“Ik vind het bijzonder dat HAK, voor er een beslissing genomen wordt in Nederland over een voedselkeuzelogo, een buitenlands logo op de verpakking zet. Ze lopen het risico dat de NVWA gaat handhaven.” Dat zei directeur Gerda Feunekes van het Voedingscentrum. Volgens haar saboteert HAK het proces dat het ministerie samen met maatschappelijke partners en bedrijven heeft opgezet. “Binnenkort,” zei Feunekes, “komen we met een factsheet waarin de voor- en nadelen van de verschillende mogelijke logo’s op een rij worden gezet. Op basis daarvan kan een verstandige keuze worden gemaakt. Daar nu al op vooruitlopen, terwijl we nog volop in gesprek zijn, verstoort dat proces. Wie eraan meedoet, heeft zich - zou ik denken - gecommitteerd aan het principe samen-uit-samen-thuis.”

Hoogeboom reageert rustig op de uitspraken van Feunekes: “Iedereen heeft recht op zijn eigen mening.” Hij geeft aan dat er vier redenen zijn waarom zijn bedrijf voor Nutri-Score heeft gekozen. “Uit inmiddels 20 onderzoeken blijkt dat consumenten de systematiek van Nutri-Score snappen. Dat ze er gezondere keuzes door gaan maken. Dat ze er meer groenten door gaan eten. En bovendien dat het net zo werkt voor mensen met een kleinere beurs. Dat zijn vier belangrijke factoren die pleiten voor Nutri-Score, al helemaal in een land dat binnen Europa achteraan bungelt als het op de dagelijkse consumptie van groenten aankomt. In plaats van de aanbevolen dagelijkse 250 gram, blijft Nederland steken op 134 gram gemiddeld. Daarmee zitten we in de bezemwagen van de EU.”

Wil Nederland doen alsof het een eiland is, waar alles anders is dan elders?
Heeft Feunekes geen punt dat het ministerie een proces met alle stakeholders in is gegaan en dat het goed zou zijn dat af te wachten?
Hoogeboom: “Formeel wel en we zullen ons straks uiteraard houden aan de wet. Maar laten we wel wezen. Het onderzoek naar voor- en nadelen waar Feunekes het over heeft, is in feite al gedaan. Wil Nederland doen alsof het een eiland is, waar alles anders is dan elders? In Frankrijk, België, Spanje, Zwitserland en Portugal is al gekozen voor Nutri-Score. De Nederlandse retail omarmt het. Ook in de Duitse retail gooit het logo inmiddels hoge ogen, zoals mag blijken uit de advertenties in de Lebensmittelzeitung van afgelopen week. Daarin maakten grote merken als Alpro en Danone en retailer Edeka bekend met Nutri-Score te gaan werken. Dat zijn heel grote markten. Mede vanwege het bewezen nut van het logo, kan ik me dus niet voorstellen dat Nederland een andere keuze gaat maken.”

Stel dat het ministerie straks toch voor een ander logo kiest. Haalt u dan het logo weer van uw verpakkingen?
“Dan zullen we in eerste instantie naar de rechter stappen en onze argumenten om het te willen voeren, duidelijk maken. Wij bestaan 70 jaar en hebben al die jaren gestaan voor onze missie om mensen meer groenten te laten eten. Dit logo helpt om dat doel te verwezenlijken en wordt gebruikt in de landen om ons heen waar consumenten onze producten ook kopen.”

Geen enkel logo is perfect, maar consumenten zijn niet dom
Dat is een wat activistische opstelling. Hoe valt die binnen de FNLI, de belangenkoepel van voedselverwerkers waarvan u lid bent? De koepel lijkt immers niet zo gecharmeerd van Nutri-Score.
“Wij hebben dit voorjaar aan zowel de FNLI als het ministerie van VWS onze keuze en argumenten zoals ik die net aangaf laten weten. VWS heeft ons standpunt voor kennisgeving aangenomen. De FNLI liet weten die te betreuren en het proces met VWS af te willen wachten. Inmiddels is de karavaan alweer een stuk verder en hebben meer landen en organisaties het logo geaccepteerd als het beste. Natuurlijk is geen enkel logo perfect en dus ook Nutri-Score niet. Maar je moet de drang naar perfectie niet de vijand van een goed resultaat laten worden, zoals Nederland nu lijkt te doen. Dan begin je nooit. Ik weet dat er gesteggel is over de kleuren rood voor bijvoorbeeld olijfolie en frisdrank met suiker. Die lijken dan even ongezond en consumenten zouden zich daarin vergissen. Maar consumenten zijn niet dom. Ze weten dat ze binnen een categorie producten met elkaar moeten vergelijken en niet tussen categorieën. Nutri-Score is bedoeld om ontbijtgranen te vergelijken met ontbijtgranen. Olijfolie met olijfolie en frisdranken of waters met een smaakje.

Ik herhaal: als zoveel landen en organisaties - waaronder naast de supermarkten in vele Europese landen, Iglo, Alpro en wij ook de de internationale gigant Nestlé - voor Nutri-Score gaan, hoe kan Nederland dan achterblijven? Zeker gezien ook onze grote export naar die andere landen. De consequentie van een eigen Nederlandse keuze betekent dat fabrikanten andere etiketten voor Nederland moeten maken. Of is het zo dat als een fabrikant een product maakt in een land waar Nutri-Score toegestaan is, dit gewoon mag leveren in Nederland of een andere markt omdat we vrij handelsverkeer en wederzijdse erkenning hebben binnen Europa? Volgens Feunekes moet er één eenduidig logo voor consumenten komen. Dan is het ook het beste als dat voor heel Europa geldt.”

U suggereert nu eigenlijk dat een bedrijf dat bijvoorbeeld in België, zoals Alpro, of Frankrijk, zoals Danone, produceert in Nederland Nutri-Score mag voeren ondanks de keuze van Den Haag voor bijvoorbeeld het Britse stoplichtsysteem of het Zweedse Keyhole?
“Dat klopt, want daar lijkt het wel op. Ik zou dan ook graag willen weten of ik dat verkeerd zie. Zowel van ons ministerie van VWS in Den Haag als van de nieuwe Europese Commissie.”

Verwarrende situatie

Advocaat Victor van Ahee (Loyens en Loeff) verklaarde onlangs dat in België gemaakte producten van Ahold Delhaize die in België bij Delhaize een gezonde A krijgen (groen) van Nutri-Score, ook door Albert Heijn in Nederland kunnen worden aangeboden als dat logo in Nederland niet erkend is. Bij productie in België worden de producten immers gemaakt in een land dat het logo erkent, terwijl vrijhandelsverkeer export binnen de gemeenschappelijke markt van de Europese Unie toestaat. Echter, een in Nederland gevestigde fabrikant mag volgens Van Ahee geen gebruik maken van Nutri-Score op producten voor de Nederlandse markt als het logo door Den Haag niet erkend is. “Want”, zegt Van Ahee, “dan heb je te maken met een niet-toegelaten claim.”

Als de woorden van de advocaat juridisch stand houden, kan in Europa een verwarrende situatie ontstaan. Vrij handelsverkeer staat fabrikanten toe producten met een in hun land van vestiging erkend logo te exporteren naar een ander EU-land. In het ontvangende land mogen winkeliers het gewoon verkopen. Producten die in het ontvangende land worden geproduceerd, mogen dat logo echter niet voeren als het in het ontvangende land niet erkend is als gezondheidsclaim.


Dit is het zevende artikel in onze serie over het voedselkeuzelogo.
Dit artikel afdrukken