De grondprijzen blijven maar stijgen. Van omgerekend €5.000 per hectare in 1965 tot gemiddeld €60.000 nu. In de Flevopolder betaal je al meer dan een ton. Dat dit een thema is dat leeft, bleek ook uit de hoge opkomst bij dit debat. Ondanks de dramatische aanslag die ochtend in Utrecht zaten er 334 mensen in de zaal. “Dan is er wat aan de hand”, zei voorzitter Felix Rottenberg. Veertig jaar geleden probeerde minister-president Den Uyl wat te doen aan de grondspeculatie, memoreerde hij. Maar de pogingen om die aan banden te leggen, leidden in 1977 tot de val van het kabinet Den Uyl-Van Agt.

De kernvraag van het debat was: hoe creëren we ruimte voor biodiversiteit en jonge boeren, nu de grondmarkt duurzame voedselproductie frustreert? Daarbij viel op dat de problematiek rond biodiversiteit en jonge boeren door twee vrouwen werd vertolkt. Het probleemveld van de grondmarkt werd geduid door de drie boerenzoons die het ouderlijk bedrijf niet hebben overgenomen.

Biodiversiteit op een kantelpunt
Ecoloog Louise Vet is de motor achter het Deltaplan Biodiversiteitsherstel. Wereldwijd is de biodiversiteit de laatste vijftig jaar sterk afgenomen. De biodiversiteit staat zo onder druk dat deze zich dicht bij een kantelpunt bevindt. “Voorbij dat punt neemt de veerkracht zo sterk af dat het verdraaid moeilijk zal worden om die weer terug te krijgen.”

Veertig jaar geleden was bijna een kwart van de boeren jonger dan 35. Nu is dat nog ongeveer 7%. Het aantal boeren ouder dan 65 steeg in deze periode van 11 naar bijna 40%
Daarom is het zo belangrijk om aan het Deltaplan Biodiversiteitsherstel te werken samen met een grote coalitie van diverse partijen, zoals Wereldnatuurfonds, Rabobank, LTO, zuivelindustrie en milieufederaties. “We willen dat het vooruit gaat, niet een beetje minder achteruit.”

Een reeks concrete plannen is al afgesproken. Zo dragen de provinciale Natuur- en Milieufederaties vanaf 2019 bij aan het ontwikkelen van nieuwe verdienmodellen voor natuur en landbouw via zes provinciale Koolstofbanken en drie provinciale Grondbanken. Boeren kunnen immers veel CO2 vastleggen, dat moet wat kunnen opleveren. Vanaf 2021 beloont de Rabobank boeren voor hun biodiversiteitsprestaties via een rentekorting op nieuwe en bestaande leningen. “Duurzame landbouw begint altijd bij duurzaam bodembeheer”, stelt Vet.

‘Je wil wel, maar het kan niet’
De jonge melkveehouder Marije Klever uit De Meern, die in het dagelijks bestuur van het NAJK (Nederlands Agrarisch Jongeren Kontakt) zit, toont met een simpel grafiekje hoe jonge boeren in de knel zijn gekomen: veertig jaar geleden was bijna een kwart van de boeren jonger dan 35. Nu is dat nog ongeveer 7%. Het aantal boeren ouder dan 65 steeg in deze periode van 11 naar bijna 40%.

Zelf heeft ze in 2017 het familiebedrijf met 100 melkkoeien overgenomen. Bij de bedrijfsovername is de financieringsdruk enorm: een nieuwe stal, koeien erbij, grond erbij, het pensioen en het huis van haar ouders. “En toen kwam de buurman even bij me op de trekker zitten. Hij vertelde dat zijn land te koop was. Natuurlijk wil je dat kopen, maar het kan eigenlijk niet. Maar het ligt naast mijn stallen. Dus je wilt het wel.” Uiteindelijk is de aankoop wel doorgegaan door land aan de buitenkant te verkopen. “Boeren willen wel meewerken aan meer biodiversiteit en natuur, maar dat kan niet altijd.”

Hoe kun je ingrijpen in de grondmarkt? Direct ingrijpen heeft weinig effect, omdat er weinig grond wordt verkocht
Grond is duur, omdat graan duur is
Krijn Poppe is opgeleid als bedrijfseconoom en werkzaam als research manager bij Wageningen Economic Research. De grondprijzen blijven maar stijgen, laat hij met grafieken zien. Hoe komt dat? Een reden is dat we een delta zijn. Nederland heeft vruchtbare gronden en goede handelsverbindingen en kan dus hoogwaardige producten leveren, ook via export. Gronden dichtbij de stad zijn altijd duurder. De Nederlandse grondprijzen zijn de hoogste van Europa. We zijn geneigd te denken dat graan duur is, omdat grond duur is, maar volgens onderzoek van Ricardo (1772-1823) is dat andersom: grond is duur omdat graan duur is. Ruimer gezegd: grond is duur, omdat je er veel mee kan verdienen.

Hoe kun je ingrijpen in de grondmarkt? Direct ingrijpen heeft weinig effect, omdat er weinig grond wordt verkocht: per jaar wisselt slechts 3% van de grond van eigenaar. De markt werkt niet zo goed, ziet Poppe als econoom. Je ziet bijvoorbeeld dat een deel van de kosten van bepaald bodemgebruik bij de waterwinbedrijven terecht komt en de baten bij de boer.

Prikkels zouden de marktwerking iets kunnen verbeteren, bijvoorbeeld boetes bij het teruglopen van de bodemkwaliteit. Of een bodempaspoort dat de kwaliteit van de bodem aangeeft.
Verpachters kunnen hogere eisen stellen. “In pachtcontracten van 200 jaar geleden stond precies omschreven hoeveel stadsmest er op het land gebracht moest worden en in de laatste twee jaar van het contract mocht de pachter niets doen wat de grond uitmergelde”, vertelt Poppe.

Nog maar kort geleden mocht je in de Veenkoloniën eens in de twee jaar aardappels telen, maar dat is nu niet meer toegestaan. Zo kan regulering een positieve bijdrage leveren aan gezonder grondbeheer. Of denk aan subsidies, bijvoorbeeld als je eens in de vier jaar een rustgewas teelt. De oplossingen moeten uit deze drie hoeken komen: betere marktwerking, beter organiseren en meer reguleren.

Krijn Poppe over grondprijzen

Grondprijzen hebben hun piek bereikt
Harry Smit werkt bij de Rabobank en krijgt veel te maken met boeren die financieel klem zitten. Maar wat is nu de oorzaak van die torenhoge grondprijs? Ligt dat aan speculanten, zoals vaak wordt gezegd? “Zestig procent van de landbouwgrond is handen van boeren. Dan ligt de oorzaak van de hoge prijs toch vooral bij de boeren die er zoveel voor willen betalen. Slechts twee of drie procent is eigendom van beleggers, die kun je niet de schuld geven van de prijsstijging.”

Slechts twee of drie procent is eigendom van beleggers, die kun je niet de schuld geven van de prijsstijging
Smit verwacht dat de grondprijzen nu hun piek hebben bereikt, want er zijn drie belangrijke factoren die de prijs bepalen. Bij een lage rente stijgt de prijs, maar de rente is al laag en kan alleen nog maar stijgen. Ook zit de opbrengstcapaciteit van de landbouw aan zijn top: een gewas (en dus de grond) kan niet nog meer opleveren. Tenslotte zullen de subsidies die de EU per hectare uitkeert en die de prijs opdrijven – een boer die €400 subsidie krijgt kan €400 meer aan grond betalen – eerder dalen dan stijgen. Smit noemt niet waar Poppe wel op wees: zonneparken, stadsuitbreiding en infrastructuur zullen de grondprijs verder opstuwen.

Grond verwerven voor BD-boeren
Terwijl Poppe liet zien dat Nederland de hoogste grondprijzen heeft van Europa, wijst de laatste spreker, Kees van Biert, naar het land met de laagste prijzen: Frankrijk. Landbouwgrond kost daar rond de €6.000 tot €7.000 euro per hectare. Dat komt doordat de overheid heeft ingezien dat ingrijpen in de grondmarkt belangrijk was. Bij verkoop van grond is de prijs gekoppeld aan de verdiencapaciteit van de grond. Een boer moet zijn boekhouding laten zien om te grondprijs vast te stellen.

Van Biert is voorzitter van BD-Grondbeheer. Deze stichting is 40 jaar geleden opgericht met als doel om via schenkgelden gronden te kopen en die te verpachten aan biodynamische boeren. De verpachter stelt dus hoge eisen – de biodynamische werkwijze – en vraagt een lage pachtprijs. De stichting heeft nu 300 hectare verworven.

Daarbij heeft Kees van Biert vernieuwende financieringsvormen geïntroduceerd. Zo geeft Grondbeheer eeuwigdurende obligaties uit. Het nieuwste initiatief is KIEM, een samenwerkingsverband van Grondbeheer met Triodos Sustainable Finance Foundation. De eerste aankopen zijn gedaan: 43 hectare grond in de Flevopolder en 13 hectare in de Achterhoek.

Alle sprekers op het podium foodfriend 18 maart

Dan heb je wel een organisatieprobleem, concludeert Poppe
Maak grond tot collectief eigendom
Ter afsluiting wordt Damaris Matthijsen, radicaal pionier als het gaat om grondeigendom, uitgenodigd om haar visie te geven. “Ik wil een hele fundamentele vraag stellen”, begint ze. “Mogen wij grond bezitten? Mogen wij lucht bezitten?” Op het moment dat grond van eigenaar wisselt, komt ze in handen van steeds minder mensen. Gronden zouden weer commons moeten worden, collectief eigendom. Grond moet een waarde van 0 krijgen op de balans. Laat stichtingen de grond bezitten en de relatie tussen ondernemer en gemeenschap verzorgen.

Krijn Poppe begrijpt hieruit dat de grond naar de staat zou moeten, maar wordt gecorrigeerd, want dat heeft Damaris niet gezegd. “Dan heb je wel een organisatieprobleem”, concludeert Poppe. Stof tot nadenken genoeg.

De volgende avond in de debatserie It's the Food, my Friend! is op maandag 8 april en gaat over de vraag welke bedreiging de snelle groei van de wereldbevolking vormt voor de voedselzekerheid. Kaarten via de Rode Hoed.
Fotocredits: Krijn Poppe, zaalimpressie, Michiel Wijnbergh
Dit artikel afdrukken