De wegen rond Utrecht staan vol vanwege de boerenprotesten. Die richten zich vanmorgen tegen het RIVM in de Bilt (net ten oosten van Utrecht) waar de stikstofdeposities worden berekend. Het Algemeen Dagblad meldde rond 8:00 bijna 400 kilometer; inmiddels zou het om nog maar 300 kilometer gaan. Zo'n 3.000 tractoren zouden in De Bilt zijn gearriveerd.

Bij de protesten die zich in de loop van de dag naar Den Haag zullen verleggen, worden tot 10.000 tractoren verwacht. De weg naar het Binnenhof is gisteren door Justitie tot verboden terrein voor tractoren verklaard. Om te voorkomen dat boeren toch doorbreken, is de binnenstad met legertrucks en betonnen blokken afgesloten.

Het ziet ernaar uit dat het 2e boerenprotest dat vandaag wordt georganiseerd nog groter uit kan pakken dan het 1-oktober protest dat opzien baarde. Op 1 oktober waren minister Schouten en parlementariërs aanwezig op het Malieveld. Vandaag laat de minister verstek gaan. De Tweede Kamer laat zich informeren over de vraag of de stikstofmetingen wel kloppen. Boeren hebben daar hun twijfels bij en drijven er inmiddels zelfs zwaar de spot mee.

Boeren weten dat ze te maken hebben met een onbetrouwbare overheid die niet langer in staat is kaders te scheppen waarbinnen zij een stabiele bedrijfsvoering kunnen realiseren
De Vlaamse omroep VRT probeert vandaag de boerenprotesten te verklaren vanuit een diepere sociologische laag. De stikstofcrisis waarin Nederland gedompeld is, zou het gevolg zijn van de tegenstelling tussen 'Nederland 1 en 2'. Nederland 1 is de hippe stad die alles groen wil en geen vervuilende boeren meer wil, maar onderwijl lustig consumeert. Nederland 2 is de boer die kijkt vanuit het landbouwbeleid zoals dat na WO II vorm heeft gekregen en die voor een ruimer gebied dan alleen Nederland voedsel wil blijven maken en zich realiseert dat daar nu eenmaal ook wat schade voor moet worden geleden.

Onbetrouwbare overheid
De redactie van Foodlog ziet het na jaren van ervaring in de Nederlandse agrarische sector anders. Deze maand maken we de zich al jaren opbouwende, onvermijdelijke ondergang mee van het familiebedrijf dat ononderscheiden grondstoffen maakte voor de verwerkende industrie. De Nederlandse - maar ook de Vlaamse - infrastructuur is ingericht op verwerking van 'gewoon' aardappelen, 'gewoon 'melk' en 'gewoon' varkensvlees. Dat kan elders, ook in Europa, goedkoper worden geproduceerd en met minder milieuschade door zware puntdruk op onze al sterk belaste leefomgeving.

In Nederland is daarom nog slechts ruimte voor een boerenbedrijf dat maakt wat consumenten als ecologisch en ethisch verantwoord zien. Op die markten zijn volop en zelfs grootschalige kansen, ook in de ons direct omliggende landen waarvoor Nederlandse boeren produceren. Om die mogelijkheden te realiseren zijn nieuwe beleidsvormen en samenwerkingen tussen overheid, bedrijven en burgers nodig die jammerlijk genoeg nooit ontwikkeld zijn. In plaats daarvan is gekozen voor steeds knellender en onsamenhangende regelgeving op vele technische deelgebieden. Dat beleid bewerkstelligt via de markt een steeds akeliger shake-out van het boerenbedrijf.

Met de snel in elkaar gerommelde nieuwe stikstofregels die juridisch nog jarenlang voor grote onzekerheid en conflicten tussen boeren en overheid gaan zorgen, weten boeren dat ze te maken hebben met een onbetrouwbare overheid die niet langer in staat is kaders te scheppen waarbinnen zij een stabiele bedrijfsvoering kunnen realiseren. Het boerenprotest van vandaag is dan ook eerder te zien als een uiting van terechte wanhoop, psychische nood en boosheid als gevolg daarvan. We zijn getuige van het einde van een Nederlands landbouwtijdperk dat zich pas kan oplossen in nieuwe vormen als de overheid weer in staat is om geordend en verantwoordelijk politieke besluiten te nemen in plaats van bestuurlijk onprofessioneel aan te rommelen via partijpolitieke polarisaties.


Dit artikel afdrukken