Momenteel heerst discussie in de media over het gebruik van soja in diervoeders. Dit naar aanleiding van de recente branden in de Amazone. Niet alle discussies zijn feitelijk. Er blijkt weinig kennis over soja-importen in Nederland en het gebruik van sojaproducten voor diervoeder en humane consumptie. Ook worden wereldwijde, Europese en nationale cijfers door elkaar gebruikt. De diervoederindustrie verwerkt sojaproducten in diervoer, daarom wil Nevedi constructief bijdragen aan de discussie door de feiten op een rijtje te zetten. Tegelijkertijd nodigt Nevedi eenieder uit om de website van Nevedi te raadplegen waaronder hun Grondstoffenwijzer.

De productie van soja is afhankelijk van inkomsten uit de industrie voor levensmiddelen, biobrandstoffen en diervoeder
Sojagebruik in de Nederlandse diervoederindustrie
In 2018 gebruikte de Nederlandse diervoerindustrie 1,74 miljoen ton sojaproducten, voor het grootste gedeelte sojaschroot. Al deze soja is duurzaam geteeld en voldoet aan de duurzaamheidsstandaarden die op Europees niveau zijn gemaakt binnen de Europese brancheorganisatie voor de diervoederindustrie (FEFAC) en die vastgelegd zijn in de Fefac Soy Sourcing Guidelines (FSSG). Via deze benchmark zijn inmiddels 18 certificatieschema’s voor duurzame soja goedgekeurd. Al deze schema’s staan geen illegale ontbossing toe en 8 schema’s staan ook geen legale ontbossing toe (bron: Profundo 2019). De standaarden stellen daarnaast eisen voor wat betreft het respecteren van de rechten van de inheemse bevolking en andere duurzaamheidscriteria. Een van bekendste van de 8 ontbossingvrije standaarden is de Round Table Responsible Soy (RTRS). In Nederland worden RTRS-certificaten door Nederlandse natuur- en milieuorganisaties het meest aangehaald als duurzaam.

Vanaf 2015 zijn er in Nederland afspraken tussen de diervoedersector en de productieketens voor zuivel, vlees en eieren dat voor alle dierlijke producten die op de Nederlandse markt worden afgezet, alleen RTRS-soja mag worden gebruikt. Voor de afzet van dierlijke producten buiten Nederland geldt dat in het geval van zuivel ook RTRS-soja moet worden gebruikt. Alle andere soja die in Nederlands diervoeder wordt gebruikt moet gecertificeerd zijn volgens een van de 18 standaarden die in de FSSG zijn goedgekeurd. Sojameel heeft de beste aminozuren in haar eiwit en is daarom een zeer geschikte grondstof voor het voer van jonge dieren die in de groei zijn. Er bestaan in Nederland momenteel geen eiwitgrondstoffen die efficiënter kunnen worden ingezet. Vooralsnog zijn consumenten/supermarkten ook niet bereid of in staat om duurdere alternatieven voor soja te vergoeden aan de Nederlandse boeren.

Omdat het sojameel hoofdzakelijk naar diervoeder gaat is de betrokkenheid van de diervoederindustrie bij de duurzame teelt van soja wereldwijd logisch
De Nederlandse diervoedersector gebruikt derhalve al jaren 100% duurzame soja. Nevedi was zelf actief betrokken bij de oprichting van RTRS en loopt vanaf 2006 voorop in de verduurzaming van sojaproductie. Daarbovenop onderschrijft de Europese diervoederindustrie al vanaf 2006 het Amazon Soy Moratorium waarmee voorkomen wordt dat er soja uit de Amazone op de markt wordt gebracht in Europa, die afkomstig van gronden die na juli 2006 ontbost zijn. Vanuit de Europese diervoederorganisatie FEFAC werd deze week hierover een bericht gepubliceerd op de website van Feed Navigator.

Sojabonen
De eiwit- en vetrijke sojaboon kan als hele boon worden gebruikt in diervoer maar dat is niet gebruikelijk. Normaal wordt de boon gecrusht. Dit is een proces waarbij - nadat de hullen van de bonen zijn verwijderd - de olie van de rest van de boon wordt gescheiden. 1000 kg sojabonen leveren ca 190 tot 200 liter sojaolie, zo’n 20 kg sojahullen, 790 kg sojaschroot en een klein beetje productieverlies. In massa bestaat de sojaboon dus voor ca 20% uit olie en 80% sojameel. In de wereldmarkt schommelt de waarde van olie en meel, maar over jaren heen is de waardeverhouding olie/meel bijna gelijk. Aangezien de sojaolie vooral wordt gebruikt voor levensmiddelen en biobrandstoffen is de productie van soja afhankelijk van inkomsten uit de industrie voor levensmiddelen, biobrandstoffen en diervoeder. Omdat het sojameel hoofdzakelijk naar diervoeder gaat is de betrokkenheid van de diervoederindustrie bij de duurzame teelt van soja wereldwijd logisch.

Wereldwijd wordt zo’n 334 miljoen ton soja geteeld. Hiervan komt zo’n 34,4 miljoen ton naar de Europese Unie. Uiteindelijk wordt daarvan 30,9 miljoen ton, in de vorm van sojaschroot, in de Europese diervoedersector gebruikt (cijfers 2017, IDH 2019). Het Nederlands verbruik is ongeveer 1,74 miljoen ton sojaproducten en dat is ongeveer 5 promille van de wereldproductie.

Soja in Nederland
Nederland importeert sojaschroot en sojabonen. Een belangrijk deel daarvan wordt rechtstreeks door geleverd aan andere landen in Europa. Daarnaast wordt een belangrijk deel van de geïmporteerde sojabonen in Nederland gecrusht. De olie, schroot en hullen die daarbij vrijkomen worden deels in Nederland afgezet en deels daarbuiten (Bron: CBS 2018).


Wereldwijd wordt 334 miljoen ton soja geteeld. Daarvan voldoet 19,4 miljoen ton aan een van de 18 duurzaamheidscertificaten. Het Nederlandse verbruik is ongeveer 1,74 miljoen ton sojaproducten. Dat komt neer op circa 5 promille van de wereldproductie
Uit deze cijfers blijkt dat er veel meer sojaschroot wordt geëxporteerd dan we in Nederland importeren. En dat terwijl we ook nog sojaschroot verwerken in diervoeder. Het verschil ontstaat omdat het overgrote deel van de sojabonen die Nederland importeert, hier in Nederland worden gecrusht en vervolgens als sojaschroot, -olie en -hullen zijn weg vindt in de rest van Europa. Meer hierover is terug te vinden in onze Grondstoffenwijzer1.

Fysieke scheiding duurzame soja en aankoop van certificaten (book & claim)
Er wordt wereldwijd dus 334 miljoen ton soja geteeld (IUCN 2017), daarvan voldoet 19,4 miljoen ton aan een van de 18 duurzaamheidscertificaten zoals die in de Fefac Soy Sourcing Guidelines zijn opgenomen. In de praktijk is het dan ook moeilijk om logistiek ketens zo in te richten dat productstromen van duurzame en niet-duurzame soja vanuit de productiegebieden volledig gescheiden kunnen worden getransporteerd naar Europa. Daarom wordt vooral gewerkt met de methode die bekend staat als ‘Book & Claim’. Dat betekent dat diervoederbedrijven in Nederland - voor elke ton sojaproduct die zij gebruiken - een certificaat kopen, dat waarborgt dat er ergens ook een ton duurzame soja wordt geteeld. Binnen Europa werken alle partijen - zowel binnen als buiten de diervoedersector - er hard aan om het marktaandeel duurzame soja te verhogen. Zodra het aantal hectares duurzame soja in een bepaalde regio namelijk groot genoeg is, wordt het logistiek haalbaar om duurzame soja - gescheiden van niet-duurzaam geteelde soja - gescheiden aan te voeren naar Nederland. Nevedi stimuleert deze manier van werken in samenspraak met de Nederlandse en Europese overheid en verschillende bekende NGO’s in Nederland.

1 Opmerking: onze meest recente data zijn gebaseerd op cijfers 2018. Door de handelspolitieke spanningen tussen VS en China zijn handelsstromen van sojameel sterk veranderd. Intussen is de import van soja naar Europa/Nederland voor het overgrote deel afkomstig uit Noord-Amerika. Hoewel Nederlandse diervoerders duurzaam gecertificeerd zijn, blijft Nevedi zich inspannen voor de duurzame productie van soja in Zuid-Amerika vanuit het belang dat de organisatie hecht aan behoud van biodiversiteit en duurzame productie van vlees, zuivel en eieren.
Dit artikel afdrukken