In Brabant lijkt de boeren- en stikstofcrisis te leiden tot een nieuw College van Gedeputeerde Staten. Het CDA verliet de coalitie. De Brabantse VVD wil nu verder met Forum voor Democratie. Statenlid Hermen Vreugdenhil (ChristenUnie, de partij van landbouwminister Schouten) betreurt die gang van zaken. Hij gelooft meer in een democratisch proces van onderaf.
Was de bestuurscrisis in Brabant onvermijdelijk? Was er echt geen oplossing mogelijk die op brede steun in de Brabantse Staten kon rekenen? Ik blijf met deze vraag zitten na het lezen van het rapport ‘Op zoek naar zuurstof’ opgesteld door twee ervaren rotten uit de Brabantse politiek die als rapporteurs aangesteld waren om de mogelijkheden voor een stabiel bestuur te onderzoeken.
De kern van de crisis en van veel debatten is terug te voeren op de vraag of er ruimte is om het veehouderijbesluit uit 2017 te heroverwegen. In de afgelopen maanden bleek telkens weer dat het coalitieakkoord een knellend corset was die elke inhoudelijke discussie hierover blokkeerde. Ondanks gewijzigde omstandigheden, nieuwe feiten en afspraken tussen Rijk en alle provincies mocht er geen millimeter afgeweken worden van de strikte lijn uit het coalitieakkoord. Het feit dat ruim 500 boerengezinnen daardoor gedwongen werden om te stoppen en met grote schulden achterbleven werd voor lief genomen.
En juist op dat punt geeft het verslag van de rapporteurs een interessante inkijk in de daadwerkelijke standpunten van diverse partijen. VVD laat nu optekenen dat “Nieuwe ontwikkelingen vanuit landelijk zouden ertoe kunnen leiden dat het beleid van juli 2017 ingehaald is door de tijd en dat het doel van “Brabant niet op slot” door nieuwe landelijke instrumenten wordt ingevuld”. Zelfs GroenLinks geeft aan “niet rigide in het stikstof- en landbouwdossier te zitten” en laat weten dat er nu alsnog over te onderhandelen valt. Twee geluiden die als er ruimte zou zijn om niet ingeperkt door een knellend coalitieakkoord het debat aan te mogen gaan ongetwijfeld hadden geleid tot een passende oplossing. Dit was eigenlijk ook wat het CDA op een heel redelijke manier van haar coalitiepartners vroeg maar geen ruimte voor kreeg. Helaas.
Moeten we dan in Brabant nu weer terug naar 0? Nee, we praten in Brabant al heel lang over stikstof, landbouw, natuur en de wijze waarop we alle partijen willen betrekken. Zo wisten we in Brabant in 2009 al een vrijwillig convenant stikstof te sluiten die leidt tot een halvering van de emissie van de veehouderij in 2028. We ontwikkelden de Brabantse Zorgvuldigheidsscore Veehouderij waardoor de verduurzaming van de veehouderij onderdeel is van elke nieuwe vergunning. We stelden vrijwel unaniem de Omgevingsvisie vast waarin we met elkaar vastgelegd hebben om in ons hele beleid te werken aan het versterken van zowel draagvlak als draagkracht. “Alleen door de dynamiek in de samenleving te adresseren en waar nodig en gewenst op de juiste momenten bij te stellen, zijn we in staat de doelen daadwerkelijk te realiseren”.
Brabant is sterk geworden door een cultuur van samenwerken en overleg. Een provincie die niet van bovenaf dicteert maar van onderop zoekt naar oplossingen. Dat moet ook wel in een provincie die zo divers is. Waar zand en klei scherpe scheidslijnen trekken die maatwerk vereisen. Waar gebieden met verdroging afgewisseld worden door regio’s waar het tegengaan van wateroverlast en realiseren van voldoende waterberging leidend is. Waar gebieden met een extensieve landbouw contrasteert met regio’s waar intensivering leidend was. Dat samenwerkings-DNA zijn we niet zomaar kwijtgeraakt en daar ligt ook de oplossing van de crisis. Vanuit de transities waar we onmiskenbaar voor staan het debat aangaan hoe we draagvlak en draagkracht weten te taxeren en te versterken. Waarin we in de Brabantse politiek weer onszelf de ruimte gunnen om in een openbaar debat de vraag aan de orde te durven stellen of het nodig en gewenst is regels bij de stellen om zo ook daadwerkelijk het doel te realiseren.
Elke crisis biedt een nieuwe kans. Net zoals de uitspraak van de Raad van State in mei een wake-up call was dat we niet langer ongebreideld kunnen inzetten op economische groei is de politieke crisis van 13 december de wake-up call dat we niet langer de besluiten rigide vanuit het provinciehuis op basis van dichtgetimmerde coalitieakkoord kunnen nemen maar het debat aan moeten gaan met elkaar en met de samenleving waarin draagvlak en draagkracht leidend te laten zijn.
Op zoek naar zuurstof noemden de rapporteurs hun rapport. Als we even de tijd nemen om een stapje terug te zetten om te bezien waar we het met elkaar over eens waren dan krijgen we weer volop zuurstof. Dat vraagt van Provinciale Staten dan ook om niet weer in de val te trappen van een coalitieakkoord opgesteld in de achterkamers waarin belangen uitgeruild worden. Dat vraagt om een open en transparante aanpak gericht op draagvlak met oog voor draagkracht voor het uitvoeren van beleid. Een nieuwe coalitie zal moeten laten zien dat we onze woorden van de Omgevingsvisie in daden om weten te zetten. Dat gaat ons in de Brabantse politiek weer echt zuurstof opleveren!
Dit artikel afdrukken
De kern van de crisis en van veel debatten is terug te voeren op de vraag of er ruimte is om het veehouderijbesluit uit 2017 te heroverwegen. In de afgelopen maanden bleek telkens weer dat het coalitieakkoord een knellend corset was die elke inhoudelijke discussie hierover blokkeerde. Ondanks gewijzigde omstandigheden, nieuwe feiten en afspraken tussen Rijk en alle provincies mocht er geen millimeter afgeweken worden van de strikte lijn uit het coalitieakkoord. Het feit dat ruim 500 boerengezinnen daardoor gedwongen werden om te stoppen en met grote schulden achterbleven werd voor lief genomen.
En juist op dat punt geeft het verslag van de rapporteurs een interessante inkijk in de daadwerkelijke standpunten van diverse partijen. VVD laat nu optekenen dat “Nieuwe ontwikkelingen vanuit landelijk zouden ertoe kunnen leiden dat het beleid van juli 2017 ingehaald is door de tijd en dat het doel van “Brabant niet op slot” door nieuwe landelijke instrumenten wordt ingevuld”. Zelfs GroenLinks geeft aan “niet rigide in het stikstof- en landbouwdossier te zitten” en laat weten dat er nu alsnog over te onderhandelen valt. Twee geluiden die als er ruimte zou zijn om niet ingeperkt door een knellend coalitieakkoord het debat aan te mogen gaan ongetwijfeld hadden geleid tot een passende oplossing. Dit was eigenlijk ook wat het CDA op een heel redelijke manier van haar coalitiepartners vroeg maar geen ruimte voor kreeg. Helaas.
Moeten we dan in Brabant nu weer terug naar 0? Nee, we praten in Brabant al heel lang over stikstof, landbouw, natuur en de wijze waarop we alle partijen willen betrekken. Zo wisten we in Brabant in 2009 al een vrijwillig convenant stikstof te sluiten die leidt tot een halvering van de emissie van de veehouderij in 2028. We ontwikkelden de Brabantse Zorgvuldigheidsscore Veehouderij waardoor de verduurzaming van de veehouderij onderdeel is van elke nieuwe vergunning. We stelden vrijwel unaniem de Omgevingsvisie vast waarin we met elkaar vastgelegd hebben om in ons hele beleid te werken aan het versterken van zowel draagvlak als draagkracht. “Alleen door de dynamiek in de samenleving te adresseren en waar nodig en gewenst op de juiste momenten bij te stellen, zijn we in staat de doelen daadwerkelijk te realiseren”.
Brabant is sterk geworden door een cultuur van samenwerken en overleg. Een provincie die niet van bovenaf dicteert maar van onderop zoekt naar oplossingen. Dat moet ook wel in een provincie die zo divers is. Waar zand en klei scherpe scheidslijnen trekken die maatwerk vereisen. Waar gebieden met verdroging afgewisseld worden door regio’s waar het tegengaan van wateroverlast en realiseren van voldoende waterberging leidend is. Waar gebieden met een extensieve landbouw contrasteert met regio’s waar intensivering leidend was. Dat samenwerkings-DNA zijn we niet zomaar kwijtgeraakt en daar ligt ook de oplossing van de crisis. Vanuit de transities waar we onmiskenbaar voor staan het debat aangaan hoe we draagvlak en draagkracht weten te taxeren en te versterken. Waarin we in de Brabantse politiek weer onszelf de ruimte gunnen om in een openbaar debat de vraag aan de orde te durven stellen of het nodig en gewenst is regels bij de stellen om zo ook daadwerkelijk het doel te realiseren.
Elke crisis biedt een nieuwe kans. Net zoals de uitspraak van de Raad van State in mei een wake-up call was dat we niet langer ongebreideld kunnen inzetten op economische groei is de politieke crisis van 13 december de wake-up call dat we niet langer de besluiten rigide vanuit het provinciehuis op basis van dichtgetimmerde coalitieakkoord kunnen nemen maar het debat aan moeten gaan met elkaar en met de samenleving waarin draagvlak en draagkracht leidend te laten zijn.
Op zoek naar zuurstof noemden de rapporteurs hun rapport. Als we even de tijd nemen om een stapje terug te zetten om te bezien waar we het met elkaar over eens waren dan krijgen we weer volop zuurstof. Dat vraagt van Provinciale Staten dan ook om niet weer in de val te trappen van een coalitieakkoord opgesteld in de achterkamers waarin belangen uitgeruild worden. Dat vraagt om een open en transparante aanpak gericht op draagvlak met oog voor draagkracht voor het uitvoeren van beleid. Een nieuwe coalitie zal moeten laten zien dat we onze woorden van de Omgevingsvisie in daden om weten te zetten. Dat gaat ons in de Brabantse politiek weer echt zuurstof opleveren!
De boeren- en bouwcrisis die door de Nederlandse stikstofaffaire is ontstaan, lijkt te leiden tot een populistische verrechtsing in de politiek.
Vermoedelijk is dat het gevolg van politici die weigeren de mensen die erdoor geraakt worden zelf een rol te geven. Links wil besluiten voor het publiek hoe 'het moet'; gematigd rechts heeft geen antwoord. Identitair rechts - dat politiek kapitaal bouwt op de gevoelde belangen van mensen - lijkt een antwoord te geven, maar gaat eenzijdig aan de kant van persoonlijke belangen staan. Het redelijke gesprek over ons gezamenlijke belang lijkt uit de samenleving te verdwijnen. De Brabantse ChristenUnie politicus Hermen Vreugdenhil pleitte eerder in gesprek met Foodlog voor subsidiariteit: geef de betroffenen binnen een duidelijk kader de mogelijkheid om tot een vergelijk te komen door hen creatief zelf te laten beslissen over hun lot. Niet alles kan, beslist niet zelfs. Die regel inspireert tot het vergelijk en leidt weg uit de onverzoenlijkheid en de patstellingen die ontstaan.
In een podcast op Betrouwbare Bronnen waarschuwt CDA-partijhistoricus Pieter Gerrit Kroeger het CDA in Noord-Brabant niet te gaan besturen met Forum voor Democratie. Volgens Kroeger zijn populistische partijen als Forum labiel en anti-democratisch en lopen ze weg zodra harde keuzes gemaakt moeten worden.
Vermoedelijk is dat het gevolg van politici die weigeren de mensen die erdoor geraakt worden zelf een rol te geven. Links wil besluiten voor het publiek hoe 'het moet'; gematigd rechts heeft geen antwoord. Identitair rechts - dat politiek kapitaal bouwt op de gevoelde belangen van mensen - lijkt een antwoord te geven, maar gaat eenzijdig aan de kant van persoonlijke belangen staan. Het redelijke gesprek over ons gezamenlijke belang lijkt uit de samenleving te verdwijnen. De Brabantse ChristenUnie politicus Hermen Vreugdenhil pleitte eerder in gesprek met Foodlog voor subsidiariteit: geef de betroffenen binnen een duidelijk kader de mogelijkheid om tot een vergelijk te komen door hen creatief zelf te laten beslissen over hun lot. Niet alles kan, beslist niet zelfs. Die regel inspireert tot het vergelijk en leidt weg uit de onverzoenlijkheid en de patstellingen die ontstaan.
In een podcast op Betrouwbare Bronnen waarschuwt CDA-partijhistoricus Pieter Gerrit Kroeger het CDA in Noord-Brabant niet te gaan besturen met Forum voor Democratie. Volgens Kroeger zijn populistische partijen als Forum labiel en anti-democratisch en lopen ze weg zodra harde keuzes gemaakt moeten worden.
Nog 3
Je hebt 0 van de 3 kado-artikelen gelezen.
Op 5 april krijg je nieuwe kado-artikelen.
Op 5 april krijg je nieuwe kado-artikelen.
Als betalend lid lees je zoveel artikelen als je wilt, én je steunt Foodlog
Lees ook
Cyril #11, dank voor je antwoord. Zo kan ik je begrijpen.
Helaas kan ik Cyril Hoevenaars maar 1 duim geven.
Een gebiedsgerichte aanpak met de mensen in het gebied kan enkel slagen als de belangen zo ongeveer gelijk zijn en er dus een oplossing mogelijk is, zodra de belangen tegengesteld zijn is er een overheid nodig die het proces in goede banen dwingt en rekening houd met alle belangen en rechten ook die van een minderheid in het gebied.
Vervolgens heb je nog het probleem dat achter de schermen die overheid (meestal samen met andere bestuursorganen zoals waterschappen, maar ook SBB en ZLTO) al vanalles heeft geregeld en geritseld.
Dick, waar te beginnen.
De verschillen tussen de gebieden zijn enorm. Historisch verschil in volksaard en een enorm verschil in problematiek.
Het beste voorbeeld dat ik kan geven is de mestdialoog. Daar heb ik veel tijd in gestopt. De dialoog in de veedichte gebieden ging gebukt onder een enorme spanning. Om iedere centimeter werd gevochten.
Voor de aardigheid heb ik ook een keer meegedaan aan de bijeenkomst van West-Brabant. Daar kon open gesproken worden. Daar was het geen oorlog. Kon men elkaar goed vinden.
Hermen komt uit West-Brabant, ik kan me voorstellen dat in zijn optiek een open, gelijkwaardig gesprek mogelijk is.
Aansluitend op het filmpje, waarbij de meest cynische ik zou zeggen dat er ook dergelijke filmpjes gemaakt zijn na de reconstructie waar megastallen nee uit voortkwam (zie Jos), kan ik bijvoorbeeld wijzen op weidevogelbeheer. In West Brabant zijn ze er volop mee bezig, in de veedichte gebieden nauwelijks.
Nogmaals wijs ik op de sociale spanningen in de veedichte gebieden zoals ook weergegeven door de Commissie Biesheuvel. Verscheurde families, verscheurde buurten. Het is hier niet mogelijk om openlijk je mening te geven over zaken die met veedichtheid en overlast te maken hebben. Dan gaat je kop eraf. Maximale sociale druk op de persoon en zelfs op zijn familie en vrienden. Sociale uitsluiting als gevolg van de spanningen schrijft Biesheuvel. Ik kan zo een heel scala aan voorbeelden geven. In deze spanning een open en machtsvrij gesprek..
Ik zeg niet dat je het gesprek niet aan moet gaan, wat ik zeg is dat de hogere overheden hun verantwoordelijkheid niet nemen. Neem de stanknormen van veehouderijen. Veel te soepel in de veedichte gebieden. Meestal een factor 3 van wat de GGD als maximale norm aangeeft (voorgrondbelasting). Dan mag de burger in de dialoog gaan vragen of hij alstublieft geen varkens hoeft te ruiken in de slaapkamer. Hij begint de dialoog met een 10-0 achterstand.
Tot slot geef ik nog mee dat bijvoorbeeld Piet Hermes (uit het hoofd dus vergeef me eventuele fouten) op Foodlog opmerkte dat FdF vooral gedragen wordt in de veedichte gebieden (van Brabant). Het scheelt nogal of je met een weidevogelbeschermende koeienboer in West Brabant aan tafel zit of met een FdF varkenshouder uit Oost Brabant.
De problemen dus niet bij de mensen op tafel gooien en ze het letterlijk uit laten vechten. De politiek, landelijke en provinciale overheid moeten hun verantwoordelijkheid nemen.
#8, Cyril Hoevenaars, je bent voor een oplossing via het midden, maar tegen gebiedsgerichte oplossingen. Kun je uitleggen waar het verschil zit?
Ik zou zeggen: geef strenge kaders aan waaraan gebiedsgerichtheid moet voldoen en bewaak dat er een machtsvrij open gesprek kan plaatsvinden, maar laat mensen - omdat er diep in hun belangen ingegrepen wordt -zelf tot hun politieke vergelijk en oplossingen komen zoals die passen voor hun gebied. Ik kreeg onlangs dit gebiedsproces (Groot Wilnis-Vinkeveen) doorgestuurd. Het werd vanuit een aantal duidelijke keuzen van de provinciale overheid aangestuurd. Daarvoor was een CDA-gedeputeerde (Bart Krol) verantwoordelijk. Ik denk dat Hermen Vreugdenhil op soortgelijke processen aanstuurt.
Kun je zeggen wat je van dat proces vindt nadat je de video hebt bekeken?
#8 Cyril: Burgers moeten niet in de stank zitten en boeren moeten niet in de bijstand zitten.
Dat betekent dat je het midden moet zoeken en een ieder het zijne moet gunnen.
Juist daarvan lijkt met het Brabants model helemaal niets terecht te zijn gekomen.
Het is wel heel erg jammer, dat net als er een Groen Links invloed is in de politiek, de zaak ineens corrupt blijkt te zijn met selectieve verontwaardiging, gericht op boeren en naar nu blijkt, onjuiste lokale gegevens en aannames als uitgangspunt voor dat progressief provinciaal beleid.
Vertrouwen komt te voet en vertrekt te paard. Zie dat maar weer eens weer terug te krijgen.
Dat nu de uitersten aan de andere kant van het spectrum een kans krijgen zal niemand verwonderen. Ga je maar zorgen maken, als die ook nog eens succesvol blijken te zijn.
Dat is niet zo moeilijk bij de huidige puinhoop en onrechtvaardigheden die in dit beleid naar buiten komen. Gewoon terug naar af en gelijke monniken, gelijke kappen. Bij de kanshebbers die nu misschien mogen regeren kan het ook zijn : helemaal geen kappen en allemaal monniken.
Nou, dan is er geen enkele kans meer voor het terugzwaaien naar het midden.
burgers hebben gauw door wanneer ze door politiek worden bedot of met groot gemaakte problemen worden opgezadeld en vervolgens ervoor moeten betalen.
Na de gegevens over grote volumes wel en niet vergunde industrie uitstoten in dat mooie Brabant gelooft niemand dat stikstof van een enkele veehouder echt een probleem kan zijn. Iedereen snapt ook dat een gesloten stalsysteem die stikstof heel simpel opvangt in gaswassers. (als die werken natuurlijk :-). Zelfs Groen Links vond Stikstof uitstoot geen probleem, als het maar wegkomt bij sectoren waar we of werken of onze energie vandaan halen. Dat soort opportunisme smaakt mensen niet omdat zulks zich elk moment tegen jezelf kan keren. We zullen het zien. Straks verkiezingen.