De NEa constateerde dat de overheid grote bedrijven in de Nederlandse glastuinbouw sinds 2012 doelbewust heeft geholpen om niet mee te hoeven doen aan het Europese emissiehandelssysteem ETS. Het systeem is door de EU ingericht om grote, internationaal opererende bedrijven te belasten voor hun CO2-uitstoot door de aankoop van rechten.

Het voormalige ministerie van Infrastructuur en Milieu paste, buiten politieke besluitvorming om, criteria aan waardoor bedrijven niet meer aan het ETS hoefden deel te nemen. Daarmee kwamen ze in de categorie van non-ETS bedrijven terecht zodat de feitelijke uitstoot in die groep is opgelopen. Als wet- en regelgeving daar niet op wordt aangepast, is sprake van een vorm van wegkijken of zelfs sjoemelen met regelgeving. De aanpassingen werden doorgevoerd om de grote tuinbouwbedrijven niet met hogere emissielasten te bezwaren dan hun kleinere concurrenten.

De onttrekking van de bedrijven aan ETS kan betekenen dat de Nederlandse glastuinbouw zijn klimaatdoelen niet haalt. Volgens de NRC komt Wageningen Economic Research over enkele weken met cijfers die laten zien dat de CO2-uitstoot van de glastuinbouwsector (die in belangrijke mate verantwoordelijk is voor de volgens officiële cijfers goede klimaatperformance van de Nederlandse landbouw) de afgelopen vijf jaar niet meer is gedaald.

Inmiddels is het ministerie van Landbouw (LNV) verantwoordelijk is voor het dossier. LNV vindt de zorgen voorbarig. Een weliswaar met vertraging ingevoerd compenserend sector CO2-systeem zou de gewenste reductie van CO2-emissies wel degelijk borgen. De NRC berekent dat de betrokken tuinbouwbedrijven tussen de €20 en 30 miljoen voordeel hebben genoten in de vorm van niet afgedragen lasten. Naarmate de ETS tarieven stijgen, loopt hun voordeel verder op.
Dit artikel afdrukken