Ze worden Chinese wolhandkrabben genoemd. Omdat ze waarschijnlijk met schepen mee uit China, of Azië, zijn gekomen. En omdat het lijkt of ze aan beide handen (scharen) een bolletje wol dragen. Ze verspreiden zich uitbundig in Europees water waar ze als plaag beschouwd worden. Het zijn exoten zonder vijand die alles onder water verwoesten.

De Vlaamse Milieu Maatschappij (VMM), verantwoordelijk voor de kwaliteit van het water in Vlaanderen, weet niet goed wat te doen. In de Kleine Nete, een zijrivier van de (grote) Nete die weer een zijrivier is van nog een zijrivier die uitmondt in de Schelde, in die Kleine Nete dus, is een val uitgezet voor wolhandkrabben. Hij bestaat uit een soort 'brievenbus', een gleuf over de hele breedte van de rivierbedding waar de krabben wel in kunnen, maar niet meer uit. Ze zoeken dan een uitweg die eindigt in een grote bak. In de bak zijn dit jaar al meer dan 700.000 wolhandkrabben gevangen, schrijft De Standaard. Twee keer zoveel als vorig jaar.

'Kapitaalvernietiging'
De krabben worden verdoofd met kruidnagelolie en vermalen in een hakselaar. De VMM weet niets nuttigs te bedenken en maakt zich zorgen zich over de oplopende kosten en personeelsinzet die de vernietiging met zich mee brengt. De dief die een keer probeerde krabben te stelen, wist natuurlijk wel wat je met wolhandkrabben kunt doen, maar hij of zij heeft zich niet bekend gemaakt.

'Terug naar China'
In Nederland worden wolhandkrabben mee gevangen in palingfuiken. Voorheen was er een Chinese restauranthouder die ze graag kocht van de vissers. Hij zette de dieren goed verpakt op het vliegtuig naar Hong Kong. Ze brachten hem veel geld op.

Dat werd intussen ontdekt door vis- en schelpdierhandelaren die ook aan Hong Kong leveren. Zo werd de wolhandkrab opeens interessant en worden ze aangeboden op onder meer de visafslag van Den Oever. Handelaren brengen ze terug naar China. In Hong Kong wordt tot wel honderd euro per kilo betaald. Niet om het krabbenvlees, dat zit er zo goed als niet aan, maar om de smaak. Het is goed sabbelen. Moeten we het de Belgen maar eens vertellen?
Dit artikel afdrukken