Ondervoeding bij ouderen is een reëel probleem. Bijna de helft van alle Europese ouderen heeft een verhoogd risico op ondervoeding. Dat blijkt uit de systematische review en meta-analyse van het MaNuEL consorticum naar de prevalentie en het risico op ondervoeding bij Europese 65-plussers in 7 landen. Herkennen, (preventief) behandelen en vergoeden van ondervoeding loopt in verschillende Europese landen nogal uiteen.

Circa 5 tot 10% van de thuiswonende ouderen is daadwerkelijk ondervoed. Bij thuiswonende 65-plussers is ondervoeding vaak een ‘onzichtbaar probleem’. Ouderen eten minder door een verminderde eetlust of omdat ze niet meer goed kunnen eten door een onderliggende ziekte. Chronisch zieke ouderen kunnen daarnaast problemen hebben bij het verteren van voedsel of het opnemen van voedingsstoffen.

Om zorgprofessionals te trainen in het tijdig onderkennen van ondervoeding ontwikkelden de onderzoekers het DoMAP-model (Determinants of Malnutrition in Aged Persons). Met dit model geeft inzicht in de verschillende mechanismen die rondom ondervoeding een rol spelen, schrijft Nieuws voor Diëtisten.

Daarnaast maakten de onderzoekers een top-5 van goede screeningsinstrumenten; hulpmiddelen die een indicatie geven voor het risico op ondervoeding en die zelfs door professionals zonder veel voedingskennis te gebruiken zijn. Voor thuiswonende ouderen is de DETERMINE het meest geschikt. In Nederland raadt de Stuurgroep Ondervoeding de SNAQ65+-vragenlijst aan.
Gezondheidsnet - Ondervoeding bij ouderen niet altijd herkend
  • Deel
Druk af