Regeringen en beleidsmakers in heel Europa wringen zich in allerlei bochten om klimaatmaatregelen te bedenken waarmee ze hun CO2-uitstoot binnen de perken kunnen houden. Dat moet wel, willen ze voldoen aan de afspraken van het klimaatakkoord van Parijs. Maar een aantal gebruikelijke maatregelen blijkt helemaal geen zoden aan de dijk te zetten. "Schijnbaar logische maatregelen helpen geen zier voor het klimaat", zegt een elftal Belgische professoren vandaag.
De interdisciplinaire denktank Metaforum van de KU Leuven presenteert morgen een rapport van 11 Leuvense hoogleraren. "Het is géén klimaatplan," benadrukt Stef Proost, coördinator van de werkgroep in De Standaard, want "daarvoor zijn honderden manjaren nodig."
Wat deden de academici - onder wie een filosoof, een bioloog, een geoloog, een econoom en vertegenwoordigers uit de energie-ingenieurswetenschappen - dan wel? Ze bekeken welke maatregelen daadwerkelijk tot een CO2-reductie leiden waarmee België tot een duurzaam energie- en klimaatbeleid kan komen. Ze ontdekten dat een zevental ogenschijnlijk - ook in Nederland - veel gepredikte en schijnbaar logische maatregelen geen enkele klimaatwinst opleveren.
1. Korte-afstandsvluchten geen probleem, reduceer intercontinentaal vliegen
Voor de CO2-uitstoot maakt het niets uit of je met de hogesnelheidstrein of het vliegtuig naar Madrid gaat. "Beide vervoersmiddelen stoten CO2 uit", zeggen de geleerden. "De trein doordat niet alle opgewekte elektriciteit CO2-vrij is, en het vliegtuig door het verbranden van kerosine. Voor beide valt de CO2-uitstoot onder de Europese emissiehandel. Die bepaalt, met behulp van uitstootrechten, hoeveel CO2-uitstoot er gezamenlijk mag zijn in Europa. Wat het ene bedrijf niet uitstoot, mag een andere uitstoten – als hij ervoor betaalt. Dat geldt dus ook voor de vlucht: als iemand minder uitstoot omdat hij niet vliegt, kan de luchtvaartmaatschappij de rechten verkopen aan een ander bedrijf dat dan de CO2-uitstoot kan doen. Waardoor de CO2-besparing nul is."
Wat wel CO2-uitstoot reduceert, is minder het vliegtuig nemen buiten Europa. Die vluchten zitten niet in het systeem voor emissiehandel. En dus is iedere intercontinentale vlucht minder een nettovermindering van de CO2-uitstoot. Gek genoeg loont het dus niet om de verguisde korteafstandsvluchten te ontraden, maar wel langeafstandsvluchten.
2. Windmolens en zonnepanelen langs de snelwegen zijn niet zinvol
België stelt zich voor langs de snelwegen windmolens en zonnepanelen te plaatsen om de hernieuwbare energieproductie op het benodigde peil te brengen. Dat is helemaal niet nodig, en veel te kostbaar. Binnen Europa is vanaf het begin afgesproken dat investeringen - en dus hernieuwbare energieproductie - niet op het eigen grondgebied hoeft plaats te vinden. En dus kan België veel beter in zonnepanelen in Spanje investeren, en in windmolens voor de Nederlandse kust. Daar is het rendement veel hoger dan op eigen grondgebied en voor het klimaat maakt het niet uit waar België de uitstoot van koolstof naar de atmosfeer helpt beperken.
3. Houd de bestaande kerncentrales wél in bedrijf
Kernenergie is misschien niet dé oplossing - daar laat de denktank zich niet over uit - maar "een verlenging van de twee jongste centrales met twintig jaar valt te overwegen." Waarschijnlijk is dat goedkoper dan gascentrales opstarten, en met het nucleaire afval valt het wel mee. "Bijkomstig voordeel: als de nucleaire kennis in ons land blijft, is het makkelijker om over enkele decennia over te stappen op nieuwere, kleinere kerncentrales die ook hoogradioactief afval kunnen verwerken," suggereren de hoogleraren. België is nu bezig met een versnelde afbouw van zijn kerncentrales, maar heeft geen goede vervangende energiebronnen. Liever nog een tijdje emissievrije kernenergie uit bestaande reactoren, dan dure nieuwe oplossingen die nieuwe emissies introduceren.
4. Maak elektra niet duurder, maar belast stookolie en gas met emissierechten
Verwarming van huizen is verantwoordelijk voor 13% van de Belgische CO2-uitstoot. Daarom moeten ook Belgen van het gas en de bij onze zuiderburen nog veel gebruikte stookolie af. Maar daar is de politiek nog niet aan toe: "De concurrentie tussen warmtepomp en olie en gas is heel slecht georganiseerd," zegt Proost. "De behandeling van warmtepompen is unfair, doordat er veel grotere heffingen zijn op elektriciteit dan op aardgas en olie." Warmtepompen zijn een 'echte' emissie-reducerende oplossing. Als de energie voor die apparaten direct van zon of wind komt, besparen ze echt op de 13% van de totale uitstoot die de verwarming van woonhuizen nu kost. Maar zolang stookolie en aardgas niet belast worden met emissierechten stappen we niet over.
5. Stop de subsidies op elektrische auto’s
België zou met fiscale maatregelen de elektrisering van het zakelijke wagenpark willen versnellen. Geen goed idee, zeggen de hoogleraren. "De autoconstructeurs hebben immers doelstellingen op Europees niveau om de totale uitstoot van hun nieuw verkochte wagens te verminderen. Als België ambitieuzer is, dan laat het constructeurs toe in andere landen minder elektrische auto’s te verkopen. Bijgevolg is het klimaateffect nul."
6. Leg het accent niet op geheel nieuwe technieken, maar innoveer de breed verspreide bestaande
Werken aan technologieën die CO2-reducties teweegbrengen in overal gebruikte bestaande technologie is veel slimmer dan inzetten op totaal nieuwe technologieën. Proost noemt het zuiniger maken van benzine- en dieselauto's. "De hele wereld volgt, wat een gigantische CO2-reductie teweegbrengt, terwijl elektrisch rijden misschien nooit doorbreekt in de rest van de wereld. Hetzelfde geldt voor het goedkoper maken van bijvoorbeeld windmolens." Laat andere landen maar meeprofiteren van verbeterde technieken, dat heeft het meeste effect.
7. Pas waterstof alleen toe waar elektra niet direct gebruikt kan worden
De productie van groene waterstof is peperduur; dat beweerde ook Sijmen Spiegel gisteren op Foodlog. Ga dus alleen voor waterstof waar je niet rechtstreeks op elektriciteit kunt overstappen. Bijvoorbeeld voor "industriële processen en langeafstandstransport per schip of vliegtuig," aldus de denktank. Voor auto's en verwarming zijn elektrische auto's en warmtepompen een efficiëntere oplossing.
Dit artikel afdrukken
Wat deden de academici - onder wie een filosoof, een bioloog, een geoloog, een econoom en vertegenwoordigers uit de energie-ingenieurswetenschappen - dan wel? Ze bekeken welke maatregelen daadwerkelijk tot een CO2-reductie leiden waarmee België tot een duurzaam energie- en klimaatbeleid kan komen. Ze ontdekten dat een zevental ogenschijnlijk - ook in Nederland - veel gepredikte en schijnbaar logische maatregelen geen enkele klimaatwinst opleveren.
1. Korte-afstandsvluchten geen probleem, reduceer intercontinentaal vliegen
Voor de CO2-uitstoot maakt het niets uit of je met de hogesnelheidstrein of het vliegtuig naar Madrid gaat. "Beide vervoersmiddelen stoten CO2 uit", zeggen de geleerden. "De trein doordat niet alle opgewekte elektriciteit CO2-vrij is, en het vliegtuig door het verbranden van kerosine. Voor beide valt de CO2-uitstoot onder de Europese emissiehandel. Die bepaalt, met behulp van uitstootrechten, hoeveel CO2-uitstoot er gezamenlijk mag zijn in Europa. Wat het ene bedrijf niet uitstoot, mag een andere uitstoten – als hij ervoor betaalt. Dat geldt dus ook voor de vlucht: als iemand minder uitstoot omdat hij niet vliegt, kan de luchtvaartmaatschappij de rechten verkopen aan een ander bedrijf dat dan de CO2-uitstoot kan doen. Waardoor de CO2-besparing nul is."
Wat wel CO2-uitstoot reduceert, is minder het vliegtuig nemen buiten Europa. Die vluchten zitten niet in het systeem voor emissiehandel. En dus is iedere intercontinentale vlucht minder een nettovermindering van de CO2-uitstoot. Gek genoeg loont het dus niet om de verguisde korteafstandsvluchten te ontraden, maar wel langeafstandsvluchten.
2. Windmolens en zonnepanelen langs de snelwegen zijn niet zinvol
België stelt zich voor langs de snelwegen windmolens en zonnepanelen te plaatsen om de hernieuwbare energieproductie op het benodigde peil te brengen. Dat is helemaal niet nodig, en veel te kostbaar. Binnen Europa is vanaf het begin afgesproken dat investeringen - en dus hernieuwbare energieproductie - niet op het eigen grondgebied hoeft plaats te vinden. En dus kan België veel beter in zonnepanelen in Spanje investeren, en in windmolens voor de Nederlandse kust. Daar is het rendement veel hoger dan op eigen grondgebied en voor het klimaat maakt het niet uit waar België de uitstoot van koolstof naar de atmosfeer helpt beperken.
3. Houd de bestaande kerncentrales wél in bedrijf
Kernenergie is misschien niet dé oplossing - daar laat de denktank zich niet over uit - maar "een verlenging van de twee jongste centrales met twintig jaar valt te overwegen." Waarschijnlijk is dat goedkoper dan gascentrales opstarten, en met het nucleaire afval valt het wel mee. "Bijkomstig voordeel: als de nucleaire kennis in ons land blijft, is het makkelijker om over enkele decennia over te stappen op nieuwere, kleinere kerncentrales die ook hoogradioactief afval kunnen verwerken," suggereren de hoogleraren. België is nu bezig met een versnelde afbouw van zijn kerncentrales, maar heeft geen goede vervangende energiebronnen. Liever nog een tijdje emissievrije kernenergie uit bestaande reactoren, dan dure nieuwe oplossingen die nieuwe emissies introduceren.
4. Maak elektra niet duurder, maar belast stookolie en gas met emissierechten
Verwarming van huizen is verantwoordelijk voor 13% van de Belgische CO2-uitstoot. Daarom moeten ook Belgen van het gas en de bij onze zuiderburen nog veel gebruikte stookolie af. Maar daar is de politiek nog niet aan toe: "De concurrentie tussen warmtepomp en olie en gas is heel slecht georganiseerd," zegt Proost. "De behandeling van warmtepompen is unfair, doordat er veel grotere heffingen zijn op elektriciteit dan op aardgas en olie." Warmtepompen zijn een 'echte' emissie-reducerende oplossing. Als de energie voor die apparaten direct van zon of wind komt, besparen ze echt op de 13% van de totale uitstoot die de verwarming van woonhuizen nu kost. Maar zolang stookolie en aardgas niet belast worden met emissierechten stappen we niet over.
5. Stop de subsidies op elektrische auto’s
België zou met fiscale maatregelen de elektrisering van het zakelijke wagenpark willen versnellen. Geen goed idee, zeggen de hoogleraren. "De autoconstructeurs hebben immers doelstellingen op Europees niveau om de totale uitstoot van hun nieuw verkochte wagens te verminderen. Als België ambitieuzer is, dan laat het constructeurs toe in andere landen minder elektrische auto’s te verkopen. Bijgevolg is het klimaateffect nul."
6. Leg het accent niet op geheel nieuwe technieken, maar innoveer de breed verspreide bestaande
Werken aan technologieën die CO2-reducties teweegbrengen in overal gebruikte bestaande technologie is veel slimmer dan inzetten op totaal nieuwe technologieën. Proost noemt het zuiniger maken van benzine- en dieselauto's. "De hele wereld volgt, wat een gigantische CO2-reductie teweegbrengt, terwijl elektrisch rijden misschien nooit doorbreekt in de rest van de wereld. Hetzelfde geldt voor het goedkoper maken van bijvoorbeeld windmolens." Laat andere landen maar meeprofiteren van verbeterde technieken, dat heeft het meeste effect.
7. Pas waterstof alleen toe waar elektra niet direct gebruikt kan worden
De productie van groene waterstof is peperduur; dat beweerde ook Sijmen Spiegel gisteren op Foodlog. Ga dus alleen voor waterstof waar je niet rechtstreeks op elektriciteit kunt overstappen. Bijvoorbeeld voor "industriële processen en langeafstandstransport per schip of vliegtuig," aldus de denktank. Voor auto's en verwarming zijn elektrische auto's en warmtepompen een efficiëntere oplossing.
Nog 3
Je hebt 0 van de 3 kado-artikelen gelezen.
Op 5 april krijg je nieuwe kado-artikelen.
Op 5 april krijg je nieuwe kado-artikelen.
Als betalend lid lees je zoveel artikelen als je wilt, én je steunt Foodlog
Lees ook
#8 Ik denk niet dat de lokale bevolking er iets me opschiet het zullen grote bedrijven of beleggers worden die erin investeren en misschien een overheid die de rechten/ruimte verhuurd.
De bevolking kan het hooguit een keer in elkaar trappen als ze weer eens ergens ontevreden over zijn.
We gaan nog voorbij aan het andere gebruik van aardolie, we zijn er zeer afhankelijk van asfalt tot plastic, hanschoenen, polyester, metaal-productie, tandenborstels, telefoons, verf, pvc pijpen, tapijt, lampen, linoleum, koelkasten, chipszakken, windmolens, sneakers, paraplu's, zonnepanelen, gewasbeschermingsmiddelen, kunstmest, schoonmaakmiddelen, luiers, zonnebrandcremes, pennen, rekenmachines, hartkleppen, spuiten, tuinslangen, geneesmiddelen en doosjes, make-up, astmaverstuivers, gehoorapparaten en bescherming, banden, creditcards, asperine, vaseline en de lijst gaat maar door.
Olieproducten zijn doorgedrongen tot alle aspecten van ons leven, maar het meeste word nog omgezet naar energie (verbranding) zolang het nog makkelijk te winnen is. We zijn in korte tijd heel ver gekomen van bakeliet tot iphone dankzij olie. De neveneffecten met CO2 zijn mogelijk enorm, maar zonder olie is er ook geen alternatieve energie mogelijk (composieten) en ik denk zelfs geen modern leven. Zonder olie kunnen we niet, maar dat besef is er ook niet. Verbranden is niet echt het slimste wat we ermee kunnen doen.
Misschien het boekje van de dierproeven (3V's) er eens bij nemen m.b.t. energie:
vervangen, verminderen en verfijnen.
Hieruit blijkt dat je niet te snel achter een hype of stelling aan moet lopen die uit ideële motieven voortkomt.
De voorzet om zonneenergie te laten winnen in zonrijke gebieden als de sag hara heeft mijn grote symphatie. De lokale bevolking kan dan een duurzaam product exporteren: energie.
Het is denk ik zowiezo beter om geen grondstoffen ergens weg te halen voor je eigen handel en gewin maar die ter plaatse te (laten) benutten.
Ontwikkelingshulp en energie oplossingen in enen.
Er zit nog een klein foutje in mijn Twitter sommetje (de 1 op 30 is pp, een auto haalt dat met vier personen wel), maar dat doet niets af aan de boodschap. Die was dat het vooral de grote afstand is die voor veel verbruik zorgt. Toch vindt iedereen dat normaal, 'omdat het kan'.
Dat stoort mij ook aan Wouter's sommetje. Niet de getallen, maar de aanname dat we alle luxe die we nu kennen in stand moeten kunnen houden (desnoods met andere technologie, dat is eigenlijk om het even).
Stel je het volgende scenario even voor: de olie- en gasimport valt helemaal stil. Door een crisis, oorlog of ramp, doet er niet toe. Gaan we dan allemaal dood, worden we minder gelukkig? Met hetzelfde optimisme waar Wouter van getuigd, durf ik te stellen dat het zo'n vaart niet zal lopen. We zullen ons aanpassen. De aanpassing zal alleen drastischer zijn en in de richting van minder luxe. Ergo, als het ons overkomt kunnen we er vermoedelijk best mee omgaan, maar er hard voor kiezen durft niemand kennelijk aan. Toch denk ik dat alleen zo'n grote stap richting minder luxe en navenant excessief verbruik van natuurlijke bronnen enigszins zoden aan de dijk kan zetten.
Met andere woorden, laten we toch eens ophouden met mooi weer spelen en doen alsof we met enkele maatregelen maar met behoud van onze luxe het wel redden. Zeg dan gewoon dat we er alles aan doen om die luxe vast te houden, de hedendaagse gouden eeuw iets langer te rekken, maar doe niet alsof we voldoende doen om tot een houdbaar ecologisch evenwicht te komen. Vasthouden aan de luxe die we kennen kan onmogelijk in een evenwichtssituatie, het leidt tot verbruik van reserves.
De Volkskrant rekende het vliegen binnen de EU nog even na en moest constateren dat de Belgische proffen gelijk hebben. De krant denkt dat er toch wat moet veranderen, want het mag niet waar zijn.
Afgelopen bracht Dennis Zeilstra al een koelere analyse: vliegen - en zelfs vooral op de langste afstanden - is veel minder vervuilend dan met de auto gaan. Het echte probleem: reizen, dat moet je gewoon niet doen en al helemaal niet, als je goed voor het milieu wilt zijn. Dat is het vervelende nieuws. Voor de doorsnee consument is het nieuws echter: vliegen is beter dan rijden naar Johannesburg. Gaan dus met die banaan.