Vissticks hebben een onverwacht grote ecologische voetafdruk. Dat komt vooral door wat er gebeurt na het vangen van de vis, de omzetting naar gepaneerde reepjes.
Wat is de ecologische voetafdruk van het stukje vis op je bord? Om dat uit te rekenen bestaan rekenmodellen, zoals dat van Seafood Watch. Maar als zo'n model geen rekening houdt met de impact van de verwerking van de vis, weet je nog veel te weinig. Onderzoekers van de Universiteit van Californië - Santa Cruz (UCSC) berekenden niet alleen de uitstoot van de Alaskaanse koolvisvisserij, maar namen alle onderdelen van de toeleveringsketen mee. Uit hun studie blijkt dat het verwerken van Alaskaanse koolvis tot vissticks, imitatiekrab of visfilets bijna twee keer zoveel uitstoot van broeikasgassen genereert als de vangst.
De koolvisserij rond Alaska is een van de grootste ter wereld. Het is een relatief energiezuinige vangst, schrijven de onderzoekers. Dat komt doordat vissers met grote netten in één keer enorme hoeveelheden vis vangen. Het proces erna, de verwerking tot ander voedsel zoals vissticks, imitatiekrab en visfilets, maakt de producten klimaatonvriendelijk.
Na de vangst en eerste verwerking gaat de vis in zeecontainers. De containerschepen verbranden grote hoeveelheden brandstof, waarvan het merendeel goedkopere ‘bunkerbrandstof’ is. Deze stookolie is van slechte kwaliteit en produceert veel zwaveldeeltjes. In het geval van bijvoorbeeld vissticks gaat de bevroren koolvis op container-transport naar Europa. Diesel slurpende trucks brengen de vis verder naar de verwerkende industrie. Om tot de gepaneerde reepjes vis te komen zijn een tweede ronde en derde ronde van verwerking nodig. Denk bij de impact van de verwerkingsactiviteiten aan productingrediënten (ingrediëntenbelasting), elektriciteitsverbruik en schoonmaak met chemicaliën. De vissticks hebben ook nog een verpakking nodig. Via trucks of schepen gaan deze naar de groothandelsmagazijnen waarna vrachtwagens de doosjes vissticks naar distributiecentra van supermarkten brengen. Al die stapjes zorgen ervoor dat de secundaire verwerking bijna tweemaal zoveel bijdraagt aan de klimaatverandering als de visserij.
Schonere scheepsbrandstoffen, grotere klimaatimpact
Aan de klimaateffecten van de scheepvaart gaat dit jaar wel iets veranderen, stipt hoofdonderzoeker Brandi McKuin aan. Begin dit jaar is de nieuwe regelgeving voor schonere scheepsbrandstoffen van kracht gegaan. Door de vermindering van het zwavelgehalte zal de klimaatverandering significant toenemen, zegt McKuin. De vrijgekomen zwaveldeeltjes van de containerschepen weerkaatsen zonlicht en hebben daardoor een koelend effect. Dat koelende effect zal wegvallen. Aan de andere kant is een lager zwavelgehalte beter voor het milieu en de menselijke gezondheid.
De studie onderstreept de noodzaak om bij het analyseren van de klimaateffecten van de voedingssector de hele keten mee te nemen, zeggen de onderzoekers. Het is in dit geval niet genoeg om alleen naar het vangen van de vis te kijken. “Het totaalplaatje is veel groter en gecompliceerder.”
Dit artikel afdrukken
De koolvisserij rond Alaska is een van de grootste ter wereld. Het is een relatief energiezuinige vangst, schrijven de onderzoekers. Dat komt doordat vissers met grote netten in één keer enorme hoeveelheden vis vangen. Het proces erna, de verwerking tot ander voedsel zoals vissticks, imitatiekrab en visfilets, maakt de producten klimaatonvriendelijk.
Al die stapjes zorgen ervoor dat de secundaire verwerking bijna tweemaal zoveel bijdraagt aan de klimaatverandering als de visserijAllemaal ketenstapjes
Na de vangst en eerste verwerking gaat de vis in zeecontainers. De containerschepen verbranden grote hoeveelheden brandstof, waarvan het merendeel goedkopere ‘bunkerbrandstof’ is. Deze stookolie is van slechte kwaliteit en produceert veel zwaveldeeltjes. In het geval van bijvoorbeeld vissticks gaat de bevroren koolvis op container-transport naar Europa. Diesel slurpende trucks brengen de vis verder naar de verwerkende industrie. Om tot de gepaneerde reepjes vis te komen zijn een tweede ronde en derde ronde van verwerking nodig. Denk bij de impact van de verwerkingsactiviteiten aan productingrediënten (ingrediëntenbelasting), elektriciteitsverbruik en schoonmaak met chemicaliën. De vissticks hebben ook nog een verpakking nodig. Via trucks of schepen gaan deze naar de groothandelsmagazijnen waarna vrachtwagens de doosjes vissticks naar distributiecentra van supermarkten brengen. Al die stapjes zorgen ervoor dat de secundaire verwerking bijna tweemaal zoveel bijdraagt aan de klimaatverandering als de visserij.
Schonere scheepsbrandstoffen, grotere klimaatimpact
Aan de klimaateffecten van de scheepvaart gaat dit jaar wel iets veranderen, stipt hoofdonderzoeker Brandi McKuin aan. Begin dit jaar is de nieuwe regelgeving voor schonere scheepsbrandstoffen van kracht gegaan. Door de vermindering van het zwavelgehalte zal de klimaatverandering significant toenemen, zegt McKuin. De vrijgekomen zwaveldeeltjes van de containerschepen weerkaatsen zonlicht en hebben daardoor een koelend effect. Dat koelende effect zal wegvallen. Aan de andere kant is een lager zwavelgehalte beter voor het milieu en de menselijke gezondheid.
De studie onderstreept de noodzaak om bij het analyseren van de klimaateffecten van de voedingssector de hele keten mee te nemen, zeggen de onderzoekers. Het is in dit geval niet genoeg om alleen naar het vangen van de vis te kijken. “Het totaalplaatje is veel groter en gecompliceerder.”
Nog 3
Je hebt 0 van de 3 kado-artikelen gelezen.
Op 5 mei krijg je nieuwe kado-artikelen.
Op 5 mei krijg je nieuwe kado-artikelen.
Als betalend lid lees je zoveel artikelen als je wilt, én je steunt Foodlog
Lees ook
Hoe meer bewerkingen en transport, hoe groter de eco afdruk? Dat ligt voor de hand, het kan geen kwaad om dat nog eens te bevestigen?
Andere kant: veel mensen denken dat ze geen vis lusten, maar die eten wél visvingers. Wat moet je daar dan mee?
Geef ze een lekkerbekje van panga?
Sytske, ik vermoed dat Panga dezelfde problemen heeft als je er een visstick van maakt, maar als Doehetzelf-gebakken visje idd weer veel minder.
Hoe zit het met ander sterk bewerkt voedsel?
Alaskan pollock is een van de grootste visvangsten ter wereld, er komt meer dan een miljard ton per seizoen aan land vanuit de Beringzee en noordelijke Pacific. Grondstof voor de meeste samengestelde visproducten. Of dat duurzaam is, is punt van discussie. Greenpeace zegt van niet, de Amerikaanse visautoriteiten (tamelijk streng), vinden van wel en MSC erkent dit als een duurzame vangst. Feit is dat de stand strak wordt gecontroleerd en de visvangst idem. Tot nu toe behoren de noordelijke wateren rond Alaska en de Canadese kust tot de rijkste ter wereld. De Amerikanen hebben geleerd van hun kabeljauw debacle aan de oostkust en passen beter op dan vroeger.
Wilde vissen vangen is heel duurzaam, althans wat het gebruik van resources betreft. Vissen is geen efficiency discussie, maar een sufficiency probleem. We hebben gewoon niet genoeg wilde vis. Al de helft van onze visconsumptie wordt gekweekt en overbevissing is een probleem in veel delen van de wereld. En we willen binnen dertig jaar 50% meer vis.
Dat vervolgens de verwerking resources kost, ja dat is nogal wiedes. Maar dat moet je niet aan die vis toeschrijven. Het maken van kaas, of het verpakken van een zakje "duurzame" sla kost dat idem dito. Jos van V. merkt terecht op dat je dat met andere processed voedselproducten moet vergelijken. Tarwe of aardappelen van het land zijn niet te vergelijken met brood of een gegratineerd aardappelschijfje in een zilveren ovenbakschaaltje.
Een goede LCA gaat daarom altijd uit van de volledige keten, tot en met de consument. Het beste? Moestuin, een schoffel en alles zelf doen. Met de hand. En eten wat er is, niet eten wat je wilt.