Vorige maand startte Vervoerregio Amsterdam een proef met deelfietsen voor forenzen. In de fietsparkeergarage Mahlerplein bij station Amsterdam Zuid staan 130 fietsen klaar voor mensen die met de fiets van of naar Station Zuid reizen voor hun werk.

Volgens een geprogrammeerd systeem gebruikt de ene helft van de deelnemers de fiets om van huis naar het station te komen, terwijl de andere helft de fiets pakt om het laatste stukje van het station naar het werk af te leggen. Door gebruik te maken van deelfietsen ontzien mensen de fietsenstallingscapaciteit: ze hebben geen speciale ‘stationsfiets’ meer nodig om van of naar het station te fietsen. Alleen rondom de wisselmomenten in de spits houden de deelfietsen een plekje bezet, de rest van de dag staan ze thuis dan wel bij het kantoor.

‘In essentie werkt het wisselfietsconcept heel eenvoudig. De ene helft van de deelnemers woont op minimaal anderhalve kilometer afstand van het station en de andere helft werkt op minimaal die afstand. Iemand die 's ochtends met de trein of metro verder naar het werk reist, parkeert de fiets in een speciaal gereserveerd deel van de stalling onder Mahlerplein. Iemand die aankomt op Station Amsterdam Zuid en verder met de fiets wil, kan diezelfde fiets gebruiken en na het werk weer terugzetten.’ Aldus de uitvoerende organisatie Vervoerregio Amsterdam.

Het heeft me nu één keer exact evenveel tijd gekost als lopen. Voor de rest een paar minuten meer of zelfs heel veel meer. Het is vaak niet de moeite om de fiets te pakken als het niet helemaal vlekkeloos werkt
Tijdrovende wissel
In de praktijk blijkt het concept technisch steken te laten vallen. Foodlog sprak met een van de deelnemers aan het experiment. “Er staan allemaal fietsen in een gereserveerd deel van de fietsenstalling. Op één rij, aan beide kanten, op twee niveaus. Dan geef je in de app aan ‘zoek de dichtstbijzijnde fiets’ waarop de app willekeurig een fiets kiest uit het rek. Alle fietsen hebben een stickertje met een nummertje erop. Als je dan – na lang zoeken – de juiste fiets hebt gevonden, moet je deze via de app ontgrendelen. Dit gaat lang niet altijd vlekkeloos,” aldus de proefpersoon; "je hebt namelijk een GPS-verbinding nodig om een fiets te vinden, maar de fietsen staan in de ondergrondse fietsenstalling. Als je vergeet om de app te openen voordat je de fietsenstalling in loopt, sta je een tijdje te wachten. Ook lukt het soms gewoon niet om de fiets te ontgrendelen.”

Op de vraag of het echt een handige oplossing is, antwoordt de deelnemer: “Het heeft me nu één keer exact evenveel tijd gekost als lopen. Voor de rest een paar minuten meer of zelfs heel veel meer. Het is vaak niet de moeite om de fiets te pakken als het niet helemaal vlekkeloos werkt.”

Deelfietsen
Het concept van deelfietsen zou niet heel ingewikkeld hoeven zijn, gezien de hoeveelheid deelfietssystemen die er (wereldwijd) al zijn. De meest bekende in Nederland is misschien wel de geel-blauwe OV-fiets. Die bestaat al sinds 2004 en is niet meer weg te denken uit het Nederlandse straatbeeld. Je kunt op verschillende manieren een fiets ophalen uit een fietskluis, fietscarrousel, fietsbox of gewoon bij een medewerker van de bewaakte fietsenstalling.

Ook via andere systemen is het mogelijk om fietsen te huren. In Nederland exploiteert Arriva de Nextbike (op 11 locaties in Maastricht en 9 in Dordrecht), een systeem vergelijkbaar met de Citibikes in New York. Voor een vast bedrag per jaar (Arriva) of per dag (Citibikes) kun je bij een willekeurige deelfietslocatie een fiets ophalen die je 30 minuten lang kunt gebruiken. Zo kun je precies van A naar B fietsen en de fiets daar weer stallen. In New York staan er 12.000 fietsen verspreid over 750 locaties door heel de stad. In China kende het slimme deelfietsconcept een explosieve groei - met onverwachte problemen tot gevolg, overigens.

Ook dichter bij huis worden de deelfietsen veelvuldig gebruikt. In Frankrijk heeft iedere stad of regio zijn eigen fietsverhuur systeem of systemen; zo heeft de stad Parijs 14.000 Vélib-fietsen en bestaan daarnaast ook fietsen van de concepten Mobike, Donkey en Jump.

Strooifiets
Naast de deel- of wisselfietsen bestaat ook de zogeheten strooifiets. Deze fietsen hebben geen vaste locatie, maar kunnen worden opgehaald of worden achtergelaten in een bepaalde zone. De Mobike is zo’n systeem. Strooifietsen kun je in Nederland vinden in Rotterdam, Delft en Den Haag. Niet in onze hoofdstad, want daar is het per gemeentelijke verordening verboden voor commerciële partijen om zonder vergunning aan verhuur in de openbare ruimte te doen.

De strooifietsen zijn de concurrenten van de deelsteps, die vooral in de rest van de wereld te vinden zijn. In Nederland mogen deze elektrische steps namelijk niet zomaar op de openbare weg. Wie regelmatig in Parijs en Brussel komt, weet dat ze overal om je heen suizen.

Doorbraak van de deelfiets
Waarom probeert Vervoerregio Amsterdam opnieuw het wiel uit te vinden terwijl er elders al succesvolle systemen bestaan? Vorig jaar was er zelfs nog sprake van een universele app waarin je alle beschikbare deelfietsen kunt zien van alle aanbieders. In maart 2019 zou deze app gelanceerd worden, maar als je op de site kijkt, lijkt het nog niet zo’n succes.

Nederland heeft blijkbaar geen behoefte aan nieuwe, technologisch ingewikkelde deelfietssystemen. Misschien komt dat doordat we allemaal al een fiets hebben, en waarschijnlijk zelfs meerdere. Waarom zou je met een wisselfiets van A naar B gaan als je daar ook je eigen fiets voor kunt gebruiken? Voor een probleem dat niemand ervaart, is zelfs de technologie geen oplossing.

Onze fietscultuur is al zo oud dat ze geworteld is in eigendom. Misschien kandideert dat aspect van onze cultuur ook wel als Nederlands immaterieel erfgoed.
Dit artikel afdrukken