Dat zegt landschapsarchitect Frank Stroeken van AtelierOverijssel. Hij pleit voor een gemeenschappelijke herbezinning op ons landschap dat we zowel mooi als praktisch moeten inrichten om ons te voeden en van energie te voorzien.
De transitie naar duurzame energie vormt een grote ruimtelijke opgave. Om fossiele brandstoffen te vervangen maken we nu veel gebruik van windenergie en zonne-energie. Dit is dunne energie. Er is veel oppervlakte nodig om deze energie te vangen. Als de opstellingen eenmaal staan kunnen we vervolgens goed oogsten van deze energie. Maar waar zoeken we die oppervlakten? Deze vraag houdt heel Nederland bezig.
Concurreren met landbouwgrond
Een veel gehoorde klacht is dat energieruimte niet mag concurreren met landbouwgrond, want die is nodig voor voedselproductie. Ik vraag me steeds vaker af: waarom niet? In Nederland produceren we veel voedsel en bloemen voor de export. Sommigen zijn daar heel trots op. En juist dat maakt die klacht ongeloofwaardig.
Ik denk dat er voor Nederland een duurzaam huishouden mogelijk is met voedsel van eigen landbouwgrond en voor energie op voormalige landbouwgrond.
(Sier)tuin van ons huishouden
Als we dit doen hebben we trouwens nog grond over. En die grond benoemen we wat mij betreft tot de (sier)tuin van ons huishouden. In deze tuin, die bestaat uit gronden die we niet nodig hebben voor ons eigen voedsel en onze energie, kunnen we kiezen. Ik zie op deze gronden liever voedselproductie dan energieproductie met bestemming buitenland. Dat voedsellandschap komt namelijk voort uit een lange agrarische en culturele traditie en dat past beter bij ons dan een uitgestrekt land van energie.
Natuurlijk, er valt best wat af te dingen op duurzame energie in het landschap, want die grote oppervlakten zijn zichtbaar. En, hoe zit het met natuurwaarden? Er is al zoveel druk op de grond. Plaats eerst turbines en panelen op daken en restgronden. Windmolens beter dan zonnepanelen? Misschien wel. En gebruik ook de zee efficiënt. Natuurlijk! Daar ben ik ook voor. Maar daarmee komen we er niet.
Delen
We moeten heel goed zorgen voor ons landschap. Ons landschap is waar ons huishouden leeft, ons landschap is waar wij leven. Laten we ervoor zorgen dat we er trots op zijn, en dat bezoekers het aantrekkelijk vinden. Laten we het delen met planten en dieren, in een zo groot mogelijke diversiteit. En laten we alles wat dit landschap oplevert delen met elkaar. De inrichting van ons huishouden moeten we dus zorgvuldig vormgeven. Soms kan alles wat we willen slim binnen een gebied worden gecombineerd.
Zo eindigt dit verhaal als een idylle. Maar het begint met een basisles economie en ecologie. Richt je huishouden duurzaam in!
Deze tekst verscheen op 8 maart op AtelierOverijssel. AtelierOverijssel is een onafhankelijke organisatie die werkt aan de ruimtelijke kwaliteit van Overijssel.
Dit artikel afdrukken
Concurreren met landbouwgrond
Een veel gehoorde klacht is dat energieruimte niet mag concurreren met landbouwgrond, want die is nodig voor voedselproductie. Ik vraag me steeds vaker af: waarom niet? In Nederland produceren we veel voedsel en bloemen voor de export. Sommigen zijn daar heel trots op. En juist dat maakt die klacht ongeloofwaardig.
Ik denk dat er voor Nederland een duurzaam huishouden mogelijk is met voedsel van eigen landbouwgrond en voor energie op voormalige landbouwgrondOns land is een huishouden dat voedsel en energie nodig heeft. We kunnen niet zonder en hiervoor is ruimte nodig. In ons huishouden is het fijn dat we veel landbouwgrond hebben. Zo is voedsel voor onszelf verzekerd. Wat we overhouden nadat Nederland gegeten heeft, verkopen we aan het buitenland. Die grond voor exportproducten is zodanig groot dat er voldoende ruimte is voor energieopwekking. Immers nu importeren we veel energie. En transport kost ook energie.
Ik denk dat er voor Nederland een duurzaam huishouden mogelijk is met voedsel van eigen landbouwgrond en voor energie op voormalige landbouwgrond.
(Sier)tuin van ons huishouden
Als we dit doen hebben we trouwens nog grond over. En die grond benoemen we wat mij betreft tot de (sier)tuin van ons huishouden. In deze tuin, die bestaat uit gronden die we niet nodig hebben voor ons eigen voedsel en onze energie, kunnen we kiezen. Ik zie op deze gronden liever voedselproductie dan energieproductie met bestemming buitenland. Dat voedsellandschap komt namelijk voort uit een lange agrarische en culturele traditie en dat past beter bij ons dan een uitgestrekt land van energie.
Soms kan alles wat we willen slim binnen een gebied worden gecombineerdKlinkt dit lichtzinnig? Laat het me weten als u dat denkt.
Natuurlijk, er valt best wat af te dingen op duurzame energie in het landschap, want die grote oppervlakten zijn zichtbaar. En, hoe zit het met natuurwaarden? Er is al zoveel druk op de grond. Plaats eerst turbines en panelen op daken en restgronden. Windmolens beter dan zonnepanelen? Misschien wel. En gebruik ook de zee efficiënt. Natuurlijk! Daar ben ik ook voor. Maar daarmee komen we er niet.
Delen
We moeten heel goed zorgen voor ons landschap. Ons landschap is waar ons huishouden leeft, ons landschap is waar wij leven. Laten we ervoor zorgen dat we er trots op zijn, en dat bezoekers het aantrekkelijk vinden. Laten we het delen met planten en dieren, in een zo groot mogelijke diversiteit. En laten we alles wat dit landschap oplevert delen met elkaar. De inrichting van ons huishouden moeten we dus zorgvuldig vormgeven. Soms kan alles wat we willen slim binnen een gebied worden gecombineerd.
Zo eindigt dit verhaal als een idylle. Maar het begint met een basisles economie en ecologie. Richt je huishouden duurzaam in!
Deze tekst verscheen op 8 maart op AtelierOverijssel. AtelierOverijssel is een onafhankelijke organisatie die werkt aan de ruimtelijke kwaliteit van Overijssel.
Nog 3
Je hebt 0 van de 3 kado-artikelen gelezen.
Op 5 april krijg je nieuwe kado-artikelen.
Op 5 april krijg je nieuwe kado-artikelen.
Als betalend lid lees je zoveel artikelen als je wilt, én je steunt Foodlog
Lees ook
Als je niet verder kijkt als nederland groot is, hoopt op leuke energieprojekten en al tevreden bent als je genoeg te eten hebt en de wifi het doet dan is dat inderdaad een mogelijkheid.
Maar wat als je die panelen nu eens op grond in het buitenland neerlegt waar ze meer zon vangen en dat niet geschikt is als landbouwgrond dat misschien maar een fractie kost van wat nederlandse
grond kost is dat misschien wel een veel beter idee. Je woont veel mooier het is beter voor al die natuurdoelen die we met z'n allen zo belangrijk vinden en waarschijnlijk veel rendabeler. Als eerst alle daken eens volgelegd worden kunnen we eerst eens gaan overpeinzen hoe we die zonnestroom rendabel over de dag uitgesmeerd krijgen en hoe we het s'winters aan gaan pakken er zal maar een flink pak sneeuw vallen hoe ga je je auto dan opladen?
Ik heb nog eens naar de foto gekeken dat gras moet ook nog bijgehouden worden vooral langs de panelen dat is nog een hele klus als je ze hoger zou plaatsen kun je er misschien schapen onder jagen zonder dat ze op of aan de panelen zitten maar nu? een bosmaaier of heb je daar speciale maaiers voor? Dat gaat in het dorre zuiden een stuk sneller
EJ, waarom brengt een akkertje zon in Nederland nu al meer op dan een akkertje piepers?
NB: ik vind zowel zonneakkers als windmolens erg lelijk, maar dat staat los van mijn vraag.
Hoorde gisteren de Rijksbouwmeester zich in Nieuwsuur zorgen maken. Heeft de landschapsarchitect deze zorgen niet?
Slim combineren.
Zonnepanelen hoeven niet per definitie grond te onttrekken, ze kunnen in grote delen van de wereld samengaan met landbouwculturen. Dit laatste moet nog aan populariteit winnen, maar het begin is er al. Zie: Agro Voltaics (wikipedia), Agrivoltaïque (fr.wikipedia) met een overzicht van de status per land.
Als eigenschappen worden genoemd:
- Zonnepanelen samen met gewassen op dezelfde oppervlakte.
- Planten hebben minder water nodig door schaduwwerking.
- gevoelige gewassen worden beschermd tegen hagel.
- Onderkant zonnepanelen zijn koeler en produceren daardoor meer energie.
- In te warme droge gebieden kunnen teelten plaatsvinden dankzij de (half)schaduw.
Hier een fraai voorbeeld.
Beter voor de biodiversiteit dan maïs of gras.
De grond onder deze panelen in Belvézet (F) wordt door schapen begraasd zoals hier op een foto. Bovendien draaien de panelen mee met de hoogte van de zon. Een bijkomstigheid is dat de flora en kleine faune erdoor is verbeterd.
Het veld wordt door schapen begraasd, kleine dieren op de grond keren geleidelijk terug. Er zijn drinkbakken gegraven, onderkomens voor vleermuizen en reptielen aangebracht, allemaal door het ONF (Office Nationale des Forêts).