Onderzoekers van het aan Harvard gelieerde Boston Children’s Hospital zochten uit welke bacteriën zouden kunnen ontbreken. Tegelijk brachten ze het immunologisch pad in kaart dat het signaal aflegt van voedsel, via het microbioom naar het immuunsysteem.

Daartoe verzamelden ze feces van 56 jonge kinderen met een allergie en van 98 gezonde kinderen. De darmbacteriën uit de mensenpoep werden getransplanteerd naar laboratoriummuizen. Die muizen kregen kleine beetjes kippeneiwit om te wennen en daarna een flinke portie eiwit. De muizen die bacteriën van allergische kinderen hadden gekregen, werden daar ziek van, de andere hadden nergens last van.

Twee orden van bacteriën ontbraken bij de zieke kinderen (en muizen), Clostridiales en Bacteroidales. Hoofdonderzoeker Talal Chatila zegt in een artikel in Eurekalert dat het onderzoek bewijst dat het verlies van deze beschermende darmbacteriën een bepalende factor is in voedselallergie. “Op zijn minst is het een fundamenteel mechanisme. En waarschijnlijker, denk ik, is het het fundamentele mechanisme waarop andere zaken gebouwd kunnen worden.”

Chatila doelt op een probiotische therapie of een medicijn die niet alleen voedselallergie bij kinderen kunnen voorkomen, maar ook genezen bij oudere patiënten. Hij verwacht dat er binnen vijf jaar een behandeling op de markt is.

Nieuw onderzoek om de resultaten in mensen te herhalen is al gaande. Voedselallergie bij kinderen kan verschillende oorzaken hebben. Aangenomen wordt dat ze allemaal met de westerse leefstijl samenhangen. Bevalling met een keizersnede, te weinig borstvoeding, antibioticagebruik, eenzijdige voeding en kleinere gezinnen hebben stuk voor stuk invloed op de ontwikkeling van het darmmicrobioom van baby’s.
Dit artikel afdrukken