Klimaatverandering bedreigt vele vogels. Bekend is de mismatch tussen de insectenpiek en de aankomst van trekvogels. Door het warmere weer zijn ook de insecten vroeger. Te vroeg voor trekvogels uit Afrika om er hun jongen mee te voeden. Al Gore refereerde er in zijn An Inconvenient Truth uit 2006 al aan. Nota bene op basis van Nederlands onderzoek naar bonte vliegenvangers.

Dan schuiven die vogels toch gewoon naar het noorden op, zou je denken? Dat gebeurt inderdaad, maar voor veel soorten gaat de temperatuurstijging te snel. Zij kunnen zich onvoldoende aanpassen. Ook vogels hoog in de bergen, of in arctische gebieden lijden onder het verdwijnen van het leefgebied waar ze perfect op zijn aangepast.

Visetende zeevogels verliezen hun ’visgronden’, omdat vissen naar andere gebieden trekken door de opwarming van de zeeën. Zeevogels in het Verenigd Koninkrijk doen het slecht door een combinatie van overbevissing en het opschuiven van zandspiering naar het noorden. Zo zijn er vele voorbeelden.

In Rusland, Brazilië en Canada wordt grootschalig bos gekapt voor ‘duurzame’ energiecentrales
Vernietiging leefgebied
Het is niet alleen klimaatverandering waar vogels mee moeten omgaan. De veranderingen komen bovenop de vernietiging en overexploitatie van hun leefgebieden. Dat zijn het soort activiteiten die op zichzelf vaak ook weer bijdragen aan klimaatverandering, zoals ontbossing en intensieve landbouw. De hardnekkige klimaatontkenners uitgezonderd realiseert iedereen zich dat er iets moet gebeuren.

Energietransitie – de overgang naar duurzame energie – lijkt een van de oplossingen. Maar Vogelbescherming wil ervoor waken dat die transitie tot gevolg heeft dat natuur en vogels juist nóg verder onder druk komen te staan. Klinkt misschien vreemd, maar dat gevaar is groot. In Rusland, Brazilië en Canada wordt grootschalig bos gekapt voor ‘duurzame’ energiecentrales.

Windturbines en zonneparken komen in natuurgebieden, omdat het goedkope grond is en er daar geen boze burgers uitrukken. Andere oplossingen zijn inderdaad vaak duurder – al is het sterk de vraag wat duur is als het gaat om een leefbare wereld te behouden voor onszelf en komende generaties.

Plaats geen turbines op of direct bij De Bruine Bank of het Friese Front, gebieden in de Noordzee die van levensbelang zijn voor soorten zoals zeekoeten en alken
Maagdelijke daken
Wereldwijd is de strijd tegen ontbossing een topprioriteit, net als investeringen in bosherstel. Daar profiteert de natuur van en wij allemaal. Maar ook in eigen land kan er veel. Terwijl zonnepanelen op vogelrijke plassen worden gelegd, liggen duizenden daken er maagdelijk bij. Met alleen daken redden we het niet, maar op delen van het boerenland en rond steden zijn er tal van plekken waar je zonne-energie kunt ‘winnen’ zonder de natuur te schaden. Een belangrijk deel van de toekomstige elektriciteit komt van uitgestrekte parken met windturbines op zee.

Op de horizonvervuiling na heeft vrijwel geen mens er last van en het waait er meestal stevig. De zeevogels – die al worstelen met de gevolgen van de klimaatontwrichting – krijgen hier de rekening gepresenteerd. Ons pleidooi: plaats de turbines op plekken waar weinig vogels zitten! Zeker niet op of direct bij De Bruine Bank of het Friese Front, gebieden in de Noordzee die van levensbelang zijn voor soorten zoals zeekoeten en alken.

Veenweidegebieden
Wie er beter over nadenkt, komt tot vele mogelijkheden voor een natuurvriendelijke energietransitie. Zoals het standaard combineren van nestgelegenheid bij de isolatie van gebouwen en het vergroenen van steden. Eentje mag in ieder geval niet ontbreken: het verhogen van het waterpeil in veenweidegebieden. Goed aangepakt, verminderen we zo de CO2-uitstoot én creëren we tegelijk leefgebied voor weidevogels.

Deze opinie verscheen eerder in Vogels (editie 216, jaargang 39), een uitgave van Vogelbescherming Nederland.
Dit artikel afdrukken