Dat zeggen onderzoekers van het Internationaal Onderzoeksinstituut Voor Voedselbeleid (Ifpri).
Ze trekken hun conclusies uit het eerste wereldwijde onderzoek naar de betaalbaarheid van zowel gezonde als ongezonde voedingsmiddelen en hoe deze kunnen bijdragen aan ondervoeding en obesitas. Ze verzamelden de prijzen van 657 gestandaardiseerde voedingsproducten in 176 landen.

De betaalbaarheid van zowel gezonde als ongezonde voeding varieert systematisch in verschillende regio’s en ontwikkelingsniveaus.

Gezonde voedingsmiddelen zijn in armere landen vaak extreem duur. Denk bijvoorbeeld aan dierlijke producten die effectief kunnen zijn bij groeiachterstanden. Eieren en verse melk zijn bijvoorbeeld vaak 10 keer duurder dan zetmeelrijke basisvoedingsmiddelen. Speciale verrijkte kindergraanproducten zijn soms 30 keer duurder dan traditionele graanproducten.

De prijsverschillen maken internationale verschillen in voedingspatronen, groeiachterstanden en overgewicht bij volwassenen beter te verklaren, aldus de onderzoekers.

“We wisten al dat de armste kinderen ter wereld niet genoeg voedzame voedingsmiddelen binnenkrijgen voor een gezonde groei en hersenontwikkeling”, zegt co-auteur Derek Headey. Het ligt niet alleen aan een beperkte voedingskennis maar ook aan de context waarin zij leven en de middelen die hun ouders ter beschikking hebben. “Arme mensen leven ook in slechte voedselsystemen [..] dat betekent dat ze simpelweg niet genoeg nutriëntrijke voedingsmiddelen kunnen kopen en eten.”

Verbeterende economische omstandigheden maken gezond voedsel weliswaar betaalbaarder, maar tegelijk maken ze ongezond voedsel goedkoper. Daardoor blijft ongezond eten de voorkeur houden en nemen slechte voeding en zwaarlijvigheid eerder toe dan af.
Dit artikel afdrukken