Mineralenconcentraat is een ander woord voor kunstmestvervanger. Het wordt gemaakt uit dierlijke mest. Tot op heden vallen kunstmestvervangers dan ook binnen de categorie dierlijke mest, tot frustratie van Huitema. Volgens de Europese regels mag een boer meer kunstmest gebruiken dan dierlijke mest. "Op dit moment worden grote hoeveelheden waardevolle dierlijke mest geëxporteerd uit ons land, terwijl we tegelijkertijd kunstmest produceren en maken. Dat is de wereld op zijn kop en slecht voor klimaat, milieu en de boer. Laten we de kringloop proberen te sluiten en eerst onze dierlijke mest gebruiken voordat we kunstmest aankopen.”

Twee jaar geleden wist Huitema via een amendement op de Europese meststoffenverordening af te dwingen dat er criteria zouden komen om kunstmestvervangers uit dierlijke mest gelijk te behandelen als kunstmest. Die zijn er nu, in het conceptrapport (pdf). "Voor het toelaten van de mineralenconcentraten stelt het JRC als voorwaarde dat de meststof minimaal 90% minerale stikstof moet bevatten of dat de verhouding tussen Totaal Organisch Koolstof (TOC) en stikstof kleiner is dan 3. Daarnaast zijn er grenzen gesteld aan de maximale hoeveelheid zware metalen in de meststoffen [..] en moeten de lidstaten er voor zorgen dat de ammoniakemissie tijdens het toedienen van het mineralenconcentraat en bij de opslag geminimaliseerd worden" aldus Boerderij.

De komende maanden worden gebruikt voor een commentaarronde op het conceptrapport van de JRC. Naar verwachting zullen de criteria in de loop van volgend jaar opgenomen worden in Europese richtsnoeren zodat boeren de kunstmestvervangers ook daadwerkelijk kunnen gebruiken ter vervanging van kunstmest. Dat is veel beter dan het via een vrijstelling per land te regelen, vindt Huitema.

Voor het lopende proefproject met mineralenconcentraat, dat dit jaar afloopt, zal minister Carola Schouten een verlenging van 2 jaar afgeven.
Dit artikel afdrukken