Kijk maar eens om je heen in de supermarkt. Chips zijn verkrijgbaar in talloze smaken, de een nog exotischer dan de ander. Waar komt die explosie aan smaken vandaan?

Begin 20e eeuw bedachten Engelse boeren chips - 'crisps' in het Engels, gefrituurde aardappelschijfjes - als oplossing voor het aardappeloverschot. Je kocht ze naturel en bestrooide ze zelf met het meegeleverde zout.

Chips mét smaak kwamen in 1957 voor het eerst op de markt. De Ierse chipsfabrikant Tayto ontwikkelde Cheese & Onion-chips en ongeveer tegelijkertijd bedachten Amerikanen chips met BBQ-smaak. Vele smaken van verschillende fabrikanten volgden, al bleef het aanbod beperkt tot smaakjes die je ook bij een traditioneel aardappelgerecht zou verwachten.

Dit veranderde in 2009 met de 'Do us a flavour'-wedstrijd van chipsmerk Lays. Lays vroeg consumenten om suggesties en maakte er een verkiezing van. De smaak met de meeste stemmen werd ook echt op de markt gebracht. In Nederland leidde dit tot onder meer tot Patatje Joppie-chips, die je nog steeds kunt kopen. In Groot-Brittannië kwamen onder andere de smaken Chili & Chocolate en Bratwurst boven drijven. Sindsdien kun je het zo gek niet bedenken of er wordt wel chips mee gemaakt. Zo bestaan er in Frankrijk zelfs chips met oestersmaak en 'caramel au beurre salée', jawel zeezoutcaramel!, van het Bretonse merk Brets.

Het einde van de variatie in chipssmaken is nog niet in zicht. Niet alleen wat betreft smaak, ook de samenstelling is onderwerp van vernieuwing. Combinaties met insecten of zeewier maken van chips een ‘verantwoorde’ snack. Groentechips, chips van kikkererwten of teff geven er een 'gezond' tintje aan.

Uit Groot-Brittannië komt nu de nieuwste trend - naast de rookworstchips, eh, patatas con sabor a salchicha ahumada dan - overwaaien: chips met een alcoholsmaakje. Pink Peppercorn Gin - anyone?

Dit artikel afdrukken