-RAV’s’.
De werkelijke ammoniakemissie vanuit de landbouw is daarom aanzienlijk hoger dan waarvan RIVM tot nog toe is uitgegaan. De inputs van de modellen gaan er immers vanuit dat de emissiearme stallen ook werkelijk de geclaimde emissiereductie bereiken.De onderschatting van emissies vanuit de landbouw is door de landsadvocaat op de zitting in het PAS-proces ingebracht.
Indien er geen herziening komt van de ‘sjoemel-RAV’s’ zullen milieuorganisaties vergunningen die op basis hiervan gaan worden verstrekt op juridische gronden aanvechtenDe “sjoemel-RAV’s’ zijn een bom onder het toch als schamele Nederlandse stikstofbeleid én de vergunningverlening. Uit handhavingsrapporten over gaswassers die ammoniak uit stallucht horen te verwijderen blijkt dat de verwijderingspercentages veel slechter uitvallen dan waarmee gerekend, als de wassers überhaupt al aanstaan.
Het door RIVM genoemde percentage van 41% ammoniakbijdrage van uit de landbouw moet goed begrepen worden omdat het de indruk kan wekken dat de landbouw minder bijdraagt dan in werkelijkheid het geval is. Deze 41% betreft de bijdrage van de Nederlandse landbouw aan de totale stikstofdepositie op stikstofgevoelige habitats in Natura 2000-gebieden. Echter, 39% van die depositie komt uit het buitenland en van zee. Omgerekend betekent dit dat de Nederlandse landbouw voor 67% bijdraagt aan de stikstofdepositie op stikstofgevoelige habitats in Natura 2000-gebieden voor zover die stikstofdepositie een Nederlandse oorsprong heeft.
MOB presenteerde deze bevindingen in een brief van 1 maart 2020 aan de Commissie Remkes. MOB deelt de opvatting van deze commissie dat alle sectoren die stikstofverbindingen (NOx, ammoniak, kortweg ‘stikstof’) emitteren en daardoor bijdragen aan de stikstofcrisis, dienen bij te dragen aan de oplossing van het probleem van de te hoge stikstofemissie en stikstofdepositie in Nederland. Daarom vind ik dat de landbouw (en andere sectoren) een nóg forsere inspanning zullen moeten verrichten dan tot op heden gedacht. Ik heb de Commissie erop gewezen dat de stikstofemissie in Nederland uiterlijk in 2030 gemiddeld gehalveerd dient te zijn. MOB weet zich hierin in gesteund door een recent rapport van de WUR.
MOB heeft de Commissie in overweging gegeven om het kabinet te adviseren éénmalig alle zogenaamde emissiearme stallen in de praktijk op hun merites te beoordelen. Centrale vraag is of de geclaimde lage ammoniakemissies in de praktijk wel worden gehaald. Zo nodig dienen de emissiefactoren, die niet de geclaimde ammoniakemissiereductie bevestigen, te worden bijgesteld. Ook adviseren we een beter systeem om nieuwe staltypen te beoordelen op ammoniakemissies. Nu bestaat de indruk dat de meetrapporten mogelijk onvoldoende onafhankelijk zijn. n alle gevallen dient na 2 jaar na introductie middels praktijkmetingen door een onafhankelijke instantie te worden nagemeten of geclaimde reducties in de praktijk wel worden gehaald. De procedure dient te voorzien in een bijstelling van emissiefactoren, die niet de geclaimde ammoniakemissiereductie bevestigen. Het bovenstaande geldt ook voor alle geïnstalleerde gaswassers die beogen om de ammoniakemissie te reduceren. De verwachte verwijderingsrendementen in RAV-codes van ammoniakwassers moeten dus substantieel naar beneden te worden bijgesteld.
Indien er geen herziening komt van de ‘sjoemel-RAV’s’ zullen milieuorganisaties vergunningen die op basis hiervan gaan worden verstrekt op juridische gronden aanvechten.
In gesprek met Foodlog zei prof. Jan Willem Erisman, directeur van het Louis Bolk Instituut en stikstofexpert en modelbouwer, dat de discussie beter door de overheid voorkomen had kunnen worden door een duidelijk doel te stellen. Dat kan de overheid nog steeds door alle partijen die emitteren wettelijk te verplichten hun emissies met 50% te reduceren. Dat geeft Nederland het morele recht dezelfde inspanning van onze buurlanden te verlangen.
Nog 3
Je hebt 0 van de 3 kado-artikelen gelezen.
Op 5 mei krijg je nieuwe kado-artikelen.
Op 5 mei krijg je nieuwe kado-artikelen.
Als betalend lid lees je zoveel artikelen als je wilt, én je steunt Foodlog
Lees ook
MOB 2.0 vind kennelijk dat ze niet alleen de wetgeving kan gebruiken om hun doelstellingen na te streven maar dat de wet ook aangepast moet worden aan hun veronderstellingen.
#1, ej, " maar dat de wet ook aangepast moet worden aan hun veronderstellingen."
Waar lees je dat dan?
Wat een onzin redenering van Vollenbroek. Het gaat toch om de depositie op Natura 2000 gebieden daarbij geldt dat zowel de binnenlandse als de buitenlandse depositie meegenomen moeten worden. Dus die 67% is onzin. Verder heeft hij het over sjoemel RAV’s , maar ik hoor hem niet over de niet geregistreerde emissie van de industrie, het vliegverkeer boven de 900 meter en de scheepvaart.
Volgens de factsheet van TNO gaat 90% van de NOX naar het buitenland. Hier heb ik ook grote twijfels over laat dat ook maar checken.
Zolang we alleen maar modelmatig rekenen en niets meten blijven we continu de zaak ter discussie stellen.
Uit deze projectie van Vollenbroek's fata morgana's blijkt weer eens zijn negatieve focus op boeren , die zo langzamerhand rabiaat wordt door de volhardend heid waarin hij overige emissie bronnen stelselmatig negeert.
Als natuurpartijen zijn adviezen gaan opvolgen, en alle vormen van activiteiten via zijn instrument van bezwaar procedures gaat frustreren en lamleggen, samen met een vingertje richting buurlanden die schijt hebben aan een paar idealisten in dit kikkerlandje, is het samen met de onhoudbare en aangetoonde onhaalbare Kritische Depositie Waardes, heel snel gedaan met het snippertje goodwill die de burger nu nog heeft voor zijn idealisme.
Een hond kan heel vals bijten als je hem bij de staart pakt.
Ook meneer Timmermans heeft, met zijn politieagent aspiraties vanuit de EU op lidstaten over klimaatmaatregelen afdwingen, een stok in een wespennest gestoken.
Steeds meer blijkt dat lidstaten het zat zijn door een paar zeloten als Vollenbroek en Timmermans die telkens uit Nederland afkomstig blijken, en die naast CO2 ook onhaalbare stikstof eisen hebben bedacht en doorgevoerd, als snotapen te worden behandeld ten koste van hun nationale economie.
Nederland is druk bezig zijn "gidsstatus" en imago van verstandige beleidvoerder binnen de EU te verspelen, omdat lidstaten in deze tijden wel wat anders aan hun hoofd hebben als deze Stikstof hersenspinsels en fantasie problemen met niet werkende oplossingen voor CO2 emissie beperking zoals van het gas af gaan.
Inmiddels zijn de eerste "vluchtelingen werkers" uit Nederland , die door grensstaten als Griekenland en Italië inmiddels als "immigratie werkers"of "reisburo's " voor economische vluchtelingen worden aangeduid, al op duidelijke manier door de lokale bevolking te verstaan gegeven dat zij geen behoefte hebben aan Nederlandse liefdadigheid en betweterigheid die hen alleen maar treft en tekort doet door het aanmoedigen van een steeds grotere stroom van asielzoekers uit veilige landen.
Het krediet van ons land binnen de EU is snel aan het verdampen door de acties van zeloten als Vollenbroek en Timmermans die geen oog hebben voor de huidige prioriteiten als het overeind houden van de economie bij een groeiende viruscrisis , en de cynische spelletjes met vluchtelingen door een paar oorlogsmisdadigers , zaken, waar stikstof en CO2 plannetjes pertinent bij in het niet vallen.
#4, Peter, dat lees ik niet. MOB heeft het over ammoniakbijdrage, die verkeerd berekend is. Dan is het nogal wiedes dat je je daarop focust, waarom dat zo is, maar dat is dan geen negatieve focus op boeren. Verder worden ook de overige sectoren genoemd, en NOx.