Onder aanvoering van staatssecretaris Paul Blokhuis is het Nationaal Preventieakkoord opgesteld. Dit plan beschrijft hoe Nederland gezonder moet worden. De Gecombineerde Leefstijlinterventie (GLI) is één van de nieuwe maatregelen om specifiek overgewicht tegen te gaan. Om meer duidelijkheid te krijgen of dit werkt, heb ik onderzoek gedaan naar wat de GLI precies inhoudt, de mogelijke opbrengsten hiervan en de bredere context van maatregelen om overgewicht tegen te gaan. Wat blijkt? Het is een mooie eerste stap, maar er is veel meer nodig om overgewicht echt terug te dringen.

In november 2018 was het dan zover: staatssecretaris Paul Blokhuis presenteerde het Nationale Preventieakkoord, met daarin stevige ambities om overgewicht terug te dringen. Zo is in 2040 maximaal 38% van de Nederlanders te zwaar; nu is dat de helft. Ook het percentage van mensen met obesitas, zwaar overgewicht, moet zijn gehalveerd, te weten van 14,5% nu naar maximaal 7,1% in 2040. Deze aandoeningen kunnen namelijk zorgen voor vervelende ziekten zoals diabetes type 2, hart- en vaatziekte en bepaalde soorten kanker. Natuurlijk is dit onwenselijk voor de mensen die hier mee te kampen hebben, maar het zorgt ook voor steeds hogere zorgkosten. Daarom sloeg de overheid de handen ineen met maatschappelijke organisaties en de voedselindustrie om samen tot oplossingen te komen.

Keuzes op heel veel gebieden
Ik heb onderzoek gedaan naar het thema overgewicht, en in het specifiek de Gecombineerde Leefstijlinterventie, ofwel de GLI. Dit is een tweejarig leefstijlprogramma dat zich richt op gedragsverandering, namelijk bewegen, eten, slapen, stress en planning. Het volgen van dit programma kost je niets, want het zit in elk basispakket van zorgverzekeraars. Bovendien betaal je hiervoor geen eigen risico. Een mooi plan, toch?

Ja en nee. Ja, want vóór het Nationaal Preventieakkoord bestonden er voor mensen met (ernstig) overgewicht grofweg twee opties: of je kon naar een diëtist voor een klein aantal consults, of je kreeg als laatste redmiddel een maagverkleining. Wilde je meer of iets anders, dan moest je dat uit eigen portemonnee betalen. Erg karig en niet heel toegankelijk dus. Wat voegt de GLI dan toe? Het richt zich op alle mogelijke oorzaken van overgewicht.

Natuurlijk weten we dat gezond eten en voldoende bewegen helpt tegen overgewicht. Maar bij overgewicht komt veel meer kijken. Zaken als stress, slaap en planning hebben ook invloed op overgewicht. De GLI leert mensen dus om gezondere keuzes te maken op heel veel gebieden in iemands leven. Bovendien is het een langdurig traject (twee jaar) met zowel individuele coaching als met groepssessies. Daarom is de GLI een goed programma en een waardevolle toevoeging voor mensen met (ernstig) overgewicht.

Helaas is het niet allemaal rozengeur en maneschijn. Zo is het budget wat is uitgetrokken om een GLI te kunnen aanbieden niet bepaald ruimhartig; er is €6,5 miljoen beschikbaar voor 5 miljoen potentiële patiënten. Huisartsen laten weten dat ze meer mensen zouden willen doorverwijzen, maar zich beperkt voelen door dit lage budget. Ook is het niet altijd kostendekkend voor een leefstijlcoach om een GLI aan te bieden. Dit kan voor een drempel zorgen om een prijzige opleiding als leefstijlcoach te volgen, terwijl er al een tekort is aan leefstijlcoaches. Als reactie gaf de staatssecretaris al vroegtijdig aan dat er meer geld vrijkomt, maar deze handreiking lijkt onvoldoende. Tenslotte gaat een GLI niet per se uit van preventie: mensen hebben namelijk al een aandoening voordat ze in aanmerking komen voor het programma. Dit valt onder secundaire preventie, wat niet bij voorbaat slecht is, maar het zal nieuwe gevallen van overgewicht en obesitas niet voorkomen.

Omgeving veranderen
Als je echt overgewicht aan wilt pakken, dan moet je ook de omgeving veranderen. Denk maar aan al die verleidingen: makkelijk te scoren snacks onderweg, schoolkantines met snoepautomaten en eindeloos veel reclame voor ongezonde producten. Daarom luidt mijn advies: maak een gezonde keuze aantrekkelijker en tegelijkertijd een ongezonde keuze minder aantrekkelijk. Hoe dan? Voer een suikertaks in (belasting op toegevoegde suikers), een verbod op kindermarketing van ongezonde producten en strengere richtlijnen voor voedselaanbod in school- en sportkantines. Draai de BTW verhoging op groente en fruit terug. In de toekomst kan het raadzaam zijn om, net zoals bij het rookbeleid, de industrie niet meer te laten aanschuiven bij het maken van nieuwe plannen. En uiteraard een veel ruimer budget voor de GLI rekenen.

Tenslotte is daadkracht vanuit de politiek nodig. Van de huidige regering, met partijen die een vrije keuze van individuen hoog in het vaandel hebben staan, hoeven we dit niet meteen te verwachten. We hebben stevige wetgeving nodig, geen vrijblijvende afspraken als resultaat van polderen. Zelfs de eigen overheidsinstantie, het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM), laat in een quickscan zien dat het huidige Nationale Preventieakkoord de ambities bij lange na niet gaan halen.

Het plan van staatssecretaris Blokhuis is een eerste stap in de goede richting, maar er zal veel meer nodig zijn om overgewicht echt aan te pakken.

Voor dit artikel interviewde ik drie experts uit het werkveld:
Carolien Linnemann, eigenaresse van De Waagcoach en geaccrediteerde lifestyle coach van een GLI (CooL)
Prof. dr. Liesbeth van Rossum, internist bij het Erasmus MC in Rotterdam, samen met arts Mariëtte Boon schrijfster van het boek ‘Vet Belangrijk’ en als voorzitster van het Partnerschap Overgewicht Nederland medeverantwoordelijk voor het opstellen van het Nationaal Preventieakkoord
Prof. mr. dr. Brigit Toebes, hoogleraar Gezondheidsrecht in Internationaal Perspectief aan de Rijksuniversiteit Groningen.

Hier vind je het uitgebreide artikel op FIT.nl en er is een speciale podcast over dit onderwerp!

Dit artikel afdrukken