Laat baby’s al vroeg - vanaf de leeftijd van 4 à 6 maanden - kennismaken met allergene voedingsmiddelen, zoals pinda’s, eieren en vis, zodat ze geen allergie ontwikkelen. Dat advies geldt vanaf nu ook in de Verenigde Staten.
Vorige week publiceerde de American Academy of Pediatrics voor het eerst sinds 2000 nieuwe richtlijnen voor het voorkomen van voedselallergieën bij jonge kinderen.
Tot op heden was het advies nog om vooral te wachten met het introduceren van voedingsmiddelen die een allergische reactie kunnen opwekken bij kinderen. Koemelk mocht vanaf 1 jaar, eieren vanaf de leeftijd van 2 jaar en pinda’s, noten en vis pas vanaf 3 jaar. Ook in Nederland was dat jarenlang de gangbare praktijk, tot november 2017. Toen kwam de Nederlandse Vereniging van Kindergeneeskunde met het advies al vroeg te beginnen met de introductie van pinda en ei bij baby’s.
De afgelopen jaren verschenen verschillende onderzoeken die lieten zien dat wachten juist verkeerd kan uitpakken. Door het lichaam al op jonge leeftijd in aanraking te brengen met allergenen (de stoffen die een allergische reactie kunnen veroorzaken), leert het daar tolerant mee om te gaan. Krijgt het lichaam niet de kans te wennen aan allergenen, dan dreigt allergie.
De Enquiring About Tolerance (EAT) studie keek naar 6 allergene voedingsmiddelen bij 1.303 3-maanden oude baby’s. Wachten met de introductie bleek niet tot minder allergieën te leiden. In 2018 kwam het Learning Early About Peanut-onderzoek (LEAP) uit. Daaruit bleek dat het introduceren van een berucht allergeen voedingsmiddel, pinda’s, bij 4 maanden oude baby's de kans op het ontwikkelen van een allergie voor pinda’s juist verkleint.
Ommezwaai
In Nederland leidden die nieuwe inzichten tot een ommezwaai. "Het nieuwe advies staat natuurlijk haaks op wat ouders lang te horen hebben gekregen," zegt kinderdiëtist Olga Benjamin in de NRC. Huisartsen en consultatiebureaus krijgen bijscholing en voorlichting. Voor de ouders zijn er voedingsschema's, informatiefolders en zelfs een kookboekje.
Hoe Amerikaanse ouders kennis moeten nemen van het nieuwe advies, is minder duidelijk. Ook voor kinderartsen zal het wennen zijn. "We komen uit een situatie van beperkingen, angst en medicalisatie," zegt een kinderarts op CNN. "Maar je moet juist niet voorzichtig zijn."
Dit artikel afdrukken
Tot op heden was het advies nog om vooral te wachten met het introduceren van voedingsmiddelen die een allergische reactie kunnen opwekken bij kinderen. Koemelk mocht vanaf 1 jaar, eieren vanaf de leeftijd van 2 jaar en pinda’s, noten en vis pas vanaf 3 jaar. Ook in Nederland was dat jarenlang de gangbare praktijk, tot november 2017. Toen kwam de Nederlandse Vereniging van Kindergeneeskunde met het advies al vroeg te beginnen met de introductie van pinda en ei bij baby’s.
De afgelopen jaren verschenen verschillende onderzoeken die lieten zien dat wachten juist verkeerd kan uitpakken. Door het lichaam al op jonge leeftijd in aanraking te brengen met allergenen (de stoffen die een allergische reactie kunnen veroorzaken), leert het daar tolerant mee om te gaan. Krijgt het lichaam niet de kans te wennen aan allergenen, dan dreigt allergie.
De Enquiring About Tolerance (EAT) studie keek naar 6 allergene voedingsmiddelen bij 1.303 3-maanden oude baby’s. Wachten met de introductie bleek niet tot minder allergieën te leiden. In 2018 kwam het Learning Early About Peanut-onderzoek (LEAP) uit. Daaruit bleek dat het introduceren van een berucht allergeen voedingsmiddel, pinda’s, bij 4 maanden oude baby's de kans op het ontwikkelen van een allergie voor pinda’s juist verkleint.
Ommezwaai
In Nederland leidden die nieuwe inzichten tot een ommezwaai. "Het nieuwe advies staat natuurlijk haaks op wat ouders lang te horen hebben gekregen," zegt kinderdiëtist Olga Benjamin in de NRC. Huisartsen en consultatiebureaus krijgen bijscholing en voorlichting. Voor de ouders zijn er voedingsschema's, informatiefolders en zelfs een kookboekje.
Hoe Amerikaanse ouders kennis moeten nemen van het nieuwe advies, is minder duidelijk. Ook voor kinderartsen zal het wennen zijn. "We komen uit een situatie van beperkingen, angst en medicalisatie," zegt een kinderarts op CNN. "Maar je moet juist niet voorzichtig zijn."
Nog 3
Je hebt 0 van de 3 kado-artikelen gelezen.
Op 5 mei krijg je nieuwe kado-artikelen.
Op 5 mei krijg je nieuwe kado-artikelen.
Als betalend lid lees je zoveel artikelen als je wilt, én je steunt Foodlog
Lees ook
Uit een nieuw onderzoek van de McMaster University in Canada blijkt dat orale immunotherapie bij kinderen die al een pinda-allergie hebben, niet werkt en de risico’s zelfs vergroot.
De Canadese onderzoekers namen in hun meta-studie 12 onderzoeken mee met in totaal 1000 patiënten onder de loep. Mensen met een pinda-allergie die geen immunotherapie ondergaan, hebben 7% kans op een anafylactische shock (een hevige allergische reactie waarbij de luchtwegen vernauwen en het moeilijk is om te ademen). Bij immunotherapie blijkt de kans op een anafylactische shock 22% te zijn.
De hierboven beschreven aanpak (vroeg beginnen met het geven van allergene producten aan baby’s) zou dus wel eens veelbelovend kunnen zijn.
Al die adviezen om al op 4 maanden te beginnen met het introduceren van allergenen is gebaseerd op rammelend onderzoek, maar bovenal op zeer rammelende interpretaties van onderzoeken. En ze druisen volkomen in tegen de op degelijke wetenschap gebaseerde adviezen om kinderen geen andere voeding dan borstvoeding (of een vervanging daarvoor) te geven voor de leeftijd van 6 maanden. De risico's voor de gezondheid op korte, middellange en lange termijn van het prematuur introduceren van niet-melkvoeding stijgen ver uit boven die van de gezondheidsrisico's van allergiën. Het voert te ver om die opsomming hier te maken, maar de WHO heeft daar veel literatuur over, netjes gerangschikt en geanalyseerd. Kort gezegd komt het erop neer dat de darmen van een kind onder de 6 maanden nog niet toe zijn (nog niet in staat zijn) niet-melkvoeding goed te verteren en er voedingsstoffen uit op te nemen. Het tast de integriteit van de darm aan en de samenstelling van het microbioom. En nog zo een en ander, waaronder een sterk verhoogd risico van obesitas en daarmee verbonden ziektebeelden in het latere leven.
Dan over die foute interpretatie. In alle onderzoeken naar losse allergenen en het effect van vroegtijdige toediening daarvan is er sprake van een window of opportunity *niet* tussen 4 en 6 maanden, maar tussen 4 en 9 à 11 maanden. Alle tijd dus om gewoon te wachten tot na de 6 maanden.
Als ik de reactie van Anton #4 lees, denk ik meteen ook aan hooikoorts, met name de invloed van de pollen van grassen. In de hooimaand (juli) bereikte het gras zijn maximale hoogte en stond in volle bloei heel Nederland van een overdaad aan pollen te voorzien. In mijn omgeving krijgt het gras die gelegenheid niet meer. Het lijkt soms iedere maand wel hooimaand om te voorkomen dat het gras zijn maximale hoogte bereikt. Ik vraag mij af of de pollenarme atmosfeer nadelig is op het aantal mensen dat tegenwoordig hooikoorts krijgt.
Dit ligt wel in lijn met de stelling dat allergieën zijn toegenomen omdat kinderen in een steriele gedetolliseerde omgeving opgroeien.
#1 het vorige advies lijkt niet op basis van experimenteel onderzoek tot stand gekomen, maar volledig gebaseerd op de aanname dat de allergenen te vroeg in het bloed komen. Dit als gevolg van de grotere darmdoorlaatbaarheid in de eerste maanden. Nu het juist andersom blijkt te zijn, is de hypothese simpelweg omgedraaid: dankzij de grotere darmdoorlaatbaarheid komt het lichaam tijdig in contact met de potentiële allergenen om er aan te kunnen wennen.