Drie weken geleden schreef Dick Veerman in een even serieuze als cynische bui zijn column voor de Levensmiddelenkrant, het vakblad voor de detailhandel en de levensmiddelenindustrie. Hij voorziet beginnende schaarste. En hij niet alleen.
Na de provinciale verkiezingen is de ondergang van de wereld in de Nederlandse politiek geluwd. Afgelopen week durfde ook de premier weer te vertellen wat zijn kroonpretendent al eerder zei: natuurlijk moet er wat gebeuren, maar het moet wel leuk blijven voor de mensen. Het balletje gehakt, vliegen zonder schuldgevoel en lekker lang warm douchen. Moet kunnen.
Twee weken eerder luisterde ik in Brussel naar oud EU-commissaris Potočnik. “We lopen met open ogen het ravijn in”, zei hij nog ouderwets droevig. “We moeten nu echt optreden en samenwerken.” Hij sprak op een conferentie over de toekomst van de landbouw. Na zijn oproep bleek dat de aanwezigen de mond vol van samenwerken hadden, maar niet van plan waren de rol te nemen die ze van anderen moesten spelen. De ondergang van de wereld laat het traditionele wijzen naar de ander niet stoppen.
Zou het allemaal toch meevallen? Persoonlijk ben ik niet zo vrolijk. Helaas heb ik me kunnen laven aan de kennis van deskundige mensen. Niet van die gekkies, maar lieden die behalve een goed verstand ook fundamentele kennis van de samenhang van basale mechanismen hebben. Alle ecomodernistische optimisme ten spijt, lijkt het er wel degelijk op dat we de natuurlijke balansen door hun grenzen hebben geduwd. Knappe jongens en meiden die dat met techniek die minstens dertienduizend miljard dollar moet kosten, tegen kunnen houden. Daar heeft Baudet beslist een punt.
Nu de consequenties. In maart luisterde ik naar Dick Slootweg van Bidfood. Hij heeft zijn bedrijf volledig gedigitaliseerd en vertelde waarom. Het maakt hem uiterst flexibel. Door de crisis waarin zijn bedrijf ooit belandde, begreep hij dat alleen flexibiliteit de moderne foodondernemer redt om morgen ook nog te bestaan. Slootweg is een wijs man. Hij weet dat klimaatverandering en groeiende welvaart elders in de wereld zullen leiden tot schaarste of schaarste aan producten met de specs waarvan een klant nu nog normaal vindt dat hij ze ‘gewoon’ kan bestellen of van het schap pakken. ‘Binnen 5 jaar zal ik 20% van de vraag niet meer dagelijks kunnen leveren’, zei Slootweg.
Die bal mag weer. Slootweg weet dat die zomaar naar China verkocht kan zijn. Hebt u al nagedacht hoe u regelmatig nee gaat verkopen en toch omzet draait? De politiek kan u niet helpen en de echte ondergang is pas over een tijdje.
Dit artikel afdrukken
Twee weken eerder luisterde ik in Brussel naar oud EU-commissaris Potočnik. “We lopen met open ogen het ravijn in”, zei hij nog ouderwets droevig. “We moeten nu echt optreden en samenwerken.” Hij sprak op een conferentie over de toekomst van de landbouw. Na zijn oproep bleek dat de aanwezigen de mond vol van samenwerken hadden, maar niet van plan waren de rol te nemen die ze van anderen moesten spelen. De ondergang van de wereld laat het traditionele wijzen naar de ander niet stoppen.
Zou het allemaal toch meevallen? Persoonlijk ben ik niet zo vrolijk. Helaas heb ik me kunnen laven aan de kennis van deskundige mensen. Niet van die gekkies, maar lieden die behalve een goed verstand ook fundamentele kennis van de samenhang van basale mechanismen hebben. Alle ecomodernistische optimisme ten spijt, lijkt het er wel degelijk op dat we de natuurlijke balansen door hun grenzen hebben geduwd. Knappe jongens en meiden die dat met techniek die minstens dertienduizend miljard dollar moet kosten, tegen kunnen houden. Daar heeft Baudet beslist een punt.
Nu de consequenties. In maart luisterde ik naar Dick Slootweg van Bidfood. Hij heeft zijn bedrijf volledig gedigitaliseerd en vertelde waarom. Het maakt hem uiterst flexibel. Door de crisis waarin zijn bedrijf ooit belandde, begreep hij dat alleen flexibiliteit de moderne foodondernemer redt om morgen ook nog te bestaan. Slootweg is een wijs man. Hij weet dat klimaatverandering en groeiende welvaart elders in de wereld zullen leiden tot schaarste of schaarste aan producten met de specs waarvan een klant nu nog normaal vindt dat hij ze ‘gewoon’ kan bestellen of van het schap pakken. ‘Binnen 5 jaar zal ik 20% van de vraag niet meer dagelijks kunnen leveren’, zei Slootweg.
Die bal mag weer. Slootweg weet dat die zomaar naar China verkocht kan zijn. Hebt u al nagedacht hoe u regelmatig nee gaat verkopen en toch omzet draait? De politiek kan u niet helpen en de echte ondergang is pas over een tijdje.
Nog 3
Je hebt 0 van de 3 kado-artikelen gelezen.
Op 5 mei krijg je nieuwe kado-artikelen.
Op 5 mei krijg je nieuwe kado-artikelen.
Als betalend lid lees je zoveel artikelen als je wilt, én je steunt Foodlog
Lees ook
‘Binnen 5 jaar zal ik 20% van de vraag niet meer dagelijks kunnen leveren’.
Kijk, daar begint de realiteit nu door te dringen. Zo ziet de nabije toekomst eruit.
Een ander eetpatroon is niet zo moeilijk aan te nemen. Kwestie van de juiste mensen met kennis een grote groep laten bereiken. Dus niet met meer reclame en meer Vullingscentrum, maar met kennis van een nieuw voedselsysteem. Als je kijkt naar de verplaatsen van voedsel op de wereldmarkt vraag je je ook af hoe dit de toekomst in moet. Er is wellicht geen plaats voor een zo op granen gebaseerd dieet wat de meesten nu kennen, geen plaats voor tropisch fruit waarvan de vraag groeiend is (behalve die soorten die we hier kunnen verbouwen), geen plaats voor bio-industrie.
Maar juist dat biedt gigantische uitdagingen, een gevarieerder eetpatroon en een breed scala aan creatieve mogelijkheden. Omarm wat je hebt, koop lokaal en ga koken. Wat hierboven al wordt geschetst: flexibiliteit wordt belangrijk. Dus geen massa's van hetzelfde, maar divers, zowel in soorten als in oogstmomenten.
Het is al zo vaak gezegd: Waarom mogen we geen duimen geven voor een goede tekst?
Wie krijgt wat nog wel te leveren is?
Degene die betaalt, Jan Peter.
De toekomst ziet er goed uit voor wie aan de specs kan voldoen, cq. de juiste alternatieven direct kan voorstellen. Ik denk dat Slootweg dat uitstekend ziet.
Wouter v.d. Weijden vroeg me om voorbeelden: kweekvis met het juiste voer is een probleem aan het worden. Jos Hugense zal zeggen: rundvlees (en ik weet hoezeer hij gelijk heeft: het aanbod kan de vraagprognoses onmogelijk bijhouden).
Plantaardig geen probleem? Wat dacht je van glyfosaatvrij brood als het eenmaal gemarket wordt? En wat dacht je van biologisch zonder kunstmest, dwz zonder mest van planten die met kunstmest zijn opgekweekt?