Ik besloot Twitter te consulteren, maar kwam niet veel verder. Iedereen blijkt schuld te hebben.

De boeren hebben schuld omdat ze naast veel voedsel ook veel mest produceren. De consumenten hebben schuld omdat ze voor een dubbeltje op de eerste rang willen zitten. De supermarkten hebben schuld omdat ze hun marktmacht niet aanwenden om de keten wezenlijk te verduurzamen. Minister Schouten en haar ministerie hebben schuld omdat ze geen Plan B klaar hadden liggen. En waar is premier Rutte eigenlijk?

En dan de Tweede Kamer... Het CDA heeft schuld omdat geen andere partij zoveel invloed op ons landbouw- en natuurbeleid heeft gehad in de afgelopen decennia. De VVD heeft schuld omdat ze de markt nog steeds als doel in plaats van als middel ziet. D66 heeft schuld omdat Tjeerd de Groot de steen in de vijver wierp. De ChristenUnie heeft schuld omdat men niet wil kiezen. GroenLinks heeft schuld omdat ze Jesse Klaver hebben. De PvdA heeft schuld omdat Sicco Mansholt een PvdA-er was. En de rest van de oppositie? Wat heeft de rest van de oppositie ooit aan het landsbestuur bijgedragen?

Enfin, het zal u inmiddels wel duidelijk zijn: er zijn veel schuldigen aan te wijzen. Het zal wel aan onze calvinistische fascinatie voor zonde liggen dat we dit ook met verve doen. Toch is enige voorzichtigheid geboden. In zijn boek The Blame Game – een uitmuntende analyse van de manieren waarop overheden met de schuldvraag omgaan – betoogt collega-bestuurskundige Christopher Hood dat een te sterke preoccupatie met schuld ernstige gevolgen kan hebben voor de kwaliteit van het openbaar bestuur. Zo gaat het zoeken naar en aanwijzen van schuldigen ten koste van de tijd die politiek leiders hebben voor het daadwerkelijk oplossen van problemen. Daarnaast kan het ertoe leiden dat alle potentieel ‘schadelijke’ informatie wordt gecensureerd, of dat organisaties verantwoordelijk voor het produceren van dergelijke informatie en kennis worden geïntimideerd; zie de klokkenluidersaffaire in de VS, maar ook de protesten tegen de rekenmodellen van het RIVM. En tot slot draagt een te sterke nadruk op schuld bij aan een politieke cultuur waarin inhoudelijk debat stagneert en cynisme regeert.

Ik stel daarom voor de schuldvraag even te parkeren. Niet voorgoed; het afleggen van rekenschap en reconstrueren van fouten zijn essentieel voor het goed functioneren van onze democratie. Maar laten we onze tijd en aandacht eerst gebruiken om tot werkende oplossingen te komen, zodat er weer perspectief ontstaat voor onze natuur en getroffen sectoren. Pas als die oplossingen er zijn ontstaat weer ruimte en lucht om gezamenlijk te evalueren. En laten we dat dan ook goed doen. Waarom geen parlementaire enquête naar het Nederlandse natuurbeleid van de afgelopen twintig jaar? Het onderwerp lijkt me er belangrijk genoeg voor.
Dit artikel afdrukken