De buxusmotrupsen komen er weer aan. Ook in jouw tuin. Afgelopen jaar besteedde Foodlog aandacht aan de buxusmot; onder meer met dit filmpje. Het Centrum voor Landbouw en Milieu (CLM) doet onderzoek naar het verdwijnen van mezen. Mogelijk is chemische bestrijding van de buxusmot - vooral door particulieren - de boosdoener. Adriaan Guldemond van CLM vraagt de medewerking van onze lezers: verzamel dode mezen en lever ze in voor onderzoek.
De buxusmot vormt de laatste jaren een steeds groter probleem voor buxusplanten in de tuin. Sommige buxusbezitters gebruiken chemische bestrijdingsmiddelen tegen de buxusmot. Regelmatig gebeurt dat ook met middelen die wettelijk niet zijn toegelaten.
De rupsen van de buxusmot zijn geliefd voedsel voor verschillende vogels, waaronder de kool- en pimpelmees. Er zijn aanwijzingen dat het gebruik van chemische bestrijdingsmiddelen tegen de buxusmot, kan leiden tot een verhoogde sterfte van jonge mezen in de nestkast. In 2018 heeft CLM enkele dode jonge mezen onderzocht op plaatsen in de stad waar ook de buxusmot werd bestreden. Vergeleken met mezen uit een bosgebied bevatten de ‘stadsmezen’ aanzienlijk meer bestrijdingsmiddelen.
Dit jaar willen we het onderzoek uitbreiden. Door meer dode jonge mezen te analyseren kunnen we meer zeggen over de relatie tussen buxusmotbestrijding en de bestrijdingsmiddelen die we in de mezen vinden. Jij bent onmisbaar bij dit onderzoek! Wanneer je in je tuin plotseling veel dode mezen vindt in de nestkast én er chemische buxusmotbestrijding bij jou of de buren heeft plaatsgevonden, dan onderzoeken we graag de dode jonge mezen op bestrijdingsmiddelen.
Hier lees je hoe je het onderzoek kunt steunen.
Dit artikel afdrukken
De rupsen van de buxusmot zijn geliefd voedsel voor verschillende vogels, waaronder de kool- en pimpelmees. Er zijn aanwijzingen dat het gebruik van chemische bestrijdingsmiddelen tegen de buxusmot, kan leiden tot een verhoogde sterfte van jonge mezen in de nestkast. In 2018 heeft CLM enkele dode jonge mezen onderzocht op plaatsen in de stad waar ook de buxusmot werd bestreden. Vergeleken met mezen uit een bosgebied bevatten de ‘stadsmezen’ aanzienlijk meer bestrijdingsmiddelen.
Dit jaar willen we het onderzoek uitbreiden. Door meer dode jonge mezen te analyseren kunnen we meer zeggen over de relatie tussen buxusmotbestrijding en de bestrijdingsmiddelen die we in de mezen vinden. Jij bent onmisbaar bij dit onderzoek! Wanneer je in je tuin plotseling veel dode mezen vindt in de nestkast én er chemische buxusmotbestrijding bij jou of de buren heeft plaatsgevonden, dan onderzoeken we graag de dode jonge mezen op bestrijdingsmiddelen.
Hier lees je hoe je het onderzoek kunt steunen.
Nog 3
Je hebt 0 van de 3 kado-artikelen gelezen.
Op 5 mei krijg je nieuwe kado-artikelen.
Op 5 mei krijg je nieuwe kado-artikelen.
Als betalend lid lees je zoveel artikelen als je wilt, én je steunt Foodlog
Lees ook
Frank Eric, zo is het al vaak gegaan:
1. We voeren (veelal via handel) een exotisch gewas, sierplant of dier in.
2. Dat gaat een tijd goed totdat we onbedoeld ook een natuurlijke vijand van die plant invoeren, veelal uit dezelfde regio en soms pas na eeuwen. Die heeft hier geen of weinig natuurlijke vijandenen kan zich dus snel verspreiden en grote schade aanrichten. Denk aan Phytophthora in aardappelen (medio 19e eeuw) en aan de paardekastanjemineermot (1985).
3. Om die schade te beperken kunnen we vervolgens een natuurlijke parasiet, pathogeen of predator van de exotische plant uit dezelfde regio invoeren. Maar dat is riskant, want wie zegt dat die vijand alleen de doelsoort aanvalt?
Voorbeeld: het Aziatische lieveheersbeestje is ingevoerd in België ter bestrijding van luizen in kassen. Vervolgens verspreidde het beestje zich razendsnel en verdrong inheemse soorten lieveheersbeestjes.
In Australië is de rietpad (cane toad) ingevoerd om plagen in de suikerrietplantages te bestrijden. Het beest rukte razendsnel op, bewoont inmiddels ca. de helft van van Australië en heeft doordat hij giftig is talloze inheemse dieren, maar ook honden en katten die hem aanvielen gedood.
De EU en de meeste andere landen stellen volkomen terecht al heel lang Fytosanitaire eisen aan de import van planten.
#3 Jos,
Dat Astrid dit doet betekent niet meteen dat iedereen dit zal doen. En je kunt haar niet verwijten dat zij ook maar iets te maken heeft met het creëren van een volgende plaag.
#3, Jos, "Daarmee creëert men weer de volgende plaag. De plaag is immers ontstaan door de monocultuur aan buxushaagjes."
En wat te denken dan van alle inheemse buxus die hier is uitgeroeid (ZW-Fra)? Buxus die hier altijd was? Hele buxusbossen (buxeraies) gingen in april 2018 er aan. Momenteel rukt het beest ook op in de Aveyron, waar het hoger is en minder warm. Daar zijn gebieden waar 1/3 buxus staat, in het wild.
Het insect kwam van het oosten (import of gewoon over land), zijn natuurlijke vijanden bleven daar. Joost mag weten waarom.
Astrid geloof me maar, ze zijn echt dood.
Voorlopig laat ik het gewoon staan. Zie wel wat er gebeurd.
Wat jij gedaan hebt gaan vele andere ook weer doen, maar dan denk ik dat de Japanse hulst nog meer in de mode zal zijn.
Daarmee creëert men weer de volgende plaag.
De plaag is immers ontstaan door de monocultuur aan buxushaagjes.
Mocht die haag weer dapper gaan uitlopenJos, dan komt de mot er toch weer in, was bij ons ook. Wij hebben het in ons voortuintje vorig jaar maar gewoon weggegaahld en er venijnstruikjes voor teruggeplaatst, lekker klein zodat we ze zien opgroeien, de meeste ervan staan nu zelfs in bloei