Afgelopen week mocht ik bij de presentatie van het realisatieplan Kringlooplandbouw van het ministerie van LNV zijn. Een vraag die natuurlijk eerst weer door mijn hoofd heen ging, "pfff weer dat hele eind naar Den Haag. What’s in it for me?" Thuis alles geregeld en toch maar in de auto naar Den Haag. Soms is het waardevol om je gezicht te laten zien, te luisteren naar de taal uit Den Haag: wat is het verhaal bij dit realisatieplan? Hoe gaan we het doen?

Praten met de boeren in plaats van over de boeren
Er wordt vaak en super veel gepraat over de landbouw. Er zijn veel mensen die daar wat van vinden en willen zeggen. Ik ben van het DOEN, veel van die dingen waarover gepraat wordt, kunnen wij boeren uitvoeren in de praktijk. Af en toe praat ik eens mee zodat er niet over ons als boeren gepraat wordt, maar met de boeren.

Innovatielab, Voor de Oogst van Morgen
Maandagavond vertrok ik vanuit Den Haag naar Brabant, voor het Innovatielab Voor de Oogst van Morgen. Een lab om samen verder te sleutelen aan “een veerkrachtiger en duurzamer natuur-, landbouw- en voedselsysteem”.

Hier zijn we al een poosje over aan het praten over een nieuw systeem. Tijdens het lab doorlopen we de Theorie U, om te begrijpen hoe het systeem echt in elkaar zit. Nu zijn we aanbeland bij het ontwikkelen van prototypes om het landbouwsysteem te veranderen.

Alleen
En nu begin ik af te haken. Bij de oogst van de prototypes, wederom allemaal leuke ideeën van mensen. Heel eerlijk, er zijn al prachtige voorbeelden. Ik ben net klaar met jureren voor de Prijsvraag Brood en Spelen, waar we ruim 100 mooie, nieuwe plannen hebben gezien. Ik ben wel een beetje klaar met al die nieuwe plannen en nieuwe ideeën.

Hoe gaan we het huidige landbouw systeem omvormen? Hoe kunnen we beweging in gang zetten? Ik voel me niet gehoord als ik bij het lab ben. Is dit een afspiegeling van het landbouwsysteem in het groot? En dat heb ik wel vaker ook op andere plekken, helaas. Er wordt geluisterd, en weer verder gegaan met de dagelijkse gang van zaken. Er wordt niet echt gehoord, wat in mijn inziens ook betekent verbonden zijn.

Ik begrijp het soms niet. Ik ben boer, ik heb een boerderij, ik gebruik 50 ha grond voor mijn boerderij. Legio mogelijkheden, sterker nog, wij zijn met hetzelfde onderwerp bezig, een veerkrachtiger, duurzamer, natuurlijke boerderij. Nu wordt er weer wat nieuws bedacht, ik begrijp dat je af en toe flink buiten de lijnen moet ‘boeren’ om tot andere inzichten te komen. Daar hebben we genoeg voorbeelden van die goed gelukt zijn, of totaal mislukt. Maar de grootste groep boeren ga je niet in beweging krijgen door ze super grote stappen in één keer te laten zetten.

Als er vlak voor de afsluiting van het lab nog tijd is om specifiek nog iemand te spreken over een prototype, sta ik samen met een collega boerin een beetje verbluft om ons heen te kijken. Er is niemand die naar ons toe komt. Heel voorzichtig vraag ik haar naar haar gevoel over de dag. Dat blijkt hetzelfde als bij mij; ze heeft het gevoel dat ze niet wordt gehoord.

Vreemde taal
Waarom kunnen wel elkaar niet vinden? Spreken we elkaars taal wel? Zo lang we elkaars taal niet spreken, wordt echt verbinden lastig. Iets wat wij hier thuis met al onze vernieuwingen ook merken. Iemand wil wel verbinden, als wij wat afnemen/betalen.

De veranderingen waar wij boeren onderdeel van zijn, zijn niet mals. Het zijn vet grote opgaves die we niet alleen kunnen oplossen; als boer niet, als consument niet, als overheid niet, als bank niet, als fabriek niet, ga zo maar door. Dit zullen we met z’n allen moeten en kunnen fixen, maar dan moeten we wel elkaars taal gaan verstaan.

Deze blogtekst publiceerde boerin Heleen Lansink vorige week op de haar site De Melktapperij.
Dit artikel afdrukken