image

Nick op z'n best!

Ik wou het deze week over bio hebben, maar ik heb me bedacht. Ik heb in het verleden al vaak kritiek geuit op deze verkoopsstijl. En ik wil niet in herhaling vallen. Bio is gewoon een marketingtruc geworden, het heeft niet veel meer met het oorspronkelijke idee te maken. Laten we ons dus weer tot het lentefruit wenden. Zelfs als er geen zon in de straten valt, liggen de bessen en vruchten ons warmte toe te stralen in de uitstalramen. Ik merkte bij de zuiderse winkeliers in mijn buurt dat er weer loquats liggen. Dat is weer eens een andere vrucht. Neffles staat er meestal bij geschreven, net geen drie euro per kilo. Het woord neffles is Frans voor ‘mispels’, maar dat zijn deze vruchten niet. Het toont aan hoe beperkt onze woordenschat wel is. We gebruiken dezelfde woorden voor heel andere vruchten. Uit armoede. Waar je een echte mispel (Mespilus germanica) moet laten rotten vooraleer hij eetbaar wordt, wil deze loquat in alle versheid van zich laten genieten. Beide behoren wel tot dezelfde rozenfamilie, de Rosaceae, samen met de appels en de peren, braambessen en kersen en nog een hele fruitmarkt erbovenop.

Loquatbomen (Eriobotrya japonica) groeien van oorsprong in Zuid-China en werden al heel lang geleden naar Japan overgeplant, waar de Europeanen ze leerden kennen. De Fransen brachten er eentje mee naar de Jardin des Plantes in Parijs in 1783, de Engelsen naar Kew Gardens enkele jaren later. Vanuit Parijs verspreidde de plant zich over de landen rond de Middellandse Zee. Engeland zorgde voor de Amerika’s, maar ook voor de eigen Engelse zuidkust, waar loquats kunnen gedijen.

Verlichte appel
Dit is dus een vrucht die met de wetenschappers meekwam, de appel van de verlichting. Ondertussen bestaan er tientallen varië­teiten, ook in het oorspronkelijke China, waar de boom sterk verspreid is. De ene boom draagt ronde vruchten, de andere langwerpige, ze zijn geel of oranje, soms ook met roze vruchtvlees. Met dat kleine bloemkroontje onderaan en de stevige steel bovenaan lijken ze wel wat op kleine appeltjes, vandaar de verwarring met mispels. Sommige vruchten zijn lichtbehaard, zoals ook de bladeren van de boom, vandaar dat men ze soms ook Japanse wolmispels noemt. In het Frans spreekt men ook wel van bibasses, in het Spaans van nisperos (alweer mispels, dus).

Dit boompje heeft nog meer eigenaardigheden. In de tropen vormt het tot driemaal per jaar vruchten, maar in koudere streken bloeit het in de late herfst, om drie maanden later, bij het begin van de lente, al eetbare vruchten af te leveren: de omgekeerde wereld! Loquats kunnen dus als eerste seizoensvruchten op de markt komen. Door de diversificatie in de fruitwereld zouden we in de toekomst vaker loquats uit Spanje of Portugal kunnen aantreffen in onze winkels.

Licht toxisch
Ik kocht dus een kilo loquats. Ik had er een twaalftal. Ze lijken wat op abrikozen, maar deze hier hadden een gladde schil, die makkelijk loslaat zoals bij rijpe perziken.

Koop ze niet te zacht, en met zo weinig mogelijk vlekken. Het is niet zo eenvoudig, zegt de literatuur, om te zien of ze rijp zijn. Onrijpe loquats zouden zeer zuur zijn, en zelfs licht toxisch. Aan de andere kant bevatten ze dan juist veel pectine, wat bij het maken van jam nuttig kan worden. Snij ze in twee en je vindt twee tot vijf dikke, zwarte pitten in een weinig ontwikkeld klokhuis. Die pitten bevatten wat cyanide, net als appelpitten. Om die reden mochten ze vroeger in België blijkbaar niet worden ingevoerd. Dat doet een mens toch even stilstaan: als de appel geen oude inlandse vrucht was geweest, zou die dan door hetzelfde vooroordeel zijn getroffen?

De textuur van mijn loquats was ongeveer als die van een pruim. De smaak was zoet met een friszure toets, zonder overdreven parfum. Misschien iets te vroeg geplukt? Een beetje een allemansvriend, deze loquat. Ik vond de samenstelling van loquat in een voedingstabel, opgesteld door de Amerikaanse Purdue University. Tenzij er een dikke drukfout staat, bevat honderd gram loquatpulp genoeg vitamine A voor een dag (2340IU). Twee is dus voldoende – en vier of vijf per dag zou dan al niet meer gezond zijn? Want vitamine A is giftig in grote hoeveelheden. Ik begrijp het niet goed. Ook het opgegeven gehalte aan kalium (1.216 mg/100g) lijkt mij moeilijk te geloven. Zo’n hoeveelheid vind je normaal alleen bij gedroogde abrikozen. Maar ik vond nauwelijks een andere bron om mee te vergelijken. Loquats zijn niet wat je noemt een massaproduct, en dan ontbreekt vaak aan bruikbare informatie.

Als handfruit komt een loquat allicht nog het best van pas, maar je kunt er ook loquatmoes van koken. Het is zeker een goed ingrediënt in fruitsalades, mijn exemplaren verkleurden niet zo snel als appels plegen te doen. Met hun vrij neutrale smaak kun je loquats ook gebruiken om confituur van duur of zeldzaam fruit ‘aan te lengen’, zonder de smaak erg te beïnvloeden. Je kunt ze ook gebruiken in taarten, en in Azië maakt men er chutneys mee. In de Chinese supermarkt vind je loquats op stroop, in blik. Het was al bij al een aangenaam kennismaken. Smakelijk.


Nick Trachet © Brussel
Dit artikel afdrukken