Ook zonder de veestapel verder in te krimpen kan de primaire landbouw de klimaatdoelstellingen halen. Dat concludeert Wageningen University & Research (WUR) op basis van technische rekensommen. Of het ook economisch uit kan is een andere vraag.
Volgens de klimaatdoelstellingen moet de uitstoot van broeikasgassen vanuit landbouwbedrijven in 2050 afgenomen zijn naar 9 miljoen ton CO2-equivalenten. In 2016 kwam de Nederlandse landbouw nog uit op 19,1 miljoen ton, in 2017 naar verwachting (de cijfers zijn nog niet definitief) 18,8 miljoen ton. Die reductie is haalbaar, zelfs zonder de veestapel in te krimpen: "Geen drijfmest meer in de Nederlandse landbouw, 25.000 hectare veenweide onder water en 100.000 hectare productiebos," schrijft Boerderij.
De Wageningse wetenschapper Theun Vellinga en zijn collega's rekenden diverse scenario's door. Ze zetten in op 4 'sporen':
- Vermindering van methaanproductie tijdens de pensfermentatie bij rundvee
- reductie van methaanuitstoot vanuit de stal en mestopslag
- Reductie van lachgassen vanuit de stal, mestopslag en gewasteelt
- Meer vastlegging van koolstof in de teelten en vermindering van afbraak van veen
De meeste besparing is te bereiken door verbetering van genetica (fokprogramma's) en specifieke voerstrategieën om de methaanuitstoot te beperken. Dat kan de totale uitstoot van broeikasgassen al met een kwart terugdringen. De tweede grote stap is te maken met het afstappen van drijfmest. Mest en gier apart, luchtdichte opslag (met ontploffingsgevaar) en de gassen verwerken zijn hier de toverwoorden.
De derde grote slag is te maken door meer koolstof vast te leggen in gewassen, het waterpeil in veenweidegebieden omhoog te brengen waardoor het veen minder oxideert, 25.000 hectare natte grond uit productie te nemen en 100.000 hectare productiebos aan te leggen.
Kostenintensieve techniek
Volgens Vellinga komen sommige 'landbouw'-gerelateerde CO2-reducties nu niet bij de primaire sector terecht. "Energiebesparing in de zuivel telt bijvoorbeeld nu niet bij de landbouw, maar in de sector energie. De CO2-uitstoot via veevoer van buiten Nederland (15,5 miljoen ton CO2-equivalenten) telt in de sector industrie mee. De verliezen van broeikasgas via glastuinbouw of landgebruik (waar 3,8 miljoen ton te besparen is) en energieverbruik van kunstmest tellen ook in andere sectoren," schrijft Boerderij.
Kijk je wel naar dat hele plaatje, dan is de uitstoot in 2017 53,5 miljoen ton. Tot 2050 is daarop 42,5 miljoen ton te besparen, berekende de WUR. De landbouw zou dan op 10,9 ton uitkomen, een reductie met ruim 80%. Dat vergt wel de inzet van de nodige kostenintensieve techniek in een land dat nu al geruime tijd moeite heeft om mee te komen met andere landen die agrarische grondstoffen op de wereldmarkt verkopen. Andere landen kunnen immers tegen lagere milieukosten dan Nederland in zijn dichtbevolkte en intensief gebruikte gebied dieren en dierlijke producten produceren.
Dit artikel afdrukken
De Wageningse wetenschapper Theun Vellinga en zijn collega's rekenden diverse scenario's door. Ze zetten in op 4 'sporen':
- Vermindering van methaanproductie tijdens de pensfermentatie bij rundvee
- reductie van methaanuitstoot vanuit de stal en mestopslag
- Reductie van lachgassen vanuit de stal, mestopslag en gewasteelt
- Meer vastlegging van koolstof in de teelten en vermindering van afbraak van veen
De meeste besparing is te bereiken door verbetering van genetica (fokprogramma's) en specifieke voerstrategieën om de methaanuitstoot te beperken. Dat kan de totale uitstoot van broeikasgassen al met een kwart terugdringen. De tweede grote stap is te maken met het afstappen van drijfmest. Mest en gier apart, luchtdichte opslag (met ontploffingsgevaar) en de gassen verwerken zijn hier de toverwoorden.
De derde grote slag is te maken door meer koolstof vast te leggen in gewassen, het waterpeil in veenweidegebieden omhoog te brengen waardoor het veen minder oxideert, 25.000 hectare natte grond uit productie te nemen en 100.000 hectare productiebos aan te leggen.
Kostenintensieve techniek
Volgens Vellinga komen sommige 'landbouw'-gerelateerde CO2-reducties nu niet bij de primaire sector terecht. "Energiebesparing in de zuivel telt bijvoorbeeld nu niet bij de landbouw, maar in de sector energie. De CO2-uitstoot via veevoer van buiten Nederland (15,5 miljoen ton CO2-equivalenten) telt in de sector industrie mee. De verliezen van broeikasgas via glastuinbouw of landgebruik (waar 3,8 miljoen ton te besparen is) en energieverbruik van kunstmest tellen ook in andere sectoren," schrijft Boerderij.
Kijk je wel naar dat hele plaatje, dan is de uitstoot in 2017 53,5 miljoen ton. Tot 2050 is daarop 42,5 miljoen ton te besparen, berekende de WUR. De landbouw zou dan op 10,9 ton uitkomen, een reductie met ruim 80%. Dat vergt wel de inzet van de nodige kostenintensieve techniek in een land dat nu al geruime tijd moeite heeft om mee te komen met andere landen die agrarische grondstoffen op de wereldmarkt verkopen. Andere landen kunnen immers tegen lagere milieukosten dan Nederland in zijn dichtbevolkte en intensief gebruikte gebied dieren en dierlijke producten produceren.
Nog 3
Je hebt 0 van de 3 kado-artikelen gelezen.
Op 5 april krijg je nieuwe kado-artikelen.
Op 5 april krijg je nieuwe kado-artikelen.
Als betalend lid lees je zoveel artikelen als je wilt, én je steunt Foodlog
Lees ook
Weer iets wat de WUR wetenschappelijk onderbouwd wat innovatieve ondernemers in de praktijk al lang wisten, als voorbeeld kijk naar v.d. Voort. Maar nu de vraag kan het economisch uit?
Ja natuurlijk maar dan onder andere voorwaarden als onze ketens nu werken. Maar daarvoor moet je weer innovatief kunnen denken en over het organisatie vermogen beschikken het voor elkaar te krijgen.
Anton, ons volume dwingt ons om ca. 10-20% naar heel ver weggelegen markten te exporteren, niet als waardeproduct maar als kostendekker. Domweg omdat het hier nodig is om de kosten te dekken en daar weg kan lopen omdat het tegen een acceptabele prijs die conform commoditiesprijzen geleverd kan worden. Kun jij me uitleggen waarom een Chinees of andere Aziaat die extra kosten zou sponsoren voor de holle kiesvulling die uit Nederland komt?
En om het duidelijk te zeggen: zonder die 10-20% omzet is de boel hier failliet. Het voorstel van de WUR is dan ook louter technisch en gespeend van economisch, laat staan commercieel-economisch inzicht.
Dit is wel de manier om globaal verbeteringen te realiseren. Verder innoveren daar houden we van.
John, gaat het je kostprijs verbeteren? Vion heeft varkens nodig van rond de €1 om competitief te blijven de komende jaren. De VS en Zuid-Amerika bulken immers van de varkens. Uit Oost-Europa komen ze binnenkort met 1-ster, 40% goedkoper. En nu?
Dick ga er even vanuit dat je in #2 op mijn bijdrage reageerde. Heb jij niet in Leeuwarden bij de jongelui geadviseerd dat ze aan waarde propositie moesten gaan doen?
Even tussendoor heb 11 maart ook voor die groep gestaan en vond het best leuk. Zij ook.
Als we nou voedsel kunnen produceren met toegevoegde waarden voor de consument, voedsel waarop ze zitten te wachten. Aan kunnen tonen dat ze die waarden terug kunnen verdienen. Waarom zouden de koopkrachtige bewuste consumenten dan niet ons voedsel willen hebben?
En een gedeelte van die toegevoegde waarden aan ons willen betalen? Even er van uitgaand dat het produceren van zulk voedsel nog niet zo eenvoudig is, zeer complex en niet traditioneel, en dus het onderscheidend vermogen nog wel even blijft. Dus iets bieden wat een ander niet te bieden heeft.
Dus de reactie mijnerzijds moet je zien als de WUR vindt iets uit wat wij al wisten en weet niet, economisch gezien, de mogelijkheden die wij al wel zien.