Dat bleek in de jaren '50 al toen de Panama-ziekte een spoor van verwoesting trok over vrijwel alle bananenplantages wereldwijd. Cavendish-bananen bleken wel bestand tegen de ziekte. Daarom zijn tegenwoordig bijna alle bananen van die soort.

En juist dat effect maakt de bananenteelt opnieuw kwetsbaar. De steeds verder oprukkende schimmel TR4 veroorzaakt door de Fusariumschimmel, laat zien dat de Cavendish-banaan niet immuun is.

Reden voor de KU Leuven en Biodiversity International, een internationaal onderzoekscentrum voor duurzame landbouwontwikkeling, biodiversiteit en voedselzekerheid, de handen ineen te slaan.

De partners willen nieuwe, resistente bananensoorten telen, schrijft Vilt. Ze willen bananen telen die in elk klimaat kunnen groeien.

Het onderzoekscentrum van de KU huisvest nog altijd meer dan 1.500 wilde eetbare bananensoorten. Binnen die biodiversiteit zoeken de wetenschappers naar zich snel aan veranderende omstandigheden aanpassende bananen. Volgens de KU is er naast nieuwe bananenvariëteiten en verbeterde landbouwtechnieken samenwerking met lokale bananenboeren nodig. Samenwerking moet leiden tot de productieve bananenteelt die ook boeren iets laat verdienen.

De Belgen zijn niet de eerste die een poging doen om de banaan te redden. Aan de Universiteit van Wageningen onderzoeken wetenschappers al enige tijd hoe ze wilde bananensoorten kunnen veredelen. Daarnaast bestudeert de WUR al jaren de fusariumschimmel om meer te weten te komen over de TR4-problematiek.
Dit artikel afdrukken