De Hoge Gezondheidsraad (HGR) overlegde bijna 3 jaar lang een dertigtal deskundigen om tot het uiteindelijke rapport te komen. Het advies, de Food Based Dietary Guidelines (FBDG), is gebaseerd op de nieuwste wetenschappelijke inzichten over gezonde voeding en duurzaamheid. De HGR hield rekening met de Belgische eet- en leefgewoonten en chronische ziekten die veel in België voorkomen.

Van portie calcium naar handje noten
Radicaal vernieuwend is het advies niet. Net als de Commissie Voeding van de Nederlandse Gezondheidsraad in 2015, adviseert de raad voor het eerst in termen van voedingsmiddelen in plaats van voedingsstoffen. Ook worden voor het eerst adviezen gegeven over de hoeveelheden. Met 300 gram groenten 250 gram fruit en 125 gram volle granen per dag liggen de aanbevelingen boven die dan de Nederlandse Richtlijnen goede voeding. De HGR moedigt Belgische consumenten aan om seizoensproducten te gebruiken, groenten te wassen en schillen en soorten te variëren bij verschillende maaltijden.

De 12 ‘FBDG’-aanbevelingen:
1. Eet elke dag ten minste 125 g volle graanproducten, in functie van de energiebehoeften. Om hun heilzame effecten ten volle te benutten, is het aangewezen ze in de plaats van geraffineerde graanproducten te eten. Volkoren brood is bijvoorbeeld te verkiezen boven wit brood, volkoren pasta boven witte pasta enz.

2a. Eet elke dag 250 g of twee stukken fruit. Om te veel toegevoegde suikers en/of vetten te vermijden, geniet vers fruit zonder toevoeging van suiker of vet de voorkeur. Zorg voor afwisseling en kies voor lokaal geproduceerde seizoensproducten. Was het fruit altijd en schil het indien nodig alvorens het te eten.

2b. Eet elke dag ten minste 300 g groenten (rauw of bereid). Varieer in soorten en laat je leiden door het seizoen en lokale producten.

3. Eet wekelijks peulvruchten. Vervang ten minste één keer per week vlees door peulvruchten. De teelt en de productie van peulvruchten hebben bovendien een geringe impact op het klimaat.

4. Eet dagelijks 15 tot 25 g noten of zaden zonder zoute of zoete omhulsels; een handvol stemt overeen met ongeveer 30 g. De voorkeur gaat uit naar producten rijk aan omega-3 vetzuren.

5. Beperk de zoutinname. Kies voor producten arm aan zout en beperk het toevoegen van zout aan bereidingen of aan tafel. Kruiden en niet-gezouten specerijen zijn goede alteratieve smaakmakers!

6. Gebruik elke dag tussen 250 en 500 ml melk of melkproducten. Als het gebruik lager ligt, moet extra aandacht besteed worden aan de inname van andere bronnen van eiwitten, calcium en vitamines.

7. Eet elke week één of twee keer vis, schaaldieren of schelpdieren, waarvan één keer vette vis. Verkies daarbij producten die rijk zijn aan omega 3-vetzuren.

8. Eet niet meer dan 300 g rood vlees per week. Het kan vervangen worden door peulvruchten, vis, gevogelte, eieren of andere vervangproducten die een volwaardig alternatief vormen voor rood vlees.

9. Eet maximaal 30 g vleeswaren (charcuterie, bereide vleeswaren enz.) per week. Vervang charcuterie door visconserven, garnituren op basis van peulvruchten, fruit of verse kaas.

10. Drink zo weinig mogelijk dranken met toegevoegde suikers (gesuikerde frisdranken, vruchtennectar enz.). Water blijft de beste dorstlesser.

11. Zorg voor voldoende calciuminname (950 mg/dag) via diverse natuurlijke bronnen zoals melk en afgeleide producten.

12. Zorg voor een toereikende inname van meervoudig onverzadigde vetzuren (waaronder omega 3-vetzuren) door de voorkeur te geven aan koolzaad-, soja- en walnootolie en gebruik noten en zaden. Vervang harde margarines en boter door niet-tropische oliën, smeervetten en vloeibare bak- en braadvetten.


Voedingstak
Met het oog op de overvloed aan voedingsinformatie die beschikbaar is voor consumenten zijn de belangrijkste aanbevelingen visueel gemaakt in de zogeheten Voedingstak. Deze nieuwe tool rangschikt de 5 voedingsprioriteiten. Doel: een langer leven in gezondheid door een betere voeding.

Belgische voedingstak

De Voedingstak is geen vervanging van de Voedingsdriehoek (zeg maar de Belgische Schijf van Vijf), maar een aanvulling. Om het makkelijker te maken.

Betekenis voedingsadvies
Gaat het nieuwe advies de Belgen ook extra gezondere levensjaren opleveren? VUB-professor Frédéric Leroy heeft zijn twijfels. Hij vraagt zich af wat voedingsadvies tot nu toe überhaupt heeft opgeleverd. “Alvast geen afname in overgewicht en diabetes, integendeel", zegt Leroy. "Als de adviezen al correct zouden zijn, is het duidelijk dat ze hun taak niet volbrengen.” Leroy vindt het tijd voor meer reflectie, voorzichtigheid en minder harde adviezen. “Voedingsadvies is vooral een uitdrukking van wat nu eigenlijk beschouwd wordt als 'correct' eten binnen een welbepaalde culturele context, voor een groot deel op een morele of ideologische basis gebaseerd en omwille van historische redenen.”

Toch ziet Leroy ook wat goeds in het pakket aan voedingsadvies. “Ik verwelkom een aantal zaken, zoals de positieve (eerder dan reactieve) communicatie betreffende groenten, vis, zuivel. Niet omwille van de epidemiologie die erachter schuilt, maar omwille van het feit dat deze voedingsgroepen vele interessante nutriënten aanbieden, elk op hun eigen manier, en bijdragen tot culinaire diversiteit en rijkdom." Leroy is blij met de waarde die het Belgisch voedingsadvies - net als het Braziliaanse - toekent aan de sociale aspecten van voeding en het belang van samen eten en koken.

Hooguit twee biefstukjes per week
Het advies zwengelt ook de discussie over de ongezondheid van vlees weer aan. De wetenschap is verdeeld over de risico’s van rood vlees op de gezondheid. Leroy vindt het vleesadvies van de HGR een valse noot. De aanbeveling om minder dan 300 gram rood vlees per week te eten en producten als kookham en salami zelfs zoveel mogelijk achterwege te laten is wat hem betreft onverantwoord. “Het is niet veel meer dan een normatieve en ideologische visie op ‘correct’ eten.” Waarom? Omdat het tot ongewenste voedingspatronen kan leiden, is het volgens Leroy niet verstandig om dierlijke producten te demoniseren. Wat hem betreft geeft het geen pas geeft om klimaat- en milieuzorgen onder het mom van voedingswetenschap te verkopen.

Dit artikel afdrukken