De vraag naar vis groeit wereldwijd, maar de zeeën raken leeg. Kwekerijen leveren nu al de helft van de behoefte aan vis; dat aandeel neemt snel toe. Helaas kampt de aquacultuur nog altijd met problemen op het terrein van milieu en duurzaamheid. Belangrijkste vraag: wat geven we de kweekvis te eten?
Op 16 mei j.l. sprak prof. dr. ir. Geert Wiegertjes zijn inauguratierede uit als hoogleraar Aquacultuur en Visserij aan Wageningen University & Research. Zijn boodschap is dat de aquacultuur moet leren van de ontwikkeling die de landbouw heeft doorgemaakt. Net als de landbouw moet de aquacultuur circulair worden, vindt Wiegertjes. Dat zal de enige duurzame optie zijn voor kwekerijen als straks in 2050 9,5 miljard wereldbewoners toch hun eiwitten moeten krijgen. Wiegertjes is niet de enige met grote verwachtingen van de aquacultuur.
De vraag naar visserijproducten op de wereldmarkt groeit sterk, daardoor is de druk op de visbestanden in de wereldzeeën sterk toegenomen. Overbevissing is een mondiaal probleem, marien biologen zien een ecologische ramp zich voltrekken. Kweekvis moet de oplossing bieden. En doet dat al flink, want het aandeel kweekvis in de wereldhandel van visserijproducten is al ongeveer de helft.
Mangrovebos
De zwakke plekken van het kweken van grote hoeveelheden vissen in kleine besloten ruimtes, in drijfnetten op zee of in bassins op land, zijn legio. Aquacultuur veroorzaakt milieuvervuiling door mest en medicijnen (antibiotica en chemische residuen). Ziekten en ziekteverwekkers verspreiden zich gemakkelijk vanuit kweekvijvers en -netten naar de wilde natuur.
Ontsnapte kweekvissen kruisen met wilde exemplaren en dat kan rampzalig voor de wilde soort zijn. Voor de aanleg van kweekvijvers voor garnalen (in Azië vooral) worden grote stukken mangrovebos en ander natuurgebied verwoest.
Geregeld halen calamiteiten uit de sector het nieuws. Dan gaat het niet over de traditie van de mosselen en de oesters, allemaal kweek en redelijk probleemloos, maar over het in gevangenschap opkweken van vissoorten die normaal gesproken vrij rondzwemmen. Recent kwam het nieuws naar buiten over de massale sterfte van zalmen door een algenplaag in Noorse kwekerijen.
Feed-foodcompetitie
En dan is er het grote probleem van wat in een rapport (uit 2010) van Greenpeace het ‘nettoverlies van eiwitten’ heet. Bijna alle soorten kweekvis, vooral de soorten die in de grote drijfnetten van de fishfarms gehouden worden, krijgen voer waarin wilde vissen als sardines en haring zijn verwerkt.
Carnivore kweekvissen, roofvissen zoals de zalm en de zeebaars, kunnen wel groeien op voer dat deels plantaardig is, maar hebben toch echt eiwitten en omega-3 vetten van hun prooidieren nodig. Voor kweekvis moet je dus eerst wilde vis vangen om aan de kweekvissen te voeren. Omdat twee kilo voervis maar een kilo kweekvis oplevert, is sprake van een verlies.
De ‘feed-foodcompetitie’ - eet je de kleine vissen die visvoer worden of de zalm die kleine vis gevoerd krijgt? - is een speerpunt in de ontwikkeling van de aquacultuur en in de aanpak van Wiegertjes.
Ruim een kwart (27%) van alle commercieel gevangen vis wordt verwerkt tot vissenvoer, constateerden Canadese wetenschappers een paar jaar geleden. Zo'n 90% daarvan is gewoon geschikt voor menselijke consumptie. Zo zwemmen voor de kust van Peru en Chili in de Stille Oceaan enorme populaties ansjovis. Voorheen was dat voedsel voor de lokale bevolking. Inmiddels is er een grote industrie waarin die visjes tot vismeel en visolie verwerkt worden. Peru en Chili exporteren zalm die daarmee gevoerd is.
Microalgen
Maar er is een omslag te zien. In zalmkwekerijen wordt volop geëxperimenteerd met de samenstelling van het voer. Het doel is het bestanddeel wilde vis te beperken en het liefst te vervangen door eiwitrijke plantaardige producten, zoals soja. Ook wordt afval uit de visverwerkende industrie gebruikt. In Wageningen wordt gewerkt aan vegetarisch visvoer.
De omega-3 vetten van vis zijn afkomstig van plantaardig plankton. Het lijkt dus voor de hand te liggen om de tussenpersonen - planktoneters als ansjovis, sardines en haringen - in de keten over te slaan en visvoer direct te verrijken met plankton, krill, zeewier en algen. The New Food Economy schrijft over innovaties in de visvoersector, waarbij hoogwaardige omega-3 vetten uit microalgen worden gewonnen. Als het zou lukken om zulke vetten grootschalig te produceren, kan er een markt ontstaan voor premium visproducten, met veel omega-3 vetten, voor de bewuste en verwende consument.
Dit artikel afdrukken
De vraag naar visserijproducten op de wereldmarkt groeit sterk, daardoor is de druk op de visbestanden in de wereldzeeën sterk toegenomen. Overbevissing is een mondiaal probleem, marien biologen zien een ecologische ramp zich voltrekken. Kweekvis moet de oplossing bieden. En doet dat al flink, want het aandeel kweekvis in de wereldhandel van visserijproducten is al ongeveer de helft.
Mangrovebos
De zwakke plekken van het kweken van grote hoeveelheden vissen in kleine besloten ruimtes, in drijfnetten op zee of in bassins op land, zijn legio. Aquacultuur veroorzaakt milieuvervuiling door mest en medicijnen (antibiotica en chemische residuen). Ziekten en ziekteverwekkers verspreiden zich gemakkelijk vanuit kweekvijvers en -netten naar de wilde natuur.
Ontsnapte kweekvissen kruisen met wilde exemplaren en dat kan rampzalig voor de wilde soort zijn. Voor de aanleg van kweekvijvers voor garnalen (in Azië vooral) worden grote stukken mangrovebos en ander natuurgebied verwoest.
Geregeld halen calamiteiten uit de sector het nieuws. Dan gaat het niet over de traditie van de mosselen en de oesters, allemaal kweek en redelijk probleemloos, maar over het in gevangenschap opkweken van vissoorten die normaal gesproken vrij rondzwemmen. Recent kwam het nieuws naar buiten over de massale sterfte van zalmen door een algenplaag in Noorse kwekerijen.
Feed-foodcompetitie
En dan is er het grote probleem van wat in een rapport (uit 2010) van Greenpeace het ‘nettoverlies van eiwitten’ heet. Bijna alle soorten kweekvis, vooral de soorten die in de grote drijfnetten van de fishfarms gehouden worden, krijgen voer waarin wilde vissen als sardines en haring zijn verwerkt.
Carnivore kweekvissen, roofvissen zoals de zalm en de zeebaars, kunnen wel groeien op voer dat deels plantaardig is, maar hebben toch echt eiwitten en omega-3 vetten van hun prooidieren nodig. Voor kweekvis moet je dus eerst wilde vis vangen om aan de kweekvissen te voeren. Omdat twee kilo voervis maar een kilo kweekvis oplevert, is sprake van een verlies.
De ‘feed-foodcompetitie’ - eet je de kleine vissen die visvoer worden of de zalm die kleine vis gevoerd krijgt? - is een speerpunt in de ontwikkeling van de aquacultuur en in de aanpak van Wiegertjes.
Ruim een kwart (27%) van alle commercieel gevangen vis wordt verwerkt tot vissenvoer, constateerden Canadese wetenschappers een paar jaar geleden. Zo'n 90% daarvan is gewoon geschikt voor menselijke consumptie. Zo zwemmen voor de kust van Peru en Chili in de Stille Oceaan enorme populaties ansjovis. Voorheen was dat voedsel voor de lokale bevolking. Inmiddels is er een grote industrie waarin die visjes tot vismeel en visolie verwerkt worden. Peru en Chili exporteren zalm die daarmee gevoerd is.
Microalgen
Maar er is een omslag te zien. In zalmkwekerijen wordt volop geëxperimenteerd met de samenstelling van het voer. Het doel is het bestanddeel wilde vis te beperken en het liefst te vervangen door eiwitrijke plantaardige producten, zoals soja. Ook wordt afval uit de visverwerkende industrie gebruikt. In Wageningen wordt gewerkt aan vegetarisch visvoer.
De omega-3 vetten van vis zijn afkomstig van plantaardig plankton. Het lijkt dus voor de hand te liggen om de tussenpersonen - planktoneters als ansjovis, sardines en haringen - in de keten over te slaan en visvoer direct te verrijken met plankton, krill, zeewier en algen. The New Food Economy schrijft over innovaties in de visvoersector, waarbij hoogwaardige omega-3 vetten uit microalgen worden gewonnen. Als het zou lukken om zulke vetten grootschalig te produceren, kan er een markt ontstaan voor premium visproducten, met veel omega-3 vetten, voor de bewuste en verwende consument.
Nog 3
Je hebt 0 van de 3 kado-artikelen gelezen.
Op 5 mei krijg je nieuwe kado-artikelen.
Op 5 mei krijg je nieuwe kado-artikelen.
Als betalend lid lees je zoveel artikelen als je wilt, én je steunt Foodlog
Lees ook
Is dat visvoer niet om te zetten naar omega 3 rijk humaan voedsel? Slaan we meteen een stap over...
#1, via 'voedsel-processing'?
Of door algen te eten in plaats van zo'n lekkere zalm!
Rene #1 en anderen,
Er zijn genoeg plantaardige omega 3 bronnen o.a. lijnzaadolie, koolzaadolie, walnoten.
Ook zijn er vissen die voornamelijk plantaardig voedsel tot zich nemen, de karper is daar een goed voorbeeld van. De kweek van karper groeit ca. 10% per jaar, van 600.000 ton in 1984 naar 4.500.000 ton nu. (volgens FAO). Maar zalm is gewoon lekkerder en heeft niet zoveel van die kleine graatjes. In Frankrijk zie ik vaak karper in de horeca en op de markt.
Extensieve teelt van zoetwatervis in de 'Dombes'.
In een gebied in Frankrijk met meer dan duizend meren (Dombes), wordt vis op een extensieve natuurlijke wijze gekweekt. De meren zijn ingenieus met sluisjes verbonden om ze beurtelings vol te laten lopen of enkele jaren droog te leggen. Als meer gedijen er de vissen die veel natuurlijk voer op de bodem en in het water aantreffen dat er ten tijde van de drooglegging in terecht is gekomen. Tijdens het droogleggen worden de vissen opgevangen (geoogst) waarna op de inmiddels 'vruchtbaar' geworden grond (modder) granen worden geteeld. Deze cyclus van extensieve visteelt is in de 13e eeuw ontstaan en werkt nog steeds. Op dit moment zijn er ongeveer 300 viskwekers die 21% van de nationale visproductie vertegenwoordigen.
Hier een indruk van deze bedrijfstak op TV2, eerst de grote vissen voor de consumptie, dan de kleine om opnieuw uit te zetten of voor andere doeleinden: Francetvinfo.
Malaria.
In het midden van de 19e eeuw hebben monniken een deel droog gelegd om malaria een halt toe te roepen.
H5N1 virus.
In 2006 werd deze economie verstoord door de opkomst van het H5N1 virus in de regio, wat een toegangsverbod rechtvaardigde, waardoor sommige viskwekers niet konden werken.
Vissenlederwaren.
De karperhuiden kunnen tot leder worden verwerkt om er tasjes, brillenhoesjes, portemonnees etc van te maken. (Cuir de Carpe de Dombes)
(Zo, nu nog even deze pagina bookmarken voor mijzelf, want ik rijd jaarlijks vlak langs de Dombes maar heb daar nog nooit een kijkje genomen.)
"Er zijn genoeg plantaardige omega 3 bronnen o.a. lijnzaadolie, koolzaadolie, walnoten".
Wat ik begrijp - ik laat me graag corrigeren - is dat omega 3 een verzamelnaam is van een aantal vetzuren, met name DHA, EPA en ALA. Voor mensen is vooral van belang DHA en EPA ( te vinden in o.a. vette koudwater vis en in voedsel van dierlijke oorsprong). Planten en noten bevatten vooral ALA, daar heb je als mens niet heel veel aan. In theorie kun je ALA als mens omzetten in DHA/EPA, maar dat is zeer beperkt.
Algen en gras - niet verteerbaar voor mensen - bevatten EPA/DHA, daarom leveren dieren die algen of gras eten interessant voedsel op uit oogpunt van DHA/EPA. Vlees, melk, eieren van dieren die níet graan gevoerd zijn, bevatten veel meer "goede" omega 3 vetzuren en een betere omega 6 / omega 3 verhouding.
Voor vegans zijn supplementen uit algen ontwikkeld, die bevatten als het goed is ook DHA/EPA.
Inderdaad word je niet goed van alle verhalen over hoe kweekvis geproduceerd wordt. Er lijkt hier nog heel veel te verbeteren. Die Franse methode kende ik niet, dat lijkt heel interessant. Karpers moet je inderdaad leren eten.