De Volkskrant brengt dit weekend een afscheidsinterview met de Wageningse levensmiddelentechnoloog Tiny van Boekel. Op donderdag 20 juni aanstaande geeft hij zijn laatste college. In het interview pleit hij voor gematigd en gevarieerd eten en het gebruik van technologie om de mensheid duurzaam te kunnen voeden. Hij betreurt het dat industrie, handel en consument kennelijk slecht met de weelde van de beschikbaarheid van veel voedsel om kunnen gaan. We worden te zwaar en ziek door de manier waarop voedsel wordt gemarket. Het euvel schuilt niet in de producten, maar in het teveel en te vaak eenzijdige en dikmakende voedsel waarmee consumenten verleid worden. Bedrijven moeten, zegt hij, hun maatschappelijke verantwoordelijkheid nemen door overvoeding via hun marketing tegen te gaan.
Echt opvallend in het interview zijn de zorgen van de zich doorgaans gematigd uitsprekende Van Boekel over de toekomst. Hij vreest dat de wereld binnen afzienbare tijd met voedselschaarste te maken gaat krijgen, terwijl de politieke wil ontbreekt om die schaarste - die in de geschiedenis steevast tot sociale onrust, oproer en oorlog heeft geleid - te voorkomen.
Van Boekel: "Als je kijkt naar de bevolkingsgroei in de wereld, de uitputting van landbouwgronden, de watervervuiling, dan denk ik dat we de processen niet meer in de hand hebben. Ik verwacht dat voedsel schaarser gaat worden. Dat kan vijftig jaar duren, of honderd. Maar het gaat een keer gebeuren.
We zullen anders moeten gaan produceren. Dat heeft enorme consequenties voor het aanbod. We zullen ook meer moeten gaan betalen voor ons voedsel. Technologie kan een bijdrage leveren aan de oplossing. Maar ik zeg nadrukkelijk: een bijdrage. Technologie is niet dé oplossing.
We zouden een maatschappelijke discussie moeten voeren over ons voedselsysteem. Er liggen rapporten over hoe het anders kan. We moeten anders eten, minder vlees bijvoorbeeld. Maar de politieke wil om daarmee aan de slag te gaan ontbreekt. Ik denk dat de gemiddelde politicus niet beseft hoe dramatisch het mis kan gaan."
de Volkskrant - Een beetje chips mag best van deze hoogleraar, maar verder moeten we nodig anders gaan eten
Echt opvallend in het interview zijn de zorgen van de zich doorgaans gematigd uitsprekende Van Boekel over de toekomst. Hij vreest dat de wereld binnen afzienbare tijd met voedselschaarste te maken gaat krijgen, terwijl de politieke wil ontbreekt om die schaarste - die in de geschiedenis steevast tot sociale onrust, oproer en oorlog heeft geleid - te voorkomen.
Van Boekel: "Als je kijkt naar de bevolkingsgroei in de wereld, de uitputting van landbouwgronden, de watervervuiling, dan denk ik dat we de processen niet meer in de hand hebben. Ik verwacht dat voedsel schaarser gaat worden. Dat kan vijftig jaar duren, of honderd. Maar het gaat een keer gebeuren.
We zullen anders moeten gaan produceren. Dat heeft enorme consequenties voor het aanbod. We zullen ook meer moeten gaan betalen voor ons voedsel. Technologie kan een bijdrage leveren aan de oplossing. Maar ik zeg nadrukkelijk: een bijdrage. Technologie is niet dé oplossing.
We zouden een maatschappelijke discussie moeten voeren over ons voedselsysteem. Er liggen rapporten over hoe het anders kan. We moeten anders eten, minder vlees bijvoorbeeld. Maar de politieke wil om daarmee aan de slag te gaan ontbreekt. Ik denk dat de gemiddelde politicus niet beseft hoe dramatisch het mis kan gaan."
Ik denk dat de gemiddelde politicus niet beseft hoe dramatisch het mis kan gaan."
Ik denk te mogen weten dat hij gelijk heeft in dit opzicht. Het onvermogen van politici heeft al tot veel meer schade geleid in de maatschappij.
Kennis kunde en visie ontwikkelen en daarna doorpakken, hebben we een zaken kabinet nodig?
Waarom komen de juiste woorden zo vaak bij het met emeritaat gaan?
Huib #2 Ja dat is een beetje jammer, zou het kunnen zijn minder last van het broodheerschap?
Ik zei het gisteren ook al tegen Tjeerd de Groot op twitter: het is echt niet voor het eerst dat Tiny dit zegt.
Hij hield zich al met eiwittransitie bezig toen klimaatverandering nog lang niet op de voorpagina's stond. Hij probeerde het begrip exergie (een ander woord voor zuinige efficiency) relevant te maken in de levensmiddelenindustrie. En over aanbod en marketing ipv de producten zelf als probleem hoor ik hem ook al jaren. Onder meer in onze cursus Food Interaction; gewoon voor de industrie.
Misschien klinkt zijn boodschap inmiddels wel pregnanter. Misschien heb ik hem te vaak gesproken om niet verrast te zijn. Maar ga niet doen alsof Tiny zich nu pas uitspreekt en eerder academisch oninteger was. Flauwekul!
Ik las laatst dat we nog maar voor 30 tot 60 oogsten voedingsstoffen in de grond hebben. Ik kwam tot het besef dat die lieve kleine kinderen van vrieden die opduiken in mijn Facebook-tijdlijn waarschijnlijk halverwege hun leven al geen eten meer hebben. Dat besef kwam wel even binnen....