Het is tijd om te stoppen met symptoombestrijding en een start te maken deze problemen in hun onderlinge samenhang te adresseren. We zouden het, juist nu, eens over de ontwikkeling van een voedselbeleid moeten hebben. Deze oproep is niet nieuw. Al in 2014 onderschreef de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid (WRR) in haar invloedrijke rapport ‘Naar een voedselbeleid’ de noodzaak van een ‘expliciet’ voedselbeleid dat een breder scala aan zorgen en waarden zou accommoderen:
- Een voedselbeleid houdt rekening met de uiteenlopende waarden rond voedsel, met de samenhang tussen productie en consumptie en met de veranderde machtsverhoudingen. Het overgaan van landbouw- naar voedselbeleid betekent niet dat aan de landbouw minder waarde moet worden gehecht: de primaire sector blijft een cruciaal onderdeel van het voedselnet. Het betekent wel dat de huidige en toekomstige maatschappelijke opgaven op het gebied van ecologie, volksgezondheid en robuustheid beleid vergen dat zich behalve op de landbouw ook op andere belangrijke spelers en vergen in het voedselnet richt.
Laten we, ook als Foodlog community, dit momentum aanwenden om het debat aan te gaan over de mogelijke contouren van zo’n voedselbeleid: wat zouden wat ú betreft de belangrijkste doelen en maatregelen van zo’n beleid moeten zijn?De oproep van de WRR viel in vruchtbare aarde onder de toenmalige staatssecretarissen Dijksma en, later, Van Dam. Het resulteerde in een heuse ‘Voedseldialoog’ en een serie van kamerbrieven over de voortgang van de ‘Voedsel agenda’. Dit alles culmineerde met de ‘Nationale Voedseltop’ in januari 2017, wat overigens vooral een feestje voor het bedrijfsleven werd. Er was weliswaar van alles op deze inspanningen aan te merken – ik verdien er zelf mijn dagelijks brood mee – maar het was tegelijkertijd uniek dat voedsel als zodanig op de politieke agenda stond en het kabinet een geïntegreerde benadering nastreefde.
Onder het huidige kabinet is dit geïntegreerde perspectief helaas grotendeels weer verdwenen. Minister Schouten en staatssecretaris Blokhuis schreven in april 2018 nog wel een kamerbrief over ‘accenten in voedselbeleid voor de komende jaren’, maar daarna is hier, zowel in woord als in daad, nog maar weinig van vernomen. Het is de keerzijde van de keuze van Schouten om haar ‘Visie Landbouw, Natuur en Voedsel’ primair te richten op het realiseren van een omslag naar kringlooplandbouw; hoewel dit een (voorzichtige) paradigmaverandering voor de landbouw betekende, werd het holistische voedselperspectief weer ingeruild voor een sectorale agenda. Ook in het Preventieakkoord van Blokhuis bleef voeding, zeker wat betreft concrete maatregelen, een ondergeschoven kindje.
De tijd lijkt aangebroken om de voedselbeleidsambities weer af te stoffen; de urgentie is er, en ook de Europese Commissie zet hard in op de ontwikkeling van een From Farm to Fork Strategy. Ook Zweden, Finland en Canada hebben al een voedselbeleid opgesteld, terwijl Groot-Brittannië er aan werkt. In eigen land is er op dit moment al een interdepartementale werkgroep bezig om, in het kader van de zogenoemde ‘Brede maatschappelijke heroverwegingen’, de verschillende beleidsopties voor de transitie naar een duurzamer voedselsysteem in kaart te brengen. Hun eindrapportage wordt eind deze maand gepresenteerd; mijn verwachtingen zijn alvast hooggespannen. Laten we, ook als Foodlog community, dit momentum aanwenden om het debat aan te gaan over de mogelijke contouren van zo’n voedselbeleid: wat zouden wat ú betreft de belangrijkste doelen en maatregelen van zo’n beleid moeten zijn?
Op 5 mei krijg je nieuwe kado-artikelen.
Als betalend lid lees je zoveel artikelen als je wilt, én je steunt Foodlog
Jeroen een paar puntjes:
1. Consumenten die voor een dubbeltje op de eerste rang willen zitten.
Aanbieders beconcurreren elkaar (uit machteloosheid) voornamelijk op prijs. En ja dat heeft voordelen voor de consument. We voeden hem trouwens ook op in die richting.
Het frame van het dubbeltje is mij te neerbuigend en te eenzijdig.
2. Planetary bounderies
De Nederlandse planetary bounderies worden voornamelijk overschreden door onze export-obsessie. Laten we eens uitrekenen hoe verder we met wat minder export van het stikstof en CO2 plafond af komen.
3. Voedselbeleid
Ik heb de laatste 10 jaar in twee provincies (ZH en Gld) en 1 stad (Amsterdam) mogen meewerken aan wat een voedselagenda heette. Leuk en interessant werk. Vooral het boven tafel halen van de onderlinge samenhang. En die is er. Tegelijkertijd is het zo complex dat je het voedselbeleid wel kan maken, maar niet kan uitvoeren. Ook omdat er nog wel wat andere prioriteiten zijn. Dus de agenda's sterven in schoonheid in een la. Maar leuk, laten we nieuw beleid maken.
Op z'n best of misschien wel op z'n slechts resulteert het in een duur project met erg weinig impact. De Zuidhollandse Voedselfamilies
4. Het echte werk
Laten we werk maken van de gezondheid. Maar daar durft bijna niemand zijn handen aan te branden.
Misschien moeten we eerst eens beginnen met een agenda/strategie. Beleid moet immers zo'n agenda dienen. Dat is - zie ook #1 - al razend ingewikkeld. Maar het Eat Lancet rapport (Healthy diets from Sustainable Food Systems) zou een aardige opstap kunnen zijn. De kern zal vooral zitten in het nagaan van inconsistenties in al het beleid dat er al is wat betreft landbouw/voedsel/ketens (neem alleen al de General Food Law en het GLB). Dat lijkt me nog belangrijker eigenlijk dan nieuw beleid maken. En goed beschouwd weten we eigenlijk ook al wel een aantal hoofdlijnen van dat beleid: meer plantaardig, minder dierlijk. Maar ja, vertaal dat maar eens naar die lokale agenda.
#2 Zelf ben ik juist meer dierlijk (vlees) gaan eten. Misschien heeft het met leeftijd te maken, misschien heeft het met genen te maken. Wie het weet mag het zeggen.
Wellicht is het sterk persoons- en situatiegebonden, wat de optimale hoeveelheid dierlijk is.
Het zal in mijn geval nooit echt veel worden, vlees is vind ik, waar je met respect mee om dient te gaan, maar mijn lijf zegt dat het vroeger heel lang onder het voor mij nodige minimum zat. Mijn lijf geeft ook aan wanneer het even wat minder mag.
Vlees was en is voor veel mensen nog steeds een teken van welvaart. Arme sloeber landen zijn juist gebaat bij een ietsepietsie meer vlees.
Wellicht is het effectiever mensen aan te moedigen beter naar de eigen eetnoodzakelijkheden leren luisteren, dan rigide zaken van bovenaf op te leggen.
Door ondervoeding veroorzaakte depressie, lethargie, fatalisme, lijkt mij niet de oplossing voor de talloze uitdagingen die ongetwijfeld nog meer zullen gaan komen.
#2 Petra, dat ben ik met je eens. Met een voedselbeleid bedoel ik dan ook geen stapel ambities met een nietje er door heen (Jan Pieter geeft onder#1 terecht aan dat veel stedelijke ambities daar nogal eens in verzanden..), maar een lange-termijn visie (of agenda, strategie, je kunt het beestje vele namen geven) met een set aan geïntegreerde voedselsysteem-doelen alsook, en daar schort het nu vaak aan bij dit soort ambities, een beleidsmix om die doelen te realiseren. Wellicht zal dit paper, waarin ik dit eerder heb uitgewerkt, je interesseren: https://www.sciencedirect.com/science/article/pii/S1462901116306141
Van een poging tot integraler denken is de boel meer en meer een denken in stofjes geworden. De echte vragen zijn inderdaad van tafel verdwenen; reden waarom dat stofjes-gedoe niet zal worden opgelost omdat de grote vragen de olifanten in de kamer zijn.
In antwoord op de vraag van Jeroen schreef ik hier (nee, voor een boekje van oud-staatssecretaris Van Dam; het werd gepresenteerd tijdens de foto hierboven) vier geleden: De listige tuinstaat (het was een poging om te bepalen wat 'voedselbeleid' is).
Inmiddels zou ik het anders formuleren: Nederland staat voor de vraag wat het wil op zijn grondgebied, voor wie, met welk inkomen en met hoe vuile handen? Er ligt dus nog een laagje bovenop dat 'voedselbeleid'. Denk aan Panorama Nederland, een letterlijk fantastisch beeld van Nederland, maar in ieder geval een poging. De vraag is: hoe maak je daar gedragen democratie van? Wat er gebeurt als je dat niet doet zien we nu: de krijg je de FDF en FvD. En die hebben behalve wil, geen oplossingen of reële toekomstvisies.