Volstrekt logisch, legt het ministerie uit. Denemarken heeft een grote en belangrijke varkenssector. Om aan te tonen dat het land vrij is van de Afrikaanse varkenspest, worden alle dode en geschoten wilde zwijnen op de gevreesde varkensziekte getest.

De aangespoelde zwijnen zijn door de autoriteiten dus juist niet getest, omdat niet met zekerheid vaststaat dat het Deense zwijnen zijn. Zou er bij deze kadavers varkenspest vastgesteld worden, dan moet Denemarken dat melden aan de Werelddiergezondheidsorganisatie OIE. Daar komt de zaak dan te boek te staan als een Deens geval, met mogelijk dramatische gevolgen voor de Deense varkenssector.

Zolang er geen test is weet de overheid van niets en heet Denemarken pestvrij
Denemarken is een grote exporteur van varkensvlees. Het land mest jaarlijks ongeveer 28 miljoen varkens waarvan de Denen slechts zo'n 10% zelf opeten. Zowel andere EU-landen als Aziatische landen met een eigen varkensproductie zullen hun grenzen voor Deens vlees sluiten, als zou blijken dat de Afrikaanse varkenspest Denemarken heeft bereikt. Het land blijft dan zitten met het vlees van 25 miljoen dieren dat nergens meer heen kan.

Stel dat de aangespoelde varkens de gevreesde pest hebben. "Het zou heel moeilijk zijn om de wereld uit te leggen dat het geen Deens zwijn is", aldus het ministerie. En daarom test Denemarken de karkassen niet op de varkenspest. Zolang er geen test is weet de overheid van niets en heet Denemarken pestvrij.

Op Ærø spoelden nog nooit eerder dode zwijnen aan. Het is niet duidelijk waar de dode zwijnen oorspronkelijk vandaan komen. Zwijnen zijn niet bang voor water en kunnen prima zwemmen. Het is bovendien waarschijnlijker dat het een Duits of Pools roedel is dat door de stroming verrast is, dan dat de zwijnen bezweken zijn aan de varkenspest.

"Tussen het eiland en de dichtstbijgelegen besmette boerderij in Noord-Polen ligt echter meer dan 600 km," aldus Agrarheute. Dat is een flink eind zwemmen.

Dit artikel afdrukken