In 2050 dreigt antibioticaresistentie wereldwijd doodsoorzaak nummer 1 te worden, voorspelt de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO). "Dat zou ons echt de stuipen op het lijf moeten jagen," zegt Leon Marchal. Hij werkt aan het terugdringen van het antibioticagebruik in de dierhouderij. We spraken met hem naar aanleiding van zijn recente TED-Talk.

Wereldwijd wordt 50 tot 80% van alle antibiotica voor dieren gebruikt. In de jaren '50 ontdekten we dat dieren sneller groeiden als een kleine hoeveelheid antibiotica aan het voer werd toegevoegd. De oplopende vraag naar dierlijke eiwitten maakte er standaard praktijk van. Maar dagelijks gebruik van een beetje antibiotica heeft een keerzijde. Als er een infectie is en je neemt niet genoeg antibiotica - of je maakt je kuur niet af - dan gaan niet alle ziekteverwekkers dood. Erger nog, de overblijvende bacteriën worden resistent. Door die praktijk is in de dierhouderij een fors reservoir opgebouwd van resistente bacteriën.

In Nederland zijn de supermarkten heel voorzichtig om iets te zeggen over hoe het vlees dat zij verkopen geproduceerd wordt. Er wordt niet over gecommuniceerd
Zo varieert bijvoorbeeld in varkens in Europa het percentage resistente Salmonella-bacteriën tussen de 1 en 60%. Die resistente Salmonella's komen ook in het 'eindproduct', varkensgehakt, spare ribs of karbonade terecht. Alleen al in de EU worden er jaarlijks 100.000 mensen ziek van een Salmonella-besmetting. Met de toenemende resistentiegraad, groeit het risico dat consumenten besmet worden met onbehandelbare bacteriën; daardoor lopen ze zelfs het risico te overlijden. Wees in ieder geval een beetje gerust, want sinds 2006 is de toediening van antibiotica via diervoerders verboden. Dieren krijgen alleen nog antibiotica als ze ziek zijn. Nederland loopt wereldwijd voorop bij de reductie van het curatieve antibiotica gebruik, maar verdere stappen zijn nodig.

Van reductie naar antibioticavrije productie
Marchal houdt zich bezig met manieren om ook dat curatieve antibioticagebruik nog verder terug te dringen. Wat hem betreft is antibioticavrije productie de enige logische weg voorwaarts. In de Verenigde Staten zie je fastfoodketens en supermarkten het onderscheid al maken. Ze bieden 'antibioticavrij geproduceerd vlees' en 'regulier' vlees. "In Nederland zijn de supermarkten heel voorzichtig om iets te zeggen over hoe het vlees dat zij verkopen geproduceerd wordt. Er wordt niet over gecommuniceerd," zegt Marchal. "Best opvallend, als je ziet dat bijvoorbeeld Lidl wel naar buiten komt met 'wij hebben de groente met de minste residuen'."

Antibioticavrije productie en een heel laag curatief gebruik van antibiotica zijn haalbaar, de kennis is er, legt Marchal uit in zijn TED-Talk. Verdere reductie van het huidige antibioticagebruik in de dierhouderij ook. Het is zelfs betaalbaar. Uiteindelijk zal het op consumentenniveau een paar procent schelen. Maar dan moeten consumenten wel weten waar ze voor betalen en dat ze er om kunnen vragen. Pas als het bewustzijn over antibioticavrije productie bij consumenten omhoog gaat, zal ook de bereidheid daarvoor te betalen stijgen, en de druk op supermarkten om er transparant over te zijn toenemen.

"En ik zou zeggen dat dit een kleine prijs is om een toekomst te vermijden, waarin bacteriële infecties weer onze grootste moordenaar worden," waarschuwt Marchal. Zijn boodschap is luid en duidelijk: supermarkten of andere partijen zullen de behoefte aan antibioticavrij geproduceerd vlees moeten creëren en niet geheimzinnig doen over het feit dat ze dat nu niet eenduidig en gegarandeerd kunnen leveren.

Voor antibioticavrije productie zijn 3 dingen nodig. In de eerste plaats een betere hygiëne, zodat ziekten minder gemakkelijk binnenkomen en hun verspreiding wordt tegengegaan. In de tweede plaats: betere voeding. Dat houdt in voeding met meer vezels, minder eiwitten en een groter deel ruwvoer. Marchal vergelijkt het voer dat jonge dieren vroeger kregen met een dieet van hamburgerbroodjes, rijstwafels en eiwitrepen. Dat is veranderd in een voedingspatroon met volkoren granen, salade met vlees of bonen. Alleen al de structuur van het voer leidt tot een beter ontwikkeld spijsverteringskanaal en dus gezonder dier. De derde voorwaarde voor een antibioticavrije productie is een gezond microbioom, zodat dieren van zichzelf robuust en weerbaar zijn. 'Verzuring' van drinkwater of voer heeft daar een gunstige invloed op, vergelijkbaar met het eten van gefermenteerde producten als yoghurt of zuurkool.
Dit artikel afdrukken