Vrijwel geen enkel Nederlandse vliegveld heeft een natuurvergunning, terwijl die wel nodig is om te vluchten te mogen verzorgen.

SATL (Samenwerkende Actiegroepen Tegen Laagvliegen), WTL (Werkgroep Toekomst Luchtvaart) en MOB hebben een brief verzonden aan de ministeries LNV en I&W met een “schot voor de boeg” om geen list te verzinnen in die zin dat met een generieke maatregel luchthavens van de natuurvergunningsplicht voor stikstofdeposities kunnen worden ontheven. Wij vinden een dergelijke maatregel onnodig, schadelijk en juridisch onhoudbaar. Alle luchthavens zorgen voor emissie en depositie van NOx op Natura 2000-gebieden en veroorzaken daarom schade veroorzaken aan deze natuurgebieden.

Een generieke ontheffing zou voor de luchtvaart zorgen voor continuering van een comfortabele uitzonderingspositie (naast belastingvrijheid en een beperkte reductieplicht voor de emissies van CO2) en tevens een onaanvaardbare rechtsongelijkheid scheppen jegens andere sectoren, waaronder ook agrarische bedrijven die wel aan de vergunningplicht in het kader van de Wnb zijn onderworpen. Dit zal gaan leiden tot weerstand vanuit de gehele samenleving: industrie, de agrarische sector, de leefomgeving en natuur- en milieuorganisaties.

Voorts dient een generieke ontheffing te worden gebaseerd op een passende beoordeling die geen leemten mag vertonen. Hij dient volledige, nauwkeurige en definitieve constateringen en conclusies te bevatten die elke redelijke wetenschappelijke twijfel over de gevolgen van de plannen of projecten voor de betrokken beschermde gebieden wegnemen. Aan een generieke maatregel worden dezelfde hoge eisen gesteld.

Wanneer de minister onverhoopt toch over zou gaan tot vaststelling van een wettelijke regeling die Schiphol en regionale luchthavens uitzondert van een vergunningplicht dan blijft Nederland in gebreke met betrekking tot een gemeenschapstrouwe uitvoering van de Habitatrichtlijn. Bovengenoemde organisaties zullen in dat geval aansturen op een ingebrekestelling van de lidstaat Nederland.

In onze brief aan beide ministeries lichten wij onze zienswijze nader toe.

MOB, SATL en WTL schreven hun brief aan de ministers van I&M en LNV ter voorbereiding op het advies van de Commissie Remkes over de toekomst van vliegverkeer in het licht van het Nederlandse stikstofbeleid dat gistermiddag al naar de pers werd gelekt. Schiphol noemt het advies werkbaar. Voor Lelystad lijkt opening voorlopig ondenkbaar; dat gaat tegen de beleidsvoornemens van het kabinet in. In een persbericht reageert Johan Vollenbroek, directeur van MOB, nader op de implicaties die het advies van de Commissie Remkes volgens hem heeft voor het kabinetsbeleid:

Schiphol zal moeten krimpen en Lelystad wordt een pretpark als het kabinet het advies van de Commissie Remkes overneemt. Minister van Nieuwenhuizen moet haar huiswerk voor Lelystad weer opnieuw overdoen. Onderstaand een toelichting.
Van 15 januari 2020 dateert het advies van de commissie m.b.t. de luchtvaartsector.

Kernpunten hieruit:

  1. Vliegvelden zijn vergunningplichtig in het kader van de Wet natuurbescherming net als agrarische bedrijven, fabrieken, etc. Er bestaat dus geen uitzondering van de vergunningplicht voor luchthavens. De luchthavens Schiphol, Den Haag/Rotterdam, Eindhoven, etc. beschikken niet over een vergunning in het kader van de Wet natuurbescherming.

  2. De stikstofemissies zijn volgens de commissie in de afgelopen decennia gedaald in de sectoren indu- strie/energie, landbouw en wegverkeer. De stikstofemissies van de luchtvaartsector zijn daarentegen heel fors gestegen.

  3. Emissies van transport op, naar en vanaf het vliegveld moeten ook aan het vliegveld worden toegere- kend. Deze emissies kunnen volgens de commissie tot circa 30% van de totale emissie van het vliegveld bedragen.

  4. Tot nog toe zijn emissies boven 3000 voet (914 m) niet meegenomen in de berekeningen. Dit is onjuist zegt de commissie omdat een deel van deze emissies toch uiteindelijk op Nederlandse natuurgebieden landt.

  5. De bijdrage van de luchtvaartsector aan de stikstofproblematiek is derhalve substantieel groter dan waar tot nog toe vanuit is gegaan.

  6. De commissie stelt dat de stikstofemissie van de luchtvaartsector niet alleen niet mag stijgen maar moet gaan dalen. De commissie adviseert de regering om als voorwaarde aan de sector op te leggen dat de sector alleen nog maar kan groeien op voorwaarde dat de stikstofemissie daalt.

  7. Vermindering van NOx-emissies afkomstig van vliegtuigmotoren is op de korte termijn niet te ver- wachten. Zuiniger motoren (minder CO2) zullen volgens de commissie zelfs gaan leiden tot hogere stik- stofemissies. Ook het gebruik van bio-kerosine en/of synthetische kerosine zal niet leiden tot minder stikstofemissies.

  8. Vermindering van het aantal vliegbewegingen is volgens de commissie een optie die op korte termijn de stikstofemissies kan reduceren. Hiermee komt de krimp van de vliegvelden Schiphol, Den Haag/ Rotterdam en Eindhoven in zicht.

  9. De commissie stelt m.b.t. Schiphol: “Deze extra vliegbewegingen (500.000 versus 400.0000) hebben geleid tot een aanzienlijke toename van de stikstofdepositie in Natura 2000-gebieden sinds 2004. Derhalve is de conclusie dat de toename van 400.000 naar 540.000 vliegbewegingen geen significante effecten heeft op de Natura 2000-gebieden rond Schiphol zonder nadere onderbouwing niet houdbaar”. Dit sluit goed aan bij ons handhavingsverzoek van 15 september 2019 dat inhoudt dat Schiphol het aantal vliegbewegingen terug dient te brengen van 500.000/jaar naar 400.000/jaar omdat 100.000 vliegbewegingen als niet vergund, en dus illegaal, moeten worden beschouwd.

  10. De stikstofemissie vanuit de luchtvaart mag niet meer stijgen. Praktisch gezien betekent dit dat opening van Lelystad Airport nog verder uit zicht raakt. De commissie heeft kennelijk net als wij ook geconcludeerd dat de nu voorliggende cijfermatige onderbouwing van de gevolgen van opening van het vlieg- veld nog steeds niet deugt. Zo is bij Lelystad Airport de stikstofemissie van transport van en naar het vliegveld niet meegerekend. Idem voor de emissies boven 3000 voet.

Quote uit het advies:
“Het Adviescollege beveelt het Ministerie van IenW aan om een onafhankelijke review te laten uitvoeren om op zeer korte termijn een oordeel te geven over de inbreng van deze natuur- en milieuorganisaties en actiegroepen en over de juistheid van de cijfermatige onderbouwing van de te nemen besluiten”.

Dit is dus een opdracht aan minister van Nieuwenhuizen om haar huiswerk weer opnieuw te gaan doen, voor de zoveelste keer. Overigens zijn door ons ook vraagtekens gezet bij de in het kader van het MER uitgevoerde Aeriusberekeningen.
Tot slot merken wij op dat de commissie wel heel gemakkelijk stelt dat de stikstofdepositie als gevolg van de luchtvaart zou kunnen worden gesaldeerd met andere sectoren. Ten behoeve van Lelystad Air- port zouden dan honderden boeren moeten worden uitgekocht. En zelfs dan nog blijft de Veluwe zwaar overbelast met stikstof. Om de natuur op de Veluwe een kans te geven om zich te herstellen moeten sowieso op grote schaal boeren op en rond de Veluwe worden uitgekocht, ook zonder Lelystad Airport.

Wat betreft salderen schreven we al eerder: "Er moet eerst op gebiedsniveau verzekerd gaan worden dat instandhoudingsdoelstellingen gehaald gaan worden. Het realiseren van die doelen zelf hoeft niet persé direct, maar wel is zekerheid vereist over het gaan halen van die doelen. Pas wanneer naleving van artikel 6, lid 1 en 2 Habitatrichtlijn is verzekerd ontstaat ruimte voor salderen en vrijstellingen onder drempel- waarden".

Dit is in lijn met het recente advies van de Raad van State:
"Zonder een geloofwaardig en effectief pakket aan maatregelen om de instandhoudingsdoelstellingen voor de betrokken gebieden daadwerkelijk te bereiken zal een drempelwaarde kwetsbaar zijn. Alleen met zo’n pakket aan maatregelen zullen drempelwaarden tot de mogelijkheden behoren voor bepaalde activi- teiten of sectoren die zeer weinig stikstof uitstoten".
Het is evident dat de luchtvaartsector niet tot de categorie van activiteiten behoort die “zeer weinig stik- stof uitstoten”.
Verder valt niet te verwachten dat “een geloofwaardig en effectief pakket aan maatregelen om de in- standhoudingsdoelstellingen voor de betrokken gebieden daadwerkelijk te bereiken” door het huidige ka- binet tot stand zal komen. Daarvoor is er te veel besluiteloosheid binnen het kabinet.

Een verdere juridische complicatie is dat vergunde stikstofemissies (hetzij stikstofoxiden en/of ammoniak) geen vergunde rechten zijn. Er kunnen dan ook grote vraagtekens worden gezet bij de verhandelbaarheid ervan.

Dit artikel afdrukken