We willen dolgraag dat volwassenen, maar vooral ook kinderen gezonder gaan eten. Dat bespaart zowel veel geld als een boel ellende op latere leeftijd. Het lukt nog maar matig. Hoe kan het beter en waarom lukt het nog niet zo goed? Coosje Dijkstra, universitair docent aan de Vrije Universiteit in Amsterdam, legt het uit.
“Wat een duurzaam en gezond eetpatroon precies is, weet eigenlijk niemand,” zegt Coosje Dijkstra. "De meningen verschillen nogal. Daarom proberen we er een lijn te vinden." In samenwerking met 3 leden van de Food100 lijst startte ze een onderzoek om te bepalen wat experts een duurzaam en gezond voedselsysteem vinden. Dijkstra: "Onze Delphi-studie [een onderzoek onder experts over een onderwerp waarover geen consensus bestaat, LB] bestaat uit een korte vragenlijst onder circa 400 gerenommeerde kenners van het Nederlandse voedselsysteem. We zoeken met deze studie naar consensus over de term 'voedseltransitie' en wat de grootste kansen en belemmeringen zijn om die transitie te realiseren.”
(On)gezonde kloof
Het ongezonde productaanbod is enorm. De supermarkt, eetwinkels op treinstations en de schappen van pompstations en kantines zouden overwegend rood kleuren als op ieder product verplicht een voedselstoplicht, zoals bijvoorbeeld de Nutri-score, wordt geplakt.
Zou zo'n stoplicht helpen om het publiek minder 'foute' producten te laten kiezen? Dijkstra blijkt even kritisch als genuanceerd. “Nutri-score is een soort kennisinterventie. Daar bereik je voornamelijk consumenten mee die al een gezondere leefstijl hebben en nog gezonder gaan eten”, zegt Dijkstra. Ze benadrukt dat je sociaaleconomische positie (SEP) - zoals opleidingsniveau, inkomen en welstand - bepalend is voor je leefstijl. Burgers met een hogere SEP eten gezonder dan burgers met een lage SEP. “Als geheel zal de populatie door Nutri-score dus misschien een beetje gezonder gaan eten, maar als je kijkt naar de sociaaleconomische verschillen tussen mensen, dan groeit de kloof door dit soort kennisinterventies.”
“Uit de literatuur blijkt daarentegen dat juist omgevingsinterventies meer kans bieden om de kwetsbare groepen met een lage SEP omdat ze de gezonde keuze makkelijker en aantrekkelijker maken.” Ook kinderen en scholieren zijn kwetsbaar. “Middelbare scholieren gaan tegenwoordig niet 1 keer, maar soms wel 3 keer per dag naar de supermarkt. Voor schooltijd, in de lunchpauze, en snel na schooltijd.”
En wat kopen ze dan? Dijkstra: “We hebben bij een onderzoek het koopgedrag van de scholieren onderzocht door de bonnetjes van Albert Heijn te verzamelen in de lunchpauzes. De scholieren besteedden gemiddeld €2,80 aan hun lunch. Voornamelijk energy drinks, roze koeken, frisdrank en croissantjes. Die zijn lekker, vullend én goedkoop. Een zak wortelen is even duur als de roze koeken, maar welke scholier gaat nou alleen een zak wortelen als lunch opeten? Dat is niet cool.”
Dijkstra initieerde daarom een interventiestudie om het koopgedrag van jongeren onder handen te nemen. In samenwerking met de jonge vakkenvullers van de Albert Heijn heeft Dijkstra en haar team een workshop ontwikkeld om te bepalen wat gezond en ongezond is in de supermarkt. “Een soort supermarktcoach. De vakkenvullers leidden de leerlingen rond langs de schappen en leggen uit wat gezond en ongezond is. Een goed voorbeeld van peer-to-peer-educatie, waarbij de vakkenvullers ook hun eigen ‘straattaal’ gebruiken. Daarna sloten de jongeren challenges af om bij voorbeeld deze maand gezonder eten te kopen.”
De interventie was niet overal even succesvol. “Bij de VMBO-leerlingen waren de meesten ècht enthousiast, bereid om te leren en hadden de oprechte intentie om gezonder te kopen. Bij het Gymnasium vonden de leerlingen het maar saai en hadden er geen boodschap aan.”
Eilandjes afbreken
Supermarkten, scholen, overheden. Alle stakeholders hebben een rol in de voedseltransitie. “Het probleem is dat de èchte integrale aanpak uitblijft.” Maar hoe kunnen de stakeholders in de voedselketen met elkaar in samenwerking gaan? “Een moeilijke vraag ....", reageert Dijkstra. "Allereerst moeten we met elkaar het gesprek aangaan en samenwerken. De stakeholders zitten nu nog op hun eigen eilanden met hun eigen taal. Die eilandjes moeten we afbreken en juist samen deze projecten oppakken.”
Op maandagavond 6 mei gaat het in de 10e reeks van de debatserie It's the Food, my Friend! in De Rode Hoed over voedseltrends. Naast Coosje Dijkstra zullen ook Hanno Pijl, Leiden UMC, en Hanneke Muilwijk, Planbureau over Leefomgeving, aan het woord komen over hoe duurzame keuzes aantrekkelijk en makkelijk te maken en wat stakeholders kunnen doen. Felix Rottenberg modereert.
Dit artikel afdrukken
(On)gezonde kloof
Het ongezonde productaanbod is enorm. De supermarkt, eetwinkels op treinstations en de schappen van pompstations en kantines zouden overwegend rood kleuren als op ieder product verplicht een voedselstoplicht, zoals bijvoorbeeld de Nutri-score, wordt geplakt.
Zou zo'n stoplicht helpen om het publiek minder 'foute' producten te laten kiezen? Dijkstra blijkt even kritisch als genuanceerd. “Nutri-score is een soort kennisinterventie. Daar bereik je voornamelijk consumenten mee die al een gezondere leefstijl hebben en nog gezonder gaan eten”, zegt Dijkstra. Ze benadrukt dat je sociaaleconomische positie (SEP) - zoals opleidingsniveau, inkomen en welstand - bepalend is voor je leefstijl. Burgers met een hogere SEP eten gezonder dan burgers met een lage SEP. “Als geheel zal de populatie door Nutri-score dus misschien een beetje gezonder gaan eten, maar als je kijkt naar de sociaaleconomische verschillen tussen mensen, dan groeit de kloof door dit soort kennisinterventies.”
VMBO-leerlingen waren ècht enthousiast. Bij het Gymnasium vonden de leerlingen het maar saai en hadden er geen boodschap aanRebelse scholieren in de Albert Heijn
“Uit de literatuur blijkt daarentegen dat juist omgevingsinterventies meer kans bieden om de kwetsbare groepen met een lage SEP omdat ze de gezonde keuze makkelijker en aantrekkelijker maken.” Ook kinderen en scholieren zijn kwetsbaar. “Middelbare scholieren gaan tegenwoordig niet 1 keer, maar soms wel 3 keer per dag naar de supermarkt. Voor schooltijd, in de lunchpauze, en snel na schooltijd.”
En wat kopen ze dan? Dijkstra: “We hebben bij een onderzoek het koopgedrag van de scholieren onderzocht door de bonnetjes van Albert Heijn te verzamelen in de lunchpauzes. De scholieren besteedden gemiddeld €2,80 aan hun lunch. Voornamelijk energy drinks, roze koeken, frisdrank en croissantjes. Die zijn lekker, vullend én goedkoop. Een zak wortelen is even duur als de roze koeken, maar welke scholier gaat nou alleen een zak wortelen als lunch opeten? Dat is niet cool.”
Dijkstra initieerde daarom een interventiestudie om het koopgedrag van jongeren onder handen te nemen. In samenwerking met de jonge vakkenvullers van de Albert Heijn heeft Dijkstra en haar team een workshop ontwikkeld om te bepalen wat gezond en ongezond is in de supermarkt. “Een soort supermarktcoach. De vakkenvullers leidden de leerlingen rond langs de schappen en leggen uit wat gezond en ongezond is. Een goed voorbeeld van peer-to-peer-educatie, waarbij de vakkenvullers ook hun eigen ‘straattaal’ gebruiken. Daarna sloten de jongeren challenges af om bij voorbeeld deze maand gezonder eten te kopen.”
De interventie was niet overal even succesvol. “Bij de VMBO-leerlingen waren de meesten ècht enthousiast, bereid om te leren en hadden de oprechte intentie om gezonder te kopen. Bij het Gymnasium vonden de leerlingen het maar saai en hadden er geen boodschap aan.”
Eilandjes afbreken
Supermarkten, scholen, overheden. Alle stakeholders hebben een rol in de voedseltransitie. “Het probleem is dat de èchte integrale aanpak uitblijft.” Maar hoe kunnen de stakeholders in de voedselketen met elkaar in samenwerking gaan? “Een moeilijke vraag ....", reageert Dijkstra. "Allereerst moeten we met elkaar het gesprek aangaan en samenwerken. De stakeholders zitten nu nog op hun eigen eilanden met hun eigen taal. Die eilandjes moeten we afbreken en juist samen deze projecten oppakken.”
Op maandagavond 6 mei gaat het in de 10e reeks van de debatserie It's the Food, my Friend! in De Rode Hoed over voedseltrends. Naast Coosje Dijkstra zullen ook Hanno Pijl, Leiden UMC, en Hanneke Muilwijk, Planbureau over Leefomgeving, aan het woord komen over hoe duurzame keuzes aantrekkelijk en makkelijk te maken en wat stakeholders kunnen doen. Felix Rottenberg modereert.
Nog 3
Je hebt 0 van de 3 kado-artikelen gelezen.
Op 5 mei krijg je nieuwe kado-artikelen.
Op 5 mei krijg je nieuwe kado-artikelen.
Als betalend lid lees je zoveel artikelen als je wilt, én je steunt Foodlog
Lees ook
‘De vakkenvullers leidden de leerlingen rond langs de schappen en leggen uit wat gezond en ongezond is.’
Vakkenvullers zijn veelal ook middelbare scholieren. Zijn dat de zeldzaam geworden overblijvers met de meegenomen boterhammen van thuis terwijl hun medeleerlingen de eerder door hen opgetaste ongezonde schappen afstruinen?
Nieuw synoniem voor vakkenvuller: diëtist.
Weer nieuwe gegevens van het RIVM schokkend?
Maag darm en lever aandoeningen en niet te krap ook.
Of wisten we dat al maar keken we weg?
Is de kop terecht? Waarop baseren ze die uitspraak?
Uit Data analyses van de medische faculteiten blijkt dat we steeds jonger meer kwalen krijgen.
Dat op latere leeftijd we steeds meer kwalen krijgen en bestrijden dien ten gevolgen zeer gecompliceerd wordt.
De artsen van verschillende disciplines te weinig rekening houden met die gecompliceerdheid.
Dat het medicatie gebruik dien ten gevolgen uit de hand loopt en over niet te lange tijd onbetaalbaar wordt.
Maar bij artsen de indruk bestaat dat steeds meer mensen overlijden aan de gecompliceerdheid van de medicatie dan ten gevolgen van een van hun kwalen.
Is bewustwording van de consument niet de sleutel en hoort goede voorlichting daar niet bij?
Goede voorlichting een goed en eerlijk verhaal dat makkelijk uitlegbaar dus te begrijpen is.
“Wat een duurzaam en gezond eetpatroon precies is, weet eigenlijk niemand,”
Is die zin waar?
Of geeft dat aan dat er in die kenniswereld aangaand deze materie een kennis achterstand heerst?
Zou dat komen omdat die studie richting farmaceutisch georiënteerd is? Uitgaat hetgeen ons overkomt de oorzaak is en niet een gevolg?
Strikt genomen weten we niet PRECIES wat de voorwaarden inhoudelijk zijn van gezond eetpatroon, maar bij benadering weten we dat verdraaid goed.
Wat een duurzaam eetpatroon is weten we wel heel precies.
Ligt daar ook niet een deel van het probleem of is het verschil tussen de burger en de consument ook een puntje.
als kinderen zich tegen de ouders af willen zetten en daardoor bijvoorbeeld veganistisch gaan eten zou dat dan ook betekenen dat kinderen waar de ouders veganistisch eten aan het vlees gaan? interessante materie.
Intuitief zou je zeggen dat VMBO leerlingen tegendraads zijn en VWO leerlingen graag willen leren. Misschien moeten VWO leerlingen thuis al erg gezond eten en willen ze in de pauze zich afzetten tegen het door de ouders opgedrongen voedingspatroon?