Frits van der Schans en Wouter van der Weijden van het Centrum voor Landbouw en Milieu zeggen een onverwacht voorstel te hebben voor de Commissie Remkes die vandaag de Nederlandse regering adviseert over de reductie van stikstofemissies in Nederland. Laat koeien meer naar buiten gaan. Dat zou nog meer reductie op leveren, dan het verlagen van de maximumsnelheden op autowegen. Een stikstofexpert heeft zijn twijfels. Laat het voorstel hieronder vooral goed besproken worden.
De uitspraak van de Raad van State over stikstof heeft paniek gezaaid bij overheden, landbouwbedrijven en andere bedrijven. Duizenden projecten zijn stilgelegd en honderden verleende vergunningen ingetrokken.
De laatste weken zijn van alle kanten ideeën voor oplossingen aangedragen, zoals:
Deze ideeën zijn het overwegen waard, maar ze kosten veel geld en tijd. Alleen verlaging van de maximumsnelheid kan zowel op korte termijn als tegen lage kosten.
Maar er is nog een andere, verrassende quick win mogelijk: meer koeien in de wei. Niet door meer koeien te houden, maar door de reeds aanwezige koeien vaker in de wei te laten. Dat verlaagt de ammoniakemissie, want ammoniak ontstaat pas als mest en urine vermengd raken. Vermenging vindt plaats in stallen, in de mestopslag en bij het uitrijden van mest, maar nauwelijks bij weidegang.
Volgens het CBS krijgt de gemiddelde Nederlandse koe jaarlijks ruim 1000 uur weidegang. Dat is slechts 11,4% van het jaar. Eind vorige eeuw was dat getal meer dan twee keer zo hoog. Sindsdien daalde niet alleen het percentage bedrijven met weidegang, maar ook het aantal dagen weidegang per jaar en het aantal uren weidegang per dag. Het percentage bedrijven met weidegang is recent, dank zij een grote inspanning van diverse partijen, weer enigszins toegenomen, maar de huidige stikstofproblematiek maakt het extra urgent om ook beide andere trends om te keren. Dus: meer dagen per jaar weiden en meer uren per dag.
Stel dat de gemiddelde Nederlandse koe 1200 uur zou weiden, dan daalt de ammoniakemissie jaarlijks met 1,2 kton. En bij 1500 uur met 2,8 kton. Dat kan niet op alle bedrijven, maar er zijn ook bedrijven die best méér willen en kunnen weiden. Die 2,8 kiloton is een grotere stikstofreductie dan we zouden krijgen door een drastische verlaging van de maximumsnelheden: op autosnelwegen naar 100 km/uur en op autowegen naar 80 km/uur.
Uiteraard is extra weidegang nog lang geen structurele oplossing voor het stikstofprobleem. Om de emissies verder terug te dringen is ook krimp van de veestapel nodig, vooral in regio’s met een hoge veedichtheid in de buurt van kwetsbare natuurgebieden, zoals de Peel. Dat is des te meer nodig omdat het landelijke mestoverschot nog steeds veel te groot is. Maar zo’n krimp vergt veel tijd en geld.
Daarom doen overheden, bedrijven en de zuivelsector er verstandig aan om spoedig rond de tafel te gaan zitten en deals te sluiten waarbij veehouders in ruil voor een vergoeding hun koeien meer laten weiden. Dat kan landelijk, maar vooral ook in regio’s waar belangrijke projecten zijn stilgelegd om natuurgebieden te ontlasten, waar ook veel melkkoeien worden gehouden en waar veehouders bereid zijn hen extra te laten weiden. Johan Vollenbroek van Mobilisation for the Environment, die de procedure bij de Raad van State aankaartte en won, liet al weten: “Een boer met koeien in de wei zal (…) gemakkelijker een vergunning gaan krijgen dan een boer met koeien op stal.” Gelukkig lopen de meeste koeien graag in de wei; behalve bij erg zonnig, warm weer, maar dan kan de veehouder hen ook ’s nachts laten weiden. Ook het Nederlandse publiek ziet graag koeien in het landschap. Zo is er dus winst te boeken voor natuur, landschap, veehouders, koeien én gewenste projecten.
Deze opinie verschijnt vandaag ook in Trouw. Foodlog vroeg stikstofexpert Jan-Willem Erisman om een eerste reactie op het voorstel van Frits van der Schans en Wouter van der Weijden. Erisman liet ons weten: "Op zich prima artikel. Zet niet heel veel zoden aan de dijk en lijkt mij moeilijk handhaafbaar. Verder ben ik bang dat er onvoldoende huiskavels zijn om te beweiden. Dat betekent dat de koeien langer op een klein stukje wei lopen en dan neemt de ammoniak emissie minder af dan zij aangeven.
Belangrijkste punt: de stikstofcrisis draait om de depositie en Van der Schans en Van der Weijden maken de vergelijking op emissie met wegverkeer. Als je 2,8 kton ammoniak emissie reduceert, dan levert dat net iets meer depositiewinst op dan verlaging van de snelheid op snelwegen naar 100 km/uur."
Dit artikel afdrukken
De laatste weken zijn van alle kanten ideeën voor oplossingen aangedragen, zoals:
- - een verplicht, gelijk percentage emissiereductie in alle sectoren;
-halvering van de veestapel om ruimte te scheppen voor woningbouw- en andere projecten;
-verhandelbare stikstofrechten, waarmee bijvoorbeeld een industrie die wil uitbreiden rechten kan kopen van veebedrijven in de buurt die willen stoppen;
-verlaging van de maximumsnelheid op autowegen.
Deze ideeën zijn het overwegen waard, maar ze kosten veel geld en tijd. Alleen verlaging van de maximumsnelheid kan zowel op korte termijn als tegen lage kosten.
Maar er is nog een andere, verrassende quick win mogelijk: meer koeien in de wei. Niet door meer koeien te houden, maar door de reeds aanwezige koeien vaker in de wei te laten. Dat verlaagt de ammoniakemissie, want ammoniak ontstaat pas als mest en urine vermengd raken. Vermenging vindt plaats in stallen, in de mestopslag en bij het uitrijden van mest, maar nauwelijks bij weidegang.
Volgens het CBS krijgt de gemiddelde Nederlandse koe jaarlijks ruim 1000 uur weidegang. Dat is slechts 11,4% van het jaar. Eind vorige eeuw was dat getal meer dan twee keer zo hoog. Sindsdien daalde niet alleen het percentage bedrijven met weidegang, maar ook het aantal dagen weidegang per jaar en het aantal uren weidegang per dag. Het percentage bedrijven met weidegang is recent, dank zij een grote inspanning van diverse partijen, weer enigszins toegenomen, maar de huidige stikstofproblematiek maakt het extra urgent om ook beide andere trends om te keren. Dus: meer dagen per jaar weiden en meer uren per dag.
Stel dat de gemiddelde Nederlandse koe 1200 uur zou weiden, dan daalt de ammoniakemissie jaarlijks met 1,2 kton. En bij 1500 uur met 2,8 kton. Dat kan niet op alle bedrijven, maar er zijn ook bedrijven die best méér willen en kunnen weiden. Die 2,8 kiloton is een grotere stikstofreductie dan we zouden krijgen door een drastische verlaging van de maximumsnelheden: op autosnelwegen naar 100 km/uur en op autowegen naar 80 km/uur.
Uiteraard is extra weidegang nog lang geen structurele oplossing voor het stikstofprobleem. Om de emissies verder terug te dringen is ook krimp van de veestapel nodig, vooral in regio’s met een hoge veedichtheid in de buurt van kwetsbare natuurgebieden, zoals de Peel. Dat is des te meer nodig omdat het landelijke mestoverschot nog steeds veel te groot is. Maar zo’n krimp vergt veel tijd en geld.
Daarom doen overheden, bedrijven en de zuivelsector er verstandig aan om spoedig rond de tafel te gaan zitten en deals te sluiten waarbij veehouders in ruil voor een vergoeding hun koeien meer laten weiden. Dat kan landelijk, maar vooral ook in regio’s waar belangrijke projecten zijn stilgelegd om natuurgebieden te ontlasten, waar ook veel melkkoeien worden gehouden en waar veehouders bereid zijn hen extra te laten weiden. Johan Vollenbroek van Mobilisation for the Environment, die de procedure bij de Raad van State aankaartte en won, liet al weten: “Een boer met koeien in de wei zal (…) gemakkelijker een vergunning gaan krijgen dan een boer met koeien op stal.” Gelukkig lopen de meeste koeien graag in de wei; behalve bij erg zonnig, warm weer, maar dan kan de veehouder hen ook ’s nachts laten weiden. Ook het Nederlandse publiek ziet graag koeien in het landschap. Zo is er dus winst te boeken voor natuur, landschap, veehouders, koeien én gewenste projecten.
Deze opinie verschijnt vandaag ook in Trouw. Foodlog vroeg stikstofexpert Jan-Willem Erisman om een eerste reactie op het voorstel van Frits van der Schans en Wouter van der Weijden. Erisman liet ons weten: "Op zich prima artikel. Zet niet heel veel zoden aan de dijk en lijkt mij moeilijk handhaafbaar. Verder ben ik bang dat er onvoldoende huiskavels zijn om te beweiden. Dat betekent dat de koeien langer op een klein stukje wei lopen en dan neemt de ammoniak emissie minder af dan zij aangeven.
Belangrijkste punt: de stikstofcrisis draait om de depositie en Van der Schans en Van der Weijden maken de vergelijking op emissie met wegverkeer. Als je 2,8 kton ammoniak emissie reduceert, dan levert dat net iets meer depositiewinst op dan verlaging van de snelheid op snelwegen naar 100 km/uur."
Nog 3
Je hebt 0 van de 3 kado-artikelen gelezen.
Op 5 april krijg je nieuwe kado-artikelen.
Op 5 april krijg je nieuwe kado-artikelen.
Als betalend lid lees je zoveel artikelen als je wilt, én je steunt Foodlog
Lees ook
Prima artikel/oplossing! Misschien een idee om die absurde weidemelk criteria (nu 120 dagen x 6 uur) onmiddellijk te verdubbelen?
Jack, in Ierland is 300 dagen à 20 uur weidegang niet ongewoon. Glanbia kan de Nederlandse weidezuivel dus 8x overtroeven.
Ergo: er is ook een commerciële reden voor de NL zuivel om de weidegang uit te breiden.
Wouter, er zijn zelfs landen met 8760 uur weidegang per jaar. Gelukkig hoeven die runderen niet gemolken te worden.
P.S. overigens is het frappant dat RFC zich afzijdig houdt in de stikstof discussie.
En waar moet die stikstof die ondanks beweiden uitgestoten word vandaan komen? Dezelfde vraag voor bemesten?
De reductie is een reductie van iets wat al verboden is zonder vergunning!
Jan Willem Erisman heeft gelijk dat het bij dit vraagstuk om de DEPOSITIE van stikstof gaat. Die depositie is sterk lokaal verschillend. Daardoor is het moeilijk om effecten van enkele generieke maatregelen (zoals meer weidegang en lagere verkeerssnelheid) goed in beeld te brengen. Om deze maatregelen in elkaars perspectief te kunnen plaatsen is gekozen voor een vergelijk op basis van de stikstof EMISSIE.
Het is niet geheel zeker of het effect van meer weidegang 2,8 kton ammoniak emissie is. Diverse factoren beïnvloeden het effect van deze maatregel. Maar zo beïnvloeden andere factoren weer het effect (3,5 kton stikstofoxiden) van een lagere verkeerssnelheid.
Misschien moet de conclusie daarom zijn: "Meer weidegang en lagere verkeerssnelheid leveren allebei een wezenlijke reductie van de stikstof emissie (en depositie) en zijn daarom het overwegen méér dan waard.".