Het blijft een probleem voor veel ouders: hoe krijg je je kind zo ver dat het gezonde groenten - en ander niet ongezond spul - gaat eten die het niet lekker vindt?
Blijven aanbieden is het devies, dat is zowel wetenschappelijk als door kinderen zelf proefondervindelijk vastgesteld.
Er is nog trucje. Vertel kinderen in positieve woorden en beelden die ze snappen wat de voordelen zijn van gezond eten. Combineer dat met herhaald aanbieden en na enige tijd - niet meteen! - zullen de kinderen er vanzelf meer van eten. Het trucje heet: CCNP, child-centered nutrition phrases. In wat uitgebreider Nederlands: vanuit de belevingswereld van het kind communiceren met herkenbare zinnen.
Amerikaanse onderzoekers lieten 87 3-5 jarige kinderen eerst kiezen welke groenten, granen en eiwitten ze het minst lekker vonden. Dat bleken tomaten, groene paprika, quinoa en linzen te zijn.
Daarna kregen de kinderen gedurende 6 weken 2 keer per week twee van die 'vieze' etenswaren voorgezet. Het ene hapje werd gewoon voor ze neergezet en bij het andere maakten de begeleiders opmerkingen zoals 'groenten helpen tegen ziek worden', 'eiwitten helpen je leren' of 'van granen ga je harder rennen en hoger springen'.
Direct na die 6 weken aten de kinderen niet méér van de gezonde hapjes, maar een maand later was dat anders. Toen bleken ze twee keer zoveel te eten van de voedingsmiddelen die met een positieve boodschap waren voorgezet dan van de producten die ze alleen maar vaker aangeboden hadden gekregen. Het betekende overigens niet dat ze eerst vies gevonden groenten lekkerder waren gaan vinden.
De les die je als ouder thuis kunt gebruiken? Zeg niet zoiets abstracts als 'dat is goed voor je'. Concrete zinnetjes, zoals 'van linzen groei je groter', iets wat ieder klein kind wil bereiken, werken het best. En natuurlijk, moet je je kind die linzen dan ook bij herhaling voor blijven zetten.
Dit artikel afdrukken
Er is nog trucje. Vertel kinderen in positieve woorden en beelden die ze snappen wat de voordelen zijn van gezond eten. Combineer dat met herhaald aanbieden en na enige tijd - niet meteen! - zullen de kinderen er vanzelf meer van eten. Het trucje heet: CCNP, child-centered nutrition phrases. In wat uitgebreider Nederlands: vanuit de belevingswereld van het kind communiceren met herkenbare zinnen.
Amerikaanse onderzoekers lieten 87 3-5 jarige kinderen eerst kiezen welke groenten, granen en eiwitten ze het minst lekker vonden. Dat bleken tomaten, groene paprika, quinoa en linzen te zijn.
Daarna kregen de kinderen gedurende 6 weken 2 keer per week twee van die 'vieze' etenswaren voorgezet. Het ene hapje werd gewoon voor ze neergezet en bij het andere maakten de begeleiders opmerkingen zoals 'groenten helpen tegen ziek worden', 'eiwitten helpen je leren' of 'van granen ga je harder rennen en hoger springen'.
Direct na die 6 weken aten de kinderen niet méér van de gezonde hapjes, maar een maand later was dat anders. Toen bleken ze twee keer zoveel te eten van de voedingsmiddelen die met een positieve boodschap waren voorgezet dan van de producten die ze alleen maar vaker aangeboden hadden gekregen. Het betekende overigens niet dat ze eerst vies gevonden groenten lekkerder waren gaan vinden.
De les die je als ouder thuis kunt gebruiken? Zeg niet zoiets abstracts als 'dat is goed voor je'. Concrete zinnetjes, zoals 'van linzen groei je groter', iets wat ieder klein kind wil bereiken, werken het best. En natuurlijk, moet je je kind die linzen dan ook bij herhaling voor blijven zetten.
Nog 3
Je hebt 0 van de 3 kado-artikelen gelezen.
Op 5 april krijg je nieuwe kado-artikelen.
Op 5 april krijg je nieuwe kado-artikelen.
Als betalend lid lees je zoveel artikelen als je wilt, én je steunt Foodlog
Lees ook
Volgens mij werkt het beter om de papa's en mama's naar kookles te sturen... Maak van "gezond voedsel" gewoon "lekker eten", in plaats van dat je een kind (of jezelf) steeds moet overtuigen dat het dan wel niet echt lekker is, maar wel heel "goed voor je".
Geen speld tussen te krijgen, Anita Cruijf. "Als ze je eten niet lusten, moet je lekkerder koken."
Er zit soms nogal wat verschil tussen wat wij ouders lekker eten vinden en wat onze kinderen lekker eten vinden.