Dinsdag aaanstaande praat de Tweede Kamer over het Preventieakkoord dat VWS-staatssecretaris Blokhuis vorig jaar heeft afgesloten met een groot aantal partijen.

Terecht staan daarin stoere maatregelen om roken en alcoholgebruik verder te ontmoedigen. Maar de afspraken om zwaarlijvigheid aan te pakken schieten tekort. Het aantal volwassen mensen met overgewicht in Nederland is inmiddels meer dan 50%. Het RIVM heeft aangegeven dat met de maatregelen uit het Preventieakkoord de doelstellingen voor vermindering van obesitas onvoldoende gehaald worden. Een mooie gelegenheid voor de Tweede Kamer om het beleid op een 10 tal punten aan te scherpen.

Voedselomgeving
1. Onze leefomgeving heeft grote invloed op onze eetpatronen. Marketingcampagnes voor fast-food of van supermarkten voor bier of suikerhoudende frisdranken verleiden ons tot ongezonde aankopen. Afzonderlijke supermarkten gaan niet eigenstandig over tot het weghalen van snoep, suikerhoudende frisdranken en rookwaren bij de kassa’s. Dat kost hen omzet. Voor de supermarkten is het bespreekbaar als dit op landelijk niveau verboden wordt. Daarom zou de regering het uitstallen van snoep, suikerhoudende frisdranken en rookwaren bij de kassa moeten verbieden.

2. Wie door een winkelstraat loopt, moet moeite doen om een gezond broodje te vinden. De regering zou de gemeenten moeten uitdagen tot een vestigingsbeleid waarin er minder ruimte is voor aanbieders van ongezond voedsel zoals fast-foodzaken, zeker in de nabijheid van scholen.

3. De overheid zou met haar kantines een voorbeeld moeten zijn van een gezonde voedselomgeving waarbij consumenten verleid worden (‘nudging’) om de gezonde keuze te maken.

4. Dit voorjaar hebben Questionmark en de Transitiecoalitie Voedsel een eerste versie van een benchmark gepubliceerd waarbij supermarkten worden vergeleken op hun assortiment en kortingsacties. Daaruit bleek dat supermarkten vooral reclame maken voor ongezonde producten en dat is volledig in strijd met de geest van het Preventieakkoord. Dit onderzoek moet periodiek worden herhaald om zichtbaar te maken welke vooruitgang supermarkten op dit terrein boeken.

Voedseleducatie
5. Kinderen weten niet meer waar het voedsel vandaan komt en hoe het geproduceerd wordt. Ook over de betekenis van voedsel voor je gezondheid is weinig bekend. Daarom moet voedselonderwijs in het curriculum van het basisonderwijs opgenomen worden.

6. Het programma ‘Gezonde School’ vraagt om een extra impuls met gezonde schoolmaaltijden, kooklessen, schooltuinen of andere vormen van voedselonderwijs. Via een speciaal fonds zouden scholen daarvoor ondersteuning moeten krijgen.

7.Dat fonds zou mede bekostigd moeten worden met extra gelden die de overheid ontvangt uit de ingevoerde BTW verhoging op groenten en fruit.

Prijzen
8. Algemeen wordt erkend dat prijsmaatregelen effectief zijn om gedragsverandering te stimuleren. Gelet op de maatschappelijke kosten van ongezond en niet duurzaam voedsel is het gewenst dat ongezond en niet duurzaam voedsel duurder wordt en gezond en duurzaam voedsel goedkoper. De overheid moet snel met voorstellen komen om de markt hierin bij te sturen.

9. Een vergelijkbaar verhaal geldt voor de suikertax. In het Verenigd Koninkrijk blijkt dit een zeer effectief instrument om de hoeveelheid suiker in frisdranken te verlagen (5). Nederland zou dit voorbeeld snel moeten volgen.

10. Bekend is dat de vezelinhoud van producten en de mate van bewerking van voedsel (‘ultra-processed food”) een belangrijke impact hebben op de gezondheid van mensen (6). In het Preventie-akkoord krijgt dit weinig aandacht. De Gezondheidsraad zou op dit punt met een advies moeten komen.

Vorig jaar heeft de Tweede Kamer met ruim 500 (!) vragen laten zien kritisch te zijn op het Preventieakkoord. Dan wordt het nu tijd dat ze er ook wat aan willen doen.

Joost de Jong en Willem Lageweg van de Transitiecoalitie Voedsel.
Dit artikel afdrukken